EEN CHRISTELIJK LAND

© Geert Bles, Heerlen 2001



Ons land heet christelijk te zijn. Niet dat we ons altijd zo gedroegen, denk aan de voortrekkersrol die wij vervulden in de slavenhandel of denk aan de wapenhandel met Argentinië ten tijde van dictator Videla. Als er centen te verdienen zijn nemen wij het niet zo nauw met de mensenrechten. Maar toch, Nederland droeg het etiket "christelijk". We waren toch geen heidenen; afgodsbeelden dat was geschiedenis, dank zij Willibrordus en Bonifatius. 

MEN GELOOFT HET WEL
Maar intussen is er wel iets veranderd in ons land. Kerk en geloof zijn niet meer zo in. Telkens als er weer nieuwe cijfers bekend gemaakt worden over kerkbetrokkenheid, blijkt het aantal verder gezakt. Ter geruststelling wordt er dan wel bij gezegd, dat de meerderheid nog wel in God gelooft. Maar bij navraag blijkt dat geloof in God niet zoveel voor te stellen. Men gelooft het wel.

EEN NIEUWE GOD TIMMERT AAN DE WEG
Eigenlijk is daar wel een verklaring voor. Er is al een hele tijd een nieuwe god die flink aan de weg timmert en die met de dag meer aanhang krijgt. Die god vraagt/krijgt zoveel aandacht, dat er voor de God v.d.Bijbel weinig plek meer is. Maar zo nieuw is die god ook weer niet; in het evangelie komen we hem al tegen: de mammon.

DE NIEUWE GODSNAMEN
Die nieuwe god heeft wel een masker voor en gebruikt andere namen, want hij wil liever niet dat je hem kent. Wij komen hem elke dag tegen. Hij noemt zich nu eens "de vrije markt", dan weer "de wereldhandel". Je kunt ook zeggen "de beurs" of "het kapitaal", of "het recht van de sterkste", maar dat irriteert hem. Hij maakt je dan uit voor links of maakt je belachelijk. Als het moet, laat hij je oppakken en ruimt je uit de weg. Een harde god! Hij heeft vooral aanhang in de westerse landen. Hij helpt om tweederde van de wereld op een onchristelijke manier uit te buiten. Eigenlijk is het voor iedereen helder dat het zo gaat. 

DE NIEUWE GODSDIENSTOEFENING
Die nieuwe god heeft natuurlijk ook zijn eisen: Hij eist tijd en ruimte in de media. Elke avond in het nieuws van 10 uur, vertelt de nieuwslezer wat zich afspeelt op de beurs. Hij spreekt over die 'godsdienstige' onzin met een ernstig gezicht en de kijker heeft nauwelijks door, dat dit soort blabla oude koek is. Het is duidelijk: het draait om geld. Hij vraagt ook om begrippen als gerechtigheid en solidariteit uit ons woordenboek te schrappen. Onze sociale verworvenheden moeten een voor een op het altaar van de vrije markt geofferd worden. Dat doet wel even pijn, maar het is goed voor de economie en dus ook voor ons. En we zien wat er gebeurt in de zorg-sector, met mensen die niet meekunnen in onze samenleving, met vluchtelingen. Een van de gevolgen van die politiek van het recht van de sterkste - zeg maar fort Europa - is dat protesten toenemen vanuit de hoek waar de klappen vallen, en dat vluchtelingen hun groeiende armoede ginds zullen blijven proberen te ontvluchten en blijven proberen binnen te komen. 

ZALIG DE ARMEN
De nieuwe god weet op een op geraffineerde manier ook de kerk te beinvloeden. Gewoon door bepaalde aspecten van het geloof extra te benadrukken en andere uit beeld te laten verdwijnen. Maar als Lucas het heeft over de armen, dan bedoelt hij hen die arm zijn en niets anders; als hij het heeft over de mensen die honger hebben, dan bedoelt hij hen die met een lege maag door het leven moeten en voortijdig sterven. Soms, uit verlegenheid met die radicale tekst, zeggen wij: Er wordt bedoeld 'armen van geest', en  'hongeren naar gerechtigheid'. Ook al voelen we ons niet prettig bij die radicale woorden van Lucas, we mogen ons toch laten verleiden om de betekenis ervan te verdraaien of te verdoezelen? Het staat er! 
Hoe moet het dan wel verstaan worden? Ik ben ervan overtuigd, dat God de armoede en de honger niet verheerlijkt, en dat Hij ze als eerste de wereld uit wil hebben. Hoe kan Jezus dan zo spreken: Gelukkig de armen, gelukkig die honger hebben? En wee de rijken die hun geluk zoeken in bezit?

DE WARE GOD
Zou dit niet de kern zijn, waar zijn boodschap om draait? Je bent arm, niet rijk aan aardse goederen, maar wel rijk in een ander opzicht. Als je met niemand hoeft te wedijveren, als je met niemand hoeft te concurreren, dan ben je vrij en sta je open voor andere dingen van het leven. Als je niet krampachtig je bezit hoeft te bewaren en te bewaken, dan voel kun je je overgeven aan de dingen die zoveel waardevoller zijn. Dan kun je ook oog hebben voor andere mensen en wil je dat het hen goed gaat. Dat brengt vrede en geluk bij de ander, maar geeft ook jezelf vrede en geluk.

Geld maakt niet gelukkig. Geld is schijngeluk! De realiteit is maar al te vaak: Niets meer te wensen en dood-ongelukkig! Jezus prikt die schijn door: Wee u rijken! Ben je meer waard omdat je meer bezit? Zeker niet! Ben je minder waard omdat je minder bezit? Zeker niet! Maar minder hebben brengt je wel eerder in contact met anderen.  Waar mensen het niet breed hebben, op elkaar aangewezen zijn, ontstaat betrokkenheid, ontstaat geluk. Mensen hebben elkaar nodig, ervaren waar het in het leven om gaat en stralen het uit.

Het geluk bestaat niet in het hebben. Iemand die alles heeft, heeft niets meer nodig, heeft ook de ander niet meer nodig. Hij is zo gefocussed op wat hij heeft, dat hij geen tijd en aandacht meer heeft om te leven. Hij kan niets meer te bedenken, wat hij niet heeft. Grootouders zijn soms ten einde raad, wat zij hun kleinkind zullen geven. Het kan gewoon niet blij zijn met een geschenk en reageert verveeld: "Och, ba, dat heb ik al!"  Maar iemand die het niet breed heeft,kan oprecht blij zijn met iets wat gegeven wordt. Dan is een geschenk ook een geschenk. Dan is er vreugde in het geven, en geluk in het ontvangen.  
 
Wij zouden met elkaar zo rijk kunnen zijn op deze aarde en zo gelukkig. Vrij om anderen te ontmoeten, vrij om te genieten van de dingen die ons gegeven zijn. Je mag dan dwaas zijn in de ogen van die andere rijken, je mag dan door die andere rijken niet begrepen worden, maar je staat wel dicht bij het Rijk Gods. Gelukkig ben je als je zo leeft.