Deze Wereld Omgekeerd

© Margret Dekker, Heerlen 2003



Wij zijn begonnen aan de veertigdagentijd. De tijd van voorbereiden op het paasfeest.  Pasen het feest waarop heel ons geloof steunt; omdat het hét feest is van bevrijding uit alles wat mensen onderdrukt en gevangen houdt.

Deze veertigdagentijd zou je kunnen zien als een tijd van oefenen, inoefenen van wat belangrijk is voor ons leven. Een tijd van je bezinnen op de keuzes die het leven vraagt. Het is een weg vinden tussen  onze verantwoordelijkheid voor elkaar en de verleiding van ikke, ikke en de rest kan....... Het is je weer opnieuw  bewust worden dat we niet alleen zijn op de wereld. Je bent er samen met velen. Met elkaar zullen we deze wereld bewoonbaar moeten maken, een veilige plek voor mensen, anders lukt het niet. Voor ons allen is er een plek onder de regenboog bedoeld, een plek waar het mogelijk is om te leven, om te bouwen aan toekomst. 

 

In de eerste lezing hebben we gehoord hoe na de grote vloed God spijt krijgt van het vernietigen van de aarde en de mensen. Dan klinkt de belofte dat nooit meer al het leven van de aarde zal verdwijnen door de vernietigende kracht van het water.

Ik kan me goed voorstellen dat die woorden heel wat vragen oproepen: wat met die vele slachtoffers van de vele overstromingen in de laatste jaren?  Tellen die dan niet mee? Is dat dan niet een vernietiging van mensen door het water, geldt de boog aan de hemel niet voor hen?  Je zou kunnen gaan twijfelen aan de waarde van de belofte en het verbond dat God sluit. Het is goed om te zien wat de aanleiding is tot de grote vloed. In het begin van het verhaal van Noach staat dat God spijt heeft dat Hij de mensen en de aarde heeft geschapen, het is niet geworden wat God gehoopt en gedroomd had, Uit teleurstelling om het gedrag van mensen wil God de schepping vernietigen, alleen voor Noach en zijn familie maakt Hij een uitzondering. Van die verwoesting van heel de schepping krijgt God spijt en Hij beloofd dat Hij nooit meer de héle aarde zal prijsgeven aan de verwoestende kracht van het water, er zullen altijd mogelijkheden blijven voor een nieuw beging 

 

Noach en de zijnen krijgen de aarde terug als een betrouwbare plek om te wonen. De chaos, zoals de grote vloed meebracht, zal niet meer mensen en dieren treffen. God zal zich niet meer terugtrekken van de mensen, dat is de garantie

die gegeven wordt, dat zegt de boog aan de hemel.

 

Ik weet niet of het u is opgevallen bij het horen van de 1ste lezing: telkens als ik de wolken samenpak zegt God, en de boog in de wolken zichtbaar wordt, dan zal Ik denken aan het verbond. God zelf zal denken aan het Verbond dat Hij met mensen sloot, er is God veel aangelegen dat mensen tot leven kunnen komen.

 

Als dat ergens duidelijk is geworden, dan is dat wel in de komst van Jezus.

Marcus vertelt ons hoe Jezus voor Hij aan zijn taak begint, de woestijn intrekt.

Een dorre kale plaats, een plaats waar alle franjes van het leven wegvallen, een plek waar nauwelijks te leven valt. Het is een testplaats voor Jezus, hier in de leegte wordt Hij zich bewust waar het op aankomt, hier tussen stenen en dieren weet Hij dat het niet zal gaan om zijn eigen macht, eigen grootheid, eigen geluk, maar om de dienst aan het leven van mensen. Gelouterd, gesterkt en overtuigd komt Hij uit de woestijn naar voren en verkondigt Gods Blijde boodschap; de tijd is vervuld het rijk Gods is nabij.

 

Het is een groot woord: het Rijk Gods, misschien worden we er niet warm of koud van, maar toch… het gaat om dingen die van groot belang zijn voor ons leven   

Het gaat om de goede wereld van God, die goede wereld is niet bedoeld voor later, ergens ver en hoog bij ons vandaan. De goede wereld van God, Gods rijk is bedoeld voor hier en nu, voor ieder van ons, voor ieder mensenkind. In de goede wereld van God gelden aan andere waarde, dan over het algemeen gelden bij de grote der aarde: hier geen vijandschap maar verbondenheid, geen egoïsme en eigen belang, maar oprechte zorg voor elkaar, hier niet het recht van de sterkste maar bekommernis om de kleinste en de weerlozen, geen afschrijven en aan de kant zetten, maar elkaar erbij halen en samen optrekken, geen zwart maken van elkaars naam om daar zelf beter van te worden, maar elkaar hooghouden en respecteren. Om met de woorden die achter het altaar hangen te zeggen: Gods goede wereld is deze wereld maar dan omgekeerd. En zoals we straks in het lied zullen zingen daar zullen zij lachen die nu verdriet hebben, daar zal een woning zijn voor wie niet wonen kan, daar zullen mensen andere mensen zijn, bedacht op vrede.

 

Zo’n goede wereld van God komt niet aanwaaien, en zal ook niet ontstaan zonder inzet, zonder pijn en zonder lijden. Het vraagt dat we het uithouden met de droom, en doorgaan ook al zien we nog niet hoe ooit die droom werkelijkheid kan worden. Om de moed er in te houden denk ik vaak aan de kathedralenbouwers uit de middeleeuwen. U kent ze wel die prachtige kathedralen zoals in de Bosch, in Keulen op vele plaatsen in Frankrijk. De bouw van die kathedralen heeft vaak vele eeuwen geduurd. Dat betekent dat veel mensen die er aan gebouwd hebben, het

 

prachtige beeldhouw werk gemaakt hebben, gewerkt hebben aan de kleurrijke glas in lood ramen nooit zelf de kathedraal klaar hebben gezien. Zij wisten dat ze nooit zelf in de kathedraal zouden binnengaan om er te bidden, te zingen, God te danken. Ze hadden een blauwdruk van hoe het zou moeten worden. Dat is voor hen genoeg geweest om zich in te zetten en hun aandeel te leveren aan het prachtige bouwwerk.

 

Wij kennen de blauwdruk van Gods goede wereld, we worden uitgenodigd om te bouwen aan die goede wereld, vanuit de hoop dat op een goede dag die nieuwe wereld ons toelacht.                       

 

We gaan niet alleen, Gods geest, Gods trouw gaat met ons mee. En van tijd tot tijd laat God ons zien dat Hij zijn verbond niet is vergeten. Als het dreigend en donker wordt, dan hoeven we maar naar de hemel te kijken om de kleurige boog te zien, die hemel en aarde met elkaar verbindt en die vertelt van hoop en nieuw leven.