RECHT OP HET DOEL AF

© Geert Bles, Heerlen 2001



Ik weet niet of u dat ook kent, de ervaring soms van heel kwaad zijn, heel emotioneel en toch niet goed weten op zo'n moment, hoe die kwaadheid en emoties om te zetten in vruchtbaar handelen. Kwaad en tegelijk machteloos. Ik ga zo'n ervaring met u delen.

Elke maandagmorgen om 9 uur kom ik in het Missionair Centrum op de Putgraaf. Ik groet de een, steek mijn hand op naar de ander, kijk of er post is of een fax of een email of een telefoonbriefje en ga aan het werk. Ja zo gaat dat gewoonlijk. Maar afgelopen maandagmorgen was het anders. In de gang van het gebouw zat op dat vroege uur een betrekkelijk jonge vrouw met zeven kleine kinderen. Wat bleek? Zij waren die morgen heel vroeg gevlucht uit het AZC in Schimmert. Afgelopen weekend hadden zij (Koerden uit Irak) te horen gekregen dat zij op Dinsdagmorgen door de vreemdelingenpolitie zouden worden uitgezet (geruimd!). Irak is immers tot veilig land verklaard door onze regering. Haar man was in radeloosheid gevlucht, spoorloos. Zou hij nog leven? Voor mijn ogen: Een moeder met zeven kinderen, op straat nu, geen eten voor al die monden,geen melk voor de baby in haar armen, geen plek voor de komende nacht, geen uitzicht op morgen en overmorgen.

Ik heb die dag bijna niets gedaan van wat ik wilde doen. Ik kon alleen maar kwaad, verdrietig, machteloos zijn, die gevoelens delen met anderen en mee helpen zoeken met hen naar een oplossing. Bellen naar links, naar rechts. Maar de antwoorden waren voorspelbaar, allemaal meelevend, allemaal afhoudend, ik moest het toch kunnen begrijpen. Maar ik begrijp het niet.

Wij zijn in deze tijd van het jaar in vakantiestemming, wij maken ons op om erop uit te trekken, en dat mag ook, dat is verdiend, er is hard gewerkt. Maar toch, ik krijg het niet gerijmd. Waarom hebben wij het zo goed, waarom treft het lot hen zo hard?
En dan probeer ik mij voor te bereiden op de overweging bij dit evangelie. Het lukt maar half. "Vastberaden koos Jezus Jerusalem als reisdoel", zo begint het evangelie.

En ik mijmer wat dat betekent, Jerusalem.
Het staat toch niet voor de plaats Jerusalem, het betekent meer; het staat symbool voor het nieuwe Jeruzalem, de stad van God, de stad van vrede en gerechtigheid. We zingen over 'Jerusalem mijn vaderstad'. Het is het beeld van het visioen dat Hem voor ogen staat, van Gods koninkrijk, van de nieuwe wereld, waar alle mensen - zonder uitzondering en zonder onderscheid - mogen zijn; waar niet de een meer of minder hééft dan de ander; waar niet de een meer of minder ís dan de ander; waar strepen en epauletten niet gelden; waar je waardevol bent als de mens die je bent; waar iedereen een plek mag hebben, gezond en ziek, jong en oud, man en vrouw, blank en zwart.

Maar Jerusalem betekent nog iets anders, mijmer ik. Jerusalem is ook de stad van het lijden. Jezus weet dat en Hij doet alle moeite om het zijn leerlingen duidelijk te maken. Tot driemaal toe voorspelt Hij hen: deze wereld achter laten, voor de realisatie van het visioen gaan, kost offers, kan je leven kosten.

Naar dát Jeruzalem gaat Hij op reis, vastberaden. En driemaal klinkt in het evangelie vandaag zijn oproep: volg mij!
En even vastberaden, radicaal, bijna ongeduldig voegt Hij er telkens aan toe: alles achterlaten, niet omkijken, niet eerst je vader begraven, niet eerst afscheid nemen.

Als je werkelijk aanvoelt wat Zijn visioen van die nieuwe toekomst inhoudt, als je geraakt bent door dát beeld van Jerusalem, dan verandert je leven op slag en kan niets en niemand je stoppen. Dan wordt ook jouw houding tov. mensen als die van Jezus. Dan wordt ook jouw leven bepaald door maatstaven als die van Jezus. En die maatstaven zijn anders, die zijn van een andere orde, die staan haaks op wat in onze wereld gangbaar is.

Ja, Jezus klinkt - en wás - radikaal voor zichzelf en voor ons. Hoewel hij in deze wereld leefde, was Hij geworteld in die andere/ nieuwe wereld. De wereld van competitie, van ellebogenwerk, van over ruggen van anderen, van macht uitoefenen, was Hem vreemd; dáár heeft Hij zich tegen verzet en de prijs voor betaalt. De wereld van eerbied voor het kleine en kwetsbare, van solidariteit met de slachtoffers van die ellebogen, dáár ging Hij voor; daarin was Hij ondubbelzinnig.

Wie God's bedoelingen doorheeft, laat zijn hart spreken en handelt, draalt niet, houdt niet af, komt niet met excuses. Hij/zij gaat ervoor, ook al vraagt het offers. Er is geen middenweg, er is geen omweg. Bouwen aan het koninkrijk van God kan alleen maar met mensen, die risiko's nemen en niet op zeker spelen.

Zo klinkt Gods boodschap mij vandaag in de oren. Maar ik denk nog altijd aan die moeder met die zeven kinderen op maandagmorgen. En ik krijg het nog altijd niet gerijmd.