Hebben wij met elkaar van doen?

© Nan Paffen, Heerlen 2009



Groot is de wereld, en klein zijn de voeten….; dat was onze acclamatie op het evangelie. Zouden de leerlingen en Jezus zich misschien ook zo gevoeld hebben?

De leerlingen kwamen terug bij Jezus. Ze vertelden Hem alles wat ze gedaan hadden. Het is het vervolg op het verhaal van verleden week waar Jezus zijn leerlingen op weg stuurt: ‘ga 2 aan 2, neem geen reiszak mee, geen beurs en geen extra kleren. En waar je mensen ontmoet, die naar je willen luisteren, blijf daar dan en vertel ze wat je van mij geleerd hebt en doe goede dingen, zoals je die mij ook hebt zien doen….’

En nu zijn ze dus terug en blijkbaar zijn ze allemaal moe, want Jezus wilt ze meenemen naar een eenzame plaats om uit te rusten. Maar het komt er niet echt van….Want ze zien dat er vele mensen op weg gaan om Jezus te zien en te horen. En dan gaat hij naar hen toe, want – zo staat er – Hij had zeer met hen te doen.

Mag ik proberen dit verhaal naar nu te vertalen?

Kitty was best moe. Ze had de laatste week hard gewerkt: het was druk op school zo’n laatste week voor Pasen; toetsen nakijken en rapporten maken; boodschappen in huis halen, want het was ook Paasfeest…; maar nu was het zaterdag en om 18.00 uur wilde ze eerst naar de paaswake in de kerk; even tot zichzelf komen, rustig zitten; de mooie muziek en teksten tot je laten doordringen en genieten van de bijzondere sfeer van deze bijzondere viering. En dan, als de mis nog maar pas bezig is, wordt iemand die vlak bij haar zit, niet goed. Enkele mensen lopen met deze persoon mee naar buiten en als het weer een beetje gaat, biedt Kitty aan haar auto te gaan halen en haar naar huis te brengen. Als ze weer terugkomt in de kerk loopt de viering al aardig op zijn eind. Jammer wat ze gemist heeft, maar dit was nodig. Want ‘zij had zeer met haar te doen’.

 

Wat is dat nu, dat gevoel dat je je eigen belang opzij zet en in touw komt voor een ander?

Is dat omdat je je verantwoordelijk voelt voor een ander? Dat is wat Jeremia zegt in de eerste lezing. Een goede herder voelt zich verantwoordelijk voor zijn schapen, let op hen en laat geen schaap verloren gaan. Maar toch denk ik dat er nog iets anders bij hoort.

Misschien kan ik het wel het best met een voorbeeld verduidelijken.

Als iemand anders in diezelfde viering zit, en er zou precies hetzelfde gebeuren, dan zou die wellicht ook de auto zijn gaan halen en die persoon naar huis brengen. Maar de vraag is vanuit welke intentie je dat doet: je kunt het doen omdat je het gevoel hebt, dat je dat móet doen, een soort innerlijke stem die zegt: dat kun je niet maken, …. Dat heeft met ‘verantwoordelijkheid’ te maken, met zorg voor elkaar. Maar ik kan het ook doen omdat ik geraakt wordt door de nood van die ander, omdat ik begaan ben met die ander of – in de woorden van het evangelie – omdat ik met hem of haar te doen heb. Dat is geen beredeneerd ‘moeten’, dat met ‘ratio, met verstand te maken heeft, maar dat is ‘liefde’; het raakt je gevoel, je hart is in het geding. En het maakt niet uit of het nu gaat om een luisterend oor, een helpende hand of een bemoedigend gebaar, je wilt er zijn voor die ander. Of die ander wil er zijn voor jou.

 

En ik denk dat we allemaal van die voorbeelden kunnen aanhalen waarin wij geraakt werden door een ander en haast instinctief handelen. Toen Gladys en Sheko hier waren uit Sierra Leone kwamen allerlei mensen spontaan in actie, vooraf niet gepland maar op het moment zelf aangeboden of gedaan. Omdat hun verhaal hen geraakt had. Omdat zij de pijn van de meisjes en vrouwen daar meevoelden, maar ook de kracht die zij uitstraalden en de hoop dat het goed komt, dat het ook daar beter zal gaan…

 

Ik begon de inleiding met te zeggen: als je voor een ander moet zorgen, kijk je met twee paar ogen. Ik voeg er nu aan toe: als je geraakt wordt door het verhaal van een ander, of het nu gaat om vreugde of verdriet, om pijn of om hoop, als je geraakt wordt dan kijk je met de ogen van je hart of, anders gezegd, dan krijg je misschien wel ‘hartjes in je ogen’.

Er is een mooi lied – we zingen het ook dadelijk – dat zegt over Jezus: Hij ging van stad tot stad, Hij sprak tot u ben ik gezonden; voor zieken en gewonden had Hij een woord, een onderdak. Alles heeft Hij welgedaan, tot wie zou ik anders gaan? Dat hebben de mensen toen met Jezus ervaren. Hij was er voor de mensen, omdat hij zich liet raken door hun verhalen, door de nood van mensen. En zo mogen wij ons ook gezonden voelen, als wij gaan van stad tot stad (in deze komende vakantietijd misschien ook wel heel letterlijk). Dat wij openstaan voor alles wat op ons pad komt. Dat wij kijken met de ogen van ons hart en aan elkaar ervaren: alles is welgedaan.

Amen.