Water
genoeg in ons land, verwoestend water ook in de laatste dagen. Veel
vakantiegangers in Europa hebben de gevolgen van de zware regens gevoeld, heel
wat steden en dorpen lijden onder de overlast van het water, ook in ons eigen land, tot in Heerlen toe.
Water
heeft iets dreigends. Zelfs voor menig zwemmer, ik ken heel wat mensen die
onbekommerd rond zwemmen tot het moment
dat zij merken dat ze de bodem niet meer kunnen voelen, dan slaat de paniek
toe, omdat de grond onder de voeten weg is.
In de
Schrift wordt het beeld van de zee vaak gebruikt, juist om dat dreigende
karakter. De zee is beeld van alle gevaren die de mens kunnen bedreigen: woeste
golven die je willen overspoelen, de donkere diepte die je dreigt op te
slokken, de krachten waar je niet tegen opgewassen bent. De woedende golven
staan voor dreiging, ziekte dood, haat en oorlog, alle rottigheid die er in de
wereld is en het leven van mensen vernietigt.
Met
deze achtergrond in het hoofd kunnen we beter het evangeliegedeelte van vandaag
verstaan. Wat is dit voor een verhaal: liep Jezus echt over het water?
Matteüs
vertelt ons het verhaal over die eenzame boot op die kolkende zee. Matteüs
leefde niet in de tijd van de reality tv en ook niet van ooggetuige verslagen
voor krant en radio. Matteus schrijft zijn verhaal over het leven van Jezus pas
jaren na de dood van Jezus. Hij schrijft om de jonge kerk gemeenschap te
bemoedigen en een steun in de rug te geven. Hij gebruikt het beeld van die
eenzame boot op de kolkende zee, als het beeld van de jonge kerk. We weten niet
precies hoe het die eerste christenen is vergaan. Uit dat wat we wel weten
wordt duidelijk dat we het ons niet te ideaal moeten voorstellen. Na de dood
van Jezus was er angst gekomen, twijfel en onzekerheid. Jezus had wel beloofd
dat Hij met hen zou blijven, met hen mee zou trekken, hen zou helpen. Maar zo
duidelijk was dat ook niet. De heidense omgeving waarin ze leefden, lachte hen
uit, dreven de spot met hen om hun vredelievendheid en vergevingsgezindheid,
het delen en opkomen voor de zwakken. De grote wereld kiest liever voor het
recht van de sterkste. Door de joodse samenleving werden ze steeds meer
afgeschreven als ontrouw aan het ware geloof. Door al die dreiging van binnen
en van buiten vroegen ze zich af of ze wel op de ware weg waren als volgelingen
van Jezus.
Voor
gemeenschappen in zulke benarde situaties vertelt Matteüs over de
gebeurtenissen uit het leven van Jezus. Verhalen van hoop voor bedreigde en
bange mensen.
Zoals
die bange leerlingen in de kleine boot op het stormende meer. Hun angst wordt
nog groter als zij plotseling die verschijning zien, en spook denken ze. Wat
zou het anders moeten zijn. Tot Jezus hen toeroept: houdt goede moed, wees niet
bang: ik ben het.
De
reactie van Petrus is prachtig, helemaal opgelucht omdat het Jezus is, vergeet
hij alles wat er om hem heen gebeurt, stapt over boord en gaat naar Jezus toe.
Als hij merkt dat hij op de kolkende golven staat, houdt zijn geloof het niet,
de angst slaat toe en hij kan niets anders roepen dan: Heer, redt mij,
Dan
is er de reddende hand.
Een
verhaal van hoop voor bedreigde en bange mensen. Ook voor ons? Ook voor ons!
Maar hoe dan?
Ik
denk niet in de zin van: stil maar wacht maar…dat wil er bij mij niet in. Het
evangelie is geen zoethoudertje!
Het
is een verhaal van hoop voor mensen die het gevoel hebben dat zij kopje onder
gaan in de zorgen en vragen van het leven, een verhaal van hoop voor hen die
bedreigd worden door angst en onzekerheid, door ziekte en dood. Het evangelie
is een blijde boodschap, goed nieuws voor allen geen stem, geen plek hebben,
gemeden worden en geen kansen krijgen. Het is een bemoedigend woord voor hen
die zich bedreigd voelen door het geweld, oorlogen en rampen en zich angstig
afvragen waar het naar toe moet met
onze wereld. Bemoedigend ook voor hen die zich zorgen maken om het schip van de
kerk, dat nog steeds lijkt op te tornen tegen de storm.
Maar
over alle angstgolven heen klinkt de stem van de Heer; Wees niet bang ik ben
het! Hij reikt ons zijn hand toe.
Hij
nodigt ons uit om als Petrus over het water te gaan en de golven van dreiging
met voeten te treden. En we kunnen daarbij denken aan alles wat mensen van
elkaar scheidt. We kunnen niet alle dreiging en gevaar wegnemen, maar laat het
in ieder geval zo zijn, dat waar wij komen en mensen ontmoeten we elkaar in
goedheid en openheid tegemoet treden, dat we hoop en liefde zaaien, geen angst
geen verdeeldheid. Laten we ook steeds kritisch kijken naar ons zelf
of
we niet zelf aanleiding zijn voor verwijdering, voor onbegrip. Mensen pijn doen
door een afkeurend woord. Geen oog, geen hart hebben voor elkaar.
Op
het station hing een poster, met grote letters stond er op Jezus redt!
Er
was iemand langs gekomen, kennelijk met twijfels aan de leus en met een rood
viltstift was er iets toegevoegd en de wachtende op het perron konden nu lezen:
Jezus redt het niet! Maar het was niet
de enige die via de poster reageerde.
De
volgende morgen zagen de reizigers dat er nieuw woord was bij geschreven, het
woord: alleen. Jezus redt het niet alleen!
Het
evangelieverhaal van vandaag is een verhaal vol hoop ons mensen, tegelijkertijd
ook een uitnodiging om in het spoor van Jezus die hoop zichtbaar te maken waar
wij kunnen. Jezus is ons nabij en red ons, daar twijfel ik niet aan maar hij
nodigt graag mensen van vlees en bloed uit om te laten zien dat Hij ons helpt.