Brood voor onderweg

© Wil Harms, Heerlen 2003



Wanneer we op weg gaan hebben we bagage bij ons.

Vaak komen we tot de ontdekking dat we veel te veel meesjouwen.

Maar de zwaarste bagage is wat we aan zorgen meesleuren, die kunnen we zo moeilijk achterlaten: het overgeven aan het vrij zijn, het loskomen van allerlei beslommeringen. Toch willen we zo snel mogelijk verder gaan, weg van ons veilig thuis naar onbekende oorden, liefst zo ver als mogelijk is, dat doel hebben we ons gesteld. Tijd om te rusten nemen we niet, totdat alles voor onze ogen zwart wordt, overmand door lichamelijke vermoeidheid, zo erg dat we niet meer verder kunnen.

Wat kan stilte dan weldadig zijn: het ruisen van de bomen, het fluiten van de vogels, dan komen we tot volheid van leven, onze zintuigen ontwaken ahw uit de verdoving van het jachtige leven. We leren weer luisteren naar onze inwendige stem. Is dat misschien komen tot bidden? Een antwoord geven aan ons geweten, doe het liever zo en niet zo. Geeft dat een nieuw perspectief?

We zien hier een overeenkomst met wat de profeet Elia in de eerste lezing overkwam: hij wilde, hij kon niet meer verder. Eigenlijk was hij op de vlucht, hij was zijn leven niet meer zeker en zocht rust en bescherming onder de bremstruik. Het was voor hem genoeg geweest. Hij verlangde naar de dood. Ook nu nog zijn er mensen die geen moed meer hebben om verder te leven. Zij zijn verstrikt geraakt in de zorgen van nu en angst voor de toekomst, als het ware op de vlucht voor zichzelf.

Elia, daar onder de bremstruik, viel van vermoeidheid in een diepe slaap. Het zou hem goed doen en in die tijd werd er ook nog voor hem gezorgd; een engel, een ander, kwam hem te hulp; er was een ander die zorg voor hem had. Tot twee keer toe werd hem gezegd te eten van het brood en te drinken van het water. Daardoor kreeg hij weer kracht en moed om verder te gaan op zijn levensweg naar de hoge berg de Horeb, de berg waar hij eerst zo tegenop zag.

Wat kunnen medemensen veel betekenen. De mens in nood bij de hand nemen, hem van het nodige voorzien, versterken met het dagelijks brood waarvoor wij ook bidden in het Onze Vader; het is niet het aangereikte brood dat het doet, maar de zorg, het omzien van die ene mens naar de ander, het gezien worden. Dát geeft kracht om verder te gaan, niet één keer, niet twee keer maar heel wat keren meer moet die zorg gegeven worden, zodat er weer vertrouwen is in de toekomst, zodat de weg –onze levensweg- weer begaanbaar wordt.

De mens is echter meer dan het lichaam dat uitgeput kan raken, wanneer de geest het ook niet meer verwerken kan, dan is er meer nodig dan dat stuk brood.

We lezen bij Johannes hoe begaan Jezus was met de héle mens. Hoe hij daar die menigte voor zich zag van vermoeide en hongerige mensen, die Hem gevolgd waren om naar Hem te luisteren. Vorige week zagen we dat Jezus zorgde dat ieder brood kreeg naar behoeften. Jezus geeft de mensen zelfvertrouwen: je kunt het, loop maar, zie maar, en blijf steeds op mij vertrouwen. We hoorden deze morgen Jezus zeggen: Ik ben het levende brood dat uit de hemel is neergedaald. Wie van dat brood eet, zal leven in eeuwigheid. Zo ontstaat er gemeenschap, een gemeenschap van mensen die zorg hebben voor elkaar, die elkaar nodig hebben. Door dat onder ons levende Brood in de eucharistie worden we gevoed en blijven we in onderlinge verbondenheid met Jezus één, waarvoor wij bidden in het Onze Vader: uw rijk kome.

Door het ontvangen van dit Heilig Brood zijn we verbonden met alle mensen over de hele wereld, ver weg en dicht bij, de mensen in deze stad, in deze wijk, hier in de Andreas. Zo kunnen we samen bidden, dat het leven weer draagbaar wordt zonder overtollige bagage van schuldgevoelens en andere dingen die ons onderdrukken. Ook daarbij helpen ons de woorden die Jezus ons liet bidden: vergeef ons onze schuld zoals ook wij aan anderen hun schuld vergeven en leid ons niet in bekoring maar verlos ons van het kwaad.

We kunnen dan ook de woorden van de dichter bidden:

"o leidt mijn blindheid bij de hand
leid mij naar het beloofde land.

Gij geeft aan mij wu liefde groot
uzelf in dit gebroken brood.

                                                                                                                                 Amen.