Ik ben weer terug van vakantie,
zoals waarschijnlijk verschillenden onder u. Het is goed om elkaar weer terug
te zien. Ik heb even mogen genieten van mijn geboortestreek, de Achterhoek, van
stilte, van pure natuur, van helder stromende beekjes, van zuivere lucht, van
de reuk van vers gemaaid gras en van hooi, van rustig grazende koeien, maar ook
van reeën en herten die zich buiten hun schuilplaatsen waagden. In een lokaal
blad schreef iemand onder de rubriek lezers
pakken de pen over Moeder Aarde: “De natuur leert ons en geeft ons veel uit
haar onuitputtelijke schatkamer. Zodra een dier of mens op de wereld komt, is
het eerste wat hij doet: de lucht inademen, want ieder levend wezen heeft zuurstof
nodig. Het tweede wat een plant, mens of dier nodig heeft is water, helder
water. Deze twee elementen zijn van levensbelang, water en lucht”. “Maar”, zo
gaat diezelfde lezer verder, “onze Moeder Aarde wordt snel vergiftigd: het
klimaat verandert door ons afval, door chemische ontwikkelingen, door de
mentaliteit van de niet nadenkende mens.”
Dit schreef de schrijver van
de ingezonden brief. En
hier ben ik - zo dacht ik toen ik mij in de afgelopen dagen voorbereidde op deze
overweging - hier ben ik misschien wel bij de kern van het evangelie van
vandaag. Het is bekend, dat mensen in miljoenensteden als Tokio en Mexico City
grote delen van het jaar leven en werken met een mondlapje voor, om de lucht
die zij inademen, te zuiveren van schadelijke stoffen. Het was deze week in het nieuws: Peking
in China maakt zich klaar voor de Olympische spelen in
2008, maar deskundigen vragen zich nu al af, of bepaalde onderdelen van sport, zoals
het wielrennen, daar wel zullen kunnen plaats vinden; omdat de lucht te vervuild
is. En - om wat dichter bij huis te blijven - wij weten dat ook langs onze
grote snelwegen de hoeveelheid uitlaatgassen de grenzen van het toelaatbare ver
overschrijden.
Ja, de
kern van het evangelie lijkt te zijn: wees goede beheerders van de aarde die ik
jullie toevertrouw, wees niet uit op korte termijn gewin, zorg voor beurzen die
niet verslijten, houd je lendenen omgord en je lampen brandend
Wees
waakzaam, zegt Jezus, hou je oog gericht op verre
horizonten, op de criteria van het koninkrijk Gods en laat je niet meesleuren
door wat deze wereld zo belangrijk acht.
Maar
wat doen wij mensen? Zijn wij echt wel de
goede rentmeesters van de aarde, die ons is toevertrouwd? Of beschamen wij
misschien dat geschonken vertrouwen? En hollen wij maar door, zonder na te
denken, of de wereld, die wij aan onze kinderen en kleinkinderen nalaten,
straks nog wel leefbaar zal zijn?
Wij mensen zijn geroepen om de goede keuzes te maken, om
ons te richten op toekomst, om zorgvuldig en eerbiedig met de schepping om te gaan. Wij zijn
geroepen om ons in te leven in de criteria, die in
Gods Koninkrijk gelden, en ons die criteria eigen te maken en te beleven midden
in de wereld, waarin wij leven, als het moet tegen de grote massa in.
Wij zijn geroepen om alert te zijn, om ons te bevrijden
uit - wat Dorothee Solle noemt - de agressieve
mensonwaardige consumptiecultuur. Wij zijn geroepen om - zoals het evangelie
zegt - voor ‘die onuitputtelijke schat in de hemel te gaan, waar geen dief bij
kan komen en die geen mot kan aantasten’.
Mensen die zo’n keuze niet
maken, die - zonder na te denken - meegaan in die agressieve consumptiecultuur, betalen een prijs: zij zijn
- tot hun eigen nadeel - constant gefocust
op halen, hebben en houden; en het maakt hen niet gelukkig. Maar zij die wel de
keuze maken voor een leefbare toekomst, ondervinden voldoening en vreugde; ze
genieten met volle teugen van het leven in een mooie wereld.
Het duits
kent naast het woord 'Heimweh' het woord 'Fernweh'; het nederlands heeft hier
geen woord voor. Terwijl heimwee gericht is op het verleden, op wat achter ons
ligt, is 'Fernweh' gericht op
de toekomst, op wat nog niet is maar wel mogelijk is. Het wordt gedragen door
een onuitputtelijk en onstilbaar verlangen naar wat menselijkerwijs gesproken soms
zo ver weg lijkt: een mooie wereld waar volop te leven is voor iedereen. Dit is
geen onvervulbare utopie; het is mogelijk voor hen die geloven; die zich laten
bewegen door Gods criteria en door Gods verwachtingen van de mens.
Ik kom nog eens terug op het begin van mijn overweging.
Genieten van de natuur, van de stilte,
van de zuivere lucht, er is niet zoveel
voor nodig; het is binnen ieders bereik.