Rakelings
nabij! Dit staat de komende weken met koeienletters voor onze ogen. Het is het
wachtwoord dat de liturgie werkgroep van de parochie gekozen heeft voor deze
adventstijd. We zongen in het openingslied ook van ‘rakelings nabij’! Waar is
Hij dan? Waar is Hij te zien? Je moet alert zijn. Je moet je ogen open houden
om Hem te zien, om de signalen op te pakken
Maar, niet iedereen is waakzaam; u hoorde het in het evangelie, de een
is waakzaam, de ander niet. (Ook de
eerste lezing gaat over twee mensen, van wie de een het ziet, de ander blind
is). In de verwarring en het rumoer van de wereld rondom ons is Hij bijna niet
te horen, bijna niet te zien. En toch! Rakelings nabij is Hij voor die wil
zien. Daarom laten wij het woord staan tegen de achterwand, vier weken lang,
totdat het op ons netvlies brandt. En wij zullen het lied zingen, vier weken
lang, totdat de melodie niet meer weg wil uit ons hoofd en wij er s’nachts van
dromen
Er
was iemand, die van Hem droomde, die een visioen had van God rakelings nabij
aan mensen, van mensen die Hem rakelings nabij komen op zijn hoogste berg. In
de komende zondagen komt hij aan het woord, de profeet Jesaia, met een nieuw
visioen: Het visioen van mensen die hun zwaarden omsmeden tot ploegscharen, hun
speren tot sikkels; geen oorlog meer, geen oorlogstaal meer; niet in het groot;
niet in het klein.
Het
lijkt wel van een andere planeet, dat visioen van de profeet, onwezenlijk, een
utopie. De realiteit van vandaag is zo anders. De wereld lijkt een en al agressie.
Er zijn in ons land in korte tijd mensen gedood vanwege hun meningsuiting. Er
staan anderen op de lijst om gedood te worden. Er zijn er die bewaking nodig
hebben, die elke nacht op een andere plek moeten slapen. De stemming is
grimmig, en uit zich in harde taal, in onverdraagzaamheid, in vernieling van
gebouwen. Veel mensen zijn bang en verwachten aanvallen van terroristen; er
dreigen onherstelbare scheidslijnen tussen godsdiensten.
Al
weken lang zijn die gebeurtenissen hoofdnieuws in krant en op TV Journalisten
rollen over elkaar heen om boegbeelden van beide kanten aan tafel te krijgen in
gesprek met elkaar, om hen gewaagde uitspraken te ontlokken. Gevolgd door
krasse woorden van onze volksvertegenwoordigers Gevolgd door sussende woorden
van de president. Beschouwingen van geleerde mensen over hoe het toch allemaal
is kunnen komen.in onze zo bezongen tolerante samenleving, en in welke richting
naar een oplossing moet worden gezocht. Beschouwingen over die krasse
uitspraken en over die sussende woorden. Er wordt constant met de
beschuldigende vinger naar anderen verwezen, waar de oplossing vandaan moet
komen. Iedereen zit op de rechterstoel, lijkt het; ieder ander in het
beklaagdenbankje.
Ja,
mooi om in deze tijd aan te komen zetten met dat visioen van de profeet: over
de hemel op aarde, over die vredige samenleving; het visioen, dat spreekt over
harmonie, over ‘nooit geen oorlog meer’
Het lijkt inderdaad van een andere planeet te komen. Ik hoor waarschuwende
stemmen: “Wees nuchter, wees realistisch! Gebruik je verstand toch! Je ziet het
om je heen! Je hoort het!”
En
toch! Ik wil blijven geloven dat het visioen mogelijk is en binnen handbereik.
Ik wil hier het verhaal vertellen van Paus Johannes 23, dat op mij ooit diepe
indruk heeft gemaakt. Toen hij paus werd in 1958, was de wereld tot op het bot
verdeeld in Oost-West; hoogtepunt van de koude oorlog. Twee grootmachten
stonden tot de tanden bewapend tegenover elkaar.en er zijn heel wat momenten
geweest dat de wereld de adem inhield Zou de trekker overgehaald worden? En wat is het eerste wat de nieuw gekozen
paus doet? Hij nodigt de dochter en de schoonzoon van de Russische president
Chroetschov uit, voor een gesprek van mens tot mens Hij ziet hen in de ogen en
praat met hen. Geen gespierde taal, geen geheime agenda, geen wapens, maar een
eerlijk gesprek van mens tot mens. En
de inhoud van dit gesprek verliep ongeveer als volgt: Jullie communisten hebben
een ideaal, en wij christenen hebben een ideaal. Jullie beloven een betere
wereld, waar mensen gelukkig zullen zijn. Wij hebben het ook over een betere
wereld, waar mensen gelukkig zullen zijn. Jullie noemen het paradijs of zoiets,
wij noemen het: rijk Gods. Zouden we
niet de agenda’s naast elkaar moeten leggen en proberen er samen iets van te
maken? En niet meer tegenover elkaar blijven staan; niet meer denken in termen
van oostblok en westblok; niet meer spreken van jullie communisten en wij
christenen? Zouden we niet samen optrekken en samen werken aan een mooiere
wereld voor alle mensen? We zijn toch allemaal mensen van goede wil? De nieuwe paus nodigde de vijand uit, hij
reikte de hand. En daar is het begonnen, bij die ene persoon, die durfde
geloven in de innerlijke goedheid van elke mens.
Vandaag
ervaren wij een zelfde situatie: een koude grimmige stemming. Er is echter maar
een oplossing, de oplossing van paus Johannes 23: stop met die heilloze
verdachtmaking, stop met haat zaaien, stop met rechter spelen, trek je
beschuldigende vinger terug en durf te geloven in de goede wil en in de innerlijke
goedheid van de ander.
Zou
dat niet de waakzaamheid zijn, waarop de evangelist Matheus doelt, open staan
voor de signalen van Gods nabijheid? (Echte rijkdom kun je immers niet stelen,
want die ligt in je hart, in respect voor andere mensen, in zorg voor wie
nodig) God is ons rakelings nabij!