1ste Zondag van de Advent

© Geert Bles, Heerlen 2004



Rakelings nabij! Dit staat de komende weken met koeienletters voor onze ogen. Het is het wachtwoord dat de liturgie werkgroep van de parochie gekozen heeft voor deze adventstijd. We zongen in het openingslied ook van ‘rakelings nabij’! Waar is Hij dan? Waar is Hij te zien? Je moet alert zijn. Je moet je ogen open houden om Hem te zien, om de signalen op te pakken  Maar, niet iedereen is waakzaam; u hoorde het in het evangelie, de een is waakzaam, de ander niet.  (Ook de eerste lezing gaat over twee mensen, van wie de een het ziet, de ander blind is). In de verwarring en het rumoer van de wereld rondom ons is Hij bijna niet te horen, bijna niet te zien. En toch! Rakelings nabij is Hij voor die wil zien. Daarom laten wij het woord staan tegen de achterwand, vier weken lang, totdat het op ons netvlies brandt. En wij zullen het lied zingen, vier weken lang, totdat de melodie niet meer weg wil uit ons hoofd en wij er s’nachts van dromen

 

Er was iemand, die van Hem droomde, die een visioen had van God rakelings nabij aan mensen, van mensen die Hem rakelings nabij komen op zijn hoogste berg. In de komende zondagen komt hij aan het woord, de profeet Jesaia, met een nieuw visioen: Het visioen van mensen die hun zwaarden omsmeden tot ploegscharen, hun speren tot sikkels; geen oorlog meer, geen oorlogstaal meer; niet in het groot; niet in het klein.

 

Het lijkt wel van een andere planeet, dat visioen van de profeet, onwezenlijk, een utopie. De realiteit van vandaag is zo anders. De wereld lijkt een en al agressie. Er zijn in ons land in korte tijd mensen gedood vanwege hun meningsuiting. Er staan anderen op de lijst om gedood te worden. Er zijn er die bewaking nodig hebben, die elke nacht op een andere plek moeten slapen. De stemming is grimmig, en uit zich in harde taal, in onverdraagzaamheid, in vernieling van gebouwen. Veel mensen zijn bang en verwachten aanvallen van terroristen; er dreigen onherstelbare scheidslijnen tussen godsdiensten.

 

Al weken lang zijn die gebeurtenissen hoofdnieuws in krant en op TV Journalisten rollen over elkaar heen om boegbeelden van beide kanten aan tafel te krijgen in gesprek met elkaar, om hen gewaagde uitspraken te ontlokken. Gevolgd door krasse woorden van onze volksvertegenwoordigers Gevolgd door sussende woorden van de president. Beschouwingen van geleerde mensen over hoe het toch allemaal is kunnen komen.in onze zo bezongen tolerante samenleving, en in welke richting naar een oplossing moet worden gezocht. Beschouwingen over die krasse uitspraken en over die sussende woorden. Er wordt constant met de beschuldigende vinger naar anderen verwezen, waar de oplossing vandaan moet komen. Iedereen zit op de rechterstoel, lijkt het; ieder ander in het beklaagdenbankje.

 

Ja, mooi om in deze tijd aan te komen zetten met dat visioen van de profeet: over de hemel op aarde, over die vredige samenleving; het visioen, dat spreekt over harmonie, over ‘nooit geen oorlog meer’  Het lijkt inderdaad van een andere planeet te komen. Ik hoor waarschuwende stemmen: “Wees nuchter, wees realistisch! Gebruik je verstand toch! Je ziet het om je heen! Je hoort het!”

 

En toch! Ik wil blijven geloven dat het visioen mogelijk is en binnen handbereik. Ik wil hier het verhaal vertellen van Paus Johannes 23, dat op mij ooit diepe indruk heeft gemaakt. Toen hij paus werd in 1958, was de wereld tot op het bot verdeeld in Oost-West; hoogtepunt van de koude oorlog. Twee grootmachten stonden tot de tanden bewapend tegenover elkaar.en er zijn heel wat momenten geweest dat de wereld de adem inhield Zou de trekker overgehaald worden?  En wat is het eerste wat de nieuw gekozen paus doet? Hij nodigt de dochter en de schoonzoon van de Russische president Chroetschov uit, voor een gesprek van mens tot mens Hij ziet hen in de ogen en praat met hen. Geen gespierde taal, geen geheime agenda, geen wapens, maar een eerlijk gesprek van mens tot mens.  En de inhoud van dit gesprek verliep ongeveer als volgt: Jullie communisten hebben een ideaal, en wij christenen hebben een ideaal. Jullie beloven een betere wereld, waar mensen gelukkig zullen zijn. Wij hebben het ook over een betere wereld, waar mensen gelukkig zullen zijn. Jullie noemen het paradijs of zoiets, wij noemen het: rijk Gods.  Zouden we niet de agenda’s naast elkaar moeten leggen en proberen er samen iets van te maken? En niet meer tegenover elkaar blijven staan; niet meer denken in termen van oostblok en westblok; niet meer spreken van jullie communisten en wij christenen? Zouden we niet samen optrekken en samen werken aan een mooiere wereld voor alle mensen? We zijn toch allemaal mensen van goede wil?  De nieuwe paus nodigde de vijand uit, hij reikte de hand. En daar is het begonnen, bij die ene persoon, die durfde geloven in de innerlijke goedheid van elke mens.

 

Vandaag ervaren wij een zelfde situatie: een koude grimmige stemming. Er is echter maar een oplossing, de oplossing van paus Johannes 23: stop met die heilloze verdachtmaking, stop met haat zaaien, stop met rechter spelen, trek je beschuldigende vinger terug en durf te geloven in de goede wil en in de innerlijke goedheid van de ander.

 

Zou dat niet de waakzaamheid zijn, waarop de evangelist Matheus doelt, open staan voor de signalen van Gods nabijheid? (Echte rijkdom kun je immers niet stelen, want die ligt in je hart, in respect voor andere mensen, in zorg voor wie nodig) God is ons rakelings nabij!