Wees Waakzaam

© Nan Paffen, Heerlen 2008



‘Wees dus waakzaam, want je weet niet wanneer de Heer des Huizes thuiskomt…’

Wachten en waakzaam blijven, dat is moeilijk. Het gebeurt je zomaar dat je aandacht verslapt.

Het is als met de post. Je verwacht een pakje en blijft ervoor thuis. De hele tijd ben je gespitst op de bel. Dan loop je even naar de zolder, naar de tuin, even naar je buurvrouw en er ligt al een briefje in de brievenbus. ‘helaas troffen wij u niet thuis; u kunt uw poststuk morgen afhalen bij het postkantoor..’.

Dan ben je echt teleurgesteld. Je had je zo voorgenomen om goed op te letten, je wilde zo graag dat pakje vandaag al hebben. En toch ontsnapt het je.

Zo’n soort beeld laat de evangelist Jezus vandaag ook gebruiken. “Wees op uw hoede en wees waakzaam, want je weet niet wanneer het ogenblik daar is. Maar dan lijkt het of Jezus bang is dat zijn toehoorders hem niet begrijpen of dat zij hem verkeerd begrijpen. Want Hij wil niet dat zij nu gewoon maar gaan zitten wachten, doelloos afwachten. Naar de deur zitten kijken… Dat is niet zijn bedoeling. Er moet nog iets gebeuren…

Daarom legt hij zijn zin uit met een voorbeeld. Het is als met een man die naar het buitenland gaat. Voor hij weggaat draagt hij aan zijn dienaars het beheer van het huis over, ieder met zijn eigen taak. Ieder moet dus aan de slag. Met zijn eigen taak. Wat dat is zegt Jezus niet. Dat doet er blijkbaar niet zoveel toe. Alles is even belangrijk, als je maar aan de slag gaat. Want in het huis (zeg maar: de wereld) is genoeg te doen.

Maar wat voor huis is dat dan, waarover de Heer ons het beheer heeft overgedragen?

Zijn huis is een huis vol vrede en vreugde, een huis waarin mensen kunnen en willen leven zonder angst, zonder minderwaardigheidsgevoel, zonder minachting voor anderen. Dat is een huis vol warmte en hartelijkheid en veiligheid. Een huis waar je zelf thuis bent en waar we thuis zijn voor elkaar. Een huis ook waar je tevreden bent met wat je hebt en met wie je bent. Een huis waar je je eigen talenten mag ontplooien en genieten van de talenten van anderen. Over dit huis gaf de Heer ons het beheer. Op dit huis (zeg maar: de wereld) moet wij passen. Door te werken aan onze eigen taak…

 

Als ik dat nu doortrek naar onze eigen kleine wereld nu: de buurt, de wijk. Dan zie ik dat ook in onze wijk heel veel verschillende mensen wonen, mannen en vrouwen, jongens en meisjes, zieken en gezonden, arm en rijk, met en zonder partner, hoogopgeleid of met gouden handen, druk bezet of eenzaam. En in die grote verscheidenheid zitten evenzoveel verschillende talenten, mogelijkheden, ideeën en initiatieven. Dat willen we koesteren. En dat kan alleen als we attent blijven, als we waakzaam zijn en al deze talenten en mogelijkheden een kans geven. En dat kan alleen als we waakzaam zijn en al die mogelijkheden inzetten om dat huis veilig, warm en hartelijk te houden. En dat kan alleen als we waakzaam zijn dat er geen mensen verloren raken of buitengesloten worden, dat mensen zich niet meer thuis voelen.

Een voorbeeld: ik zag laatst dat bij de supermarkt, waar men zegels kreeg voor een kerstpakket, een man aan mensen hun spaarzegels vroeg. Zo spaarde hij ruim 20 pakketten bij elkaar voor mensen die dat extraatje heel goed kunnen gebruiken. Dat is waakzaam zijn; dat is ‘op het huis passen’.

Een ander voorbeeld: Jan stond met pech langs de snelweg. Een ander reed aan de andere kant van de weg langs, zag het in een ooghoek en ging bij eerstvolgende afslag van de autoweg af, en reed terug om te kijken of hij Jan kon helpen. Deze man is waakzaam; zo mogen wij ‘op het huis’ passen.

 

Heeft dit alles ook iets te maken met die spreuk die hier nu achter tegen de wand hangt: “Ranken aan de wijnstok”? Ik denk dat het er alles mee te maken heeft. De wijnstok als symbool voor Jezus, met wie alle mensen als ranken verbonden willen blijven; in alle verscheidenheid, maar verbonden met die ene rank, die ene Jezus van Nazareth en met zijn boodschap. Dat betekent  dat wij allen, niet alleen ieder persoonlijk maar ook als gemeenschap, constant bereid zijn ons doen en laten te toetsen aan - en af te stemmen op - Jezus van Nazareth, met andere woorden: rank aan de wijnstok willen zijn. dat betekent dat wij allen, ieder op zijn of haar eigen manier en ieder met zijn/haar eigen talenten, een krachtbron zijn voor die mooie wereld, dat rijk van God, waarop wij wachten.  

 

Gisteren hadden wij hier ‘sterretjesviering’, een viering waarin de dopelingen van 2006, begin 2007 hun doopsterretje terug kregen om het thuis een mooi plekje te geven. Ook deze dopelingen zijn ‘ranken’, heel jonge ranken aan de wijnstok, die wij willen koesteren, waarvan wij hopen dat ook zij verbonden willen blijven met die wijnstok, met die Jezus van Nazareth en dat zij, ieder op zijn of haar eigen manier, een bijdrage willen leveren aan dat huis, aan die mooie wereld om er zo samen van te kunnen genieten. Amen.