‘Wees dus waakzaam, want je weet niet wanneer de Heer des
Huizes thuiskomt…’
Wachten en waakzaam blijven, dat is moeilijk. Het gebeurt
je zomaar dat je aandacht verslapt.
Het is als met de post. Je verwacht een pakje en blijft
ervoor thuis. De hele tijd ben je gespitst op de bel. Dan loop je even naar de
zolder, naar de tuin, even naar je buurvrouw en er ligt al een briefje in de
brievenbus. ‘helaas troffen wij u niet thuis; u kunt uw poststuk morgen afhalen
bij het postkantoor..’.
Dan ben je echt teleurgesteld. Je had je zo voorgenomen
om goed op te letten, je wilde zo graag dat pakje vandaag al hebben. En toch
ontsnapt het je.
Zo’n
soort beeld laat de evangelist Jezus vandaag ook gebruiken. “Wees op uw hoede
en wees waakzaam, want je weet niet wanneer het ogenblik daar is. Maar dan
lijkt het of Jezus bang is dat zijn toehoorders hem niet begrijpen of dat zij
hem verkeerd begrijpen. Want Hij wil niet dat zij nu gewoon maar gaan zitten
wachten, doelloos afwachten. Naar de deur zitten kijken… Dat is niet zijn
bedoeling. Er moet nog iets gebeuren…
Daarom legt hij zijn zin uit met een voorbeeld. Het is
als met een man die naar het buitenland gaat. Voor hij weggaat
draagt hij aan zijn dienaars het beheer van het huis over, ieder met zijn eigen
taak. Ieder moet dus aan de slag. Met zijn eigen taak. Wat dat is zegt Jezus
niet. Dat doet er blijkbaar niet zoveel toe. Alles is even belangrijk, als je
maar aan de slag gaat. Want in het huis (zeg maar: de wereld) is genoeg te
doen.
Maar wat voor huis is dat dan, waarover de Heer ons het
beheer heeft overgedragen?
Zijn huis is een huis vol vrede en vreugde, een huis
waarin mensen kunnen en willen leven zonder angst, zonder
minderwaardigheidsgevoel, zonder minachting voor anderen. Dat is een huis vol
warmte en hartelijkheid en veiligheid. Een huis waar je zelf thuis bent en waar
we thuis zijn voor elkaar. Een huis ook waar je tevreden bent met wat je hebt
en met wie je bent. Een huis waar je je eigen
talenten mag ontplooien en genieten van de talenten van anderen. Over dit huis gaf
de Heer ons het beheer. Op dit huis (zeg maar: de wereld) moet wij passen. Door
te werken aan onze eigen taak…
Als ik dat nu doortrek naar onze eigen kleine wereld nu:
de buurt, de wijk. Dan zie ik dat ook in onze wijk heel veel verschillende
mensen wonen, mannen en vrouwen, jongens en meisjes, zieken en gezonden, arm en
rijk, met en zonder partner, hoogopgeleid of met gouden handen, druk bezet of eenzaam.
En in die grote verscheidenheid zitten evenzoveel verschillende talenten,
mogelijkheden, ideeën en initiatieven. Dat willen we koesteren. En dat kan
alleen als we attent blijven, als we waakzaam zijn en al deze talenten en
mogelijkheden een kans geven. En dat kan alleen als we waakzaam zijn en al die
mogelijkheden inzetten om dat huis veilig, warm en hartelijk te houden. En dat
kan alleen als we waakzaam zijn dat er geen mensen verloren raken of
buitengesloten worden, dat mensen zich niet meer thuis voelen.
Een voorbeeld: ik zag laatst dat bij de supermarkt, waar
men zegels kreeg voor een kerstpakket, een man aan mensen hun spaarzegels vroeg.
Zo spaarde hij ruim 20 pakketten bij elkaar voor mensen die dat extraatje heel
goed kunnen gebruiken. Dat is waakzaam zijn; dat is ‘op het huis passen’.
Een ander voorbeeld: Jan stond met pech langs de snelweg.
Een ander reed aan de andere kant van de weg langs, zag het in een ooghoek en
ging bij eerstvolgende afslag van de autoweg af, en reed terug om te kijken of
hij Jan kon helpen. Deze man is waakzaam; zo mogen wij ‘op het huis’ passen.
Heeft dit alles ook iets te maken met die spreuk die hier
nu achter tegen de wand hangt: “Ranken aan de wijnstok”? Ik denk dat het er
alles mee te maken heeft. De wijnstok als symbool voor Jezus, met wie alle
mensen als ranken verbonden willen blijven; in alle verscheidenheid, maar verbonden
met die ene rank, die ene Jezus van Nazareth en met zijn boodschap. Dat
betekent dat wij allen, niet alleen
ieder persoonlijk maar ook als gemeenschap, constant bereid zijn ons doen en
laten te toetsen aan - en af te stemmen op - Jezus van
Nazareth, met andere woorden: rank aan de wijnstok willen zijn. dat betekent
dat wij allen, ieder op zijn of haar eigen manier en ieder met zijn/haar eigen
talenten, een krachtbron zijn voor die mooie wereld, dat rijk van God, waarop
wij wachten.
Gisteren hadden wij hier ‘sterretjesviering’, een viering
waarin de dopelingen van 2006, begin 2007 hun doopsterretje terug kregen om het
thuis een mooi plekje te geven. Ook deze dopelingen zijn ‘ranken’, heel jonge
ranken aan de wijnstok, die wij willen koesteren, waarvan wij hopen dat ook zij
verbonden willen blijven met die wijnstok, met die Jezus van Nazareth en dat
zij, ieder op zijn of haar eigen manier, een bijdrage willen leveren aan dat
huis, aan die mooie wereld om er zo samen van te kunnen genieten. Amen.