Gaan-de-Weg

© Nan Paffen, Heerlen 2009



“Jullie zijn goed als jullie standvastig en onverschrokken op jullie doel afgaan. Maar jullie zijn niet slecht als jullie er hinkend op af gaan. Zelfs wie hinkt, loopt niet achteruit”. (Khalil Gibran).

 

Dit citaat raakte mij zeer, toen ik het afgelopen week tegenkwam in een nummer van Missio. En ik vond het wonderwel passen in het nieuwe jaarthema, dat dit weekend voor het eerst aan de muur hangt: GAAN-DE-WEG. De weg gaan, onze weg gaan, dat is een taak van ons allemaal. We krijgen allemaal een beperkt aantal jaren, waarin we onze weg moeten zoeken en vinden.

Soms een mooie weg, soms met hobbels en gaten; soms recht en soms krom.

Soms hebben we het gevoel dat we zelf het stuur in handen hebben, soms moeten we bijzitten en vertrouwen op wie naast ons zitten.

Soms gebeuren er ongelukken op die weg, soms zit het ons mee en hebben we de wind in de rug. Soms weten we precies waar we heen willen, soms hebben we het gevoel dat we doelloos rondjes lopen of zijn er overal wegversperringen.

Soms gaan we alleen, en soms voelen we de warmte van de mensen die met ons meegaan.

Maar altijd zijn we op weg: soms standvastig en onverschrokken, soms hinkend, zoals Khalil Gibran dat zegt.

Maar in onze spreuk op de muur staat Weg met een hoofdletter. We mogen op onze levensweg ook in de voetstappen gaan van een man, die zijn levensweg op een heel bijzondere, je mag zeggen ‘goddelijke’ manier heeft vorm gegeven. Een van wie in het evangelie gezegd wordt: Ik ben de Weg. Jezus is Zijn naam. Hij kon het opbrengen ‘standvastig en onverschrokken op zijn doel af te gaan’. Hij was de vervulling van de belofte die we bij Jeremia in de eerste lezing hoorden: dan zal ik jullie een wettelijke afstammeling schenken, die het land rechtvaardig en eerlijk bestuurd. Jezus wordt gezien als die rechtvaardige en eerlijke koning, die niet uit is op eigen macht maar op een wereld waar iedereen gelukkig mag zijn. Hij ging een Koninklijke weg. Die weg is zo Zíjn weg geworden, dat Jezus ook de Weg (met een hoofdletter) wordt genoemd. Die weg van Jezus is zo de moeite waard, dat Hij er zelfs zijn leven voor heeft gegeven.

Jezus liet zien hoe je met al die mensen die samen op weg zijn, die mooiere wereld kunt maken: om mensen die stuurloos zijn, de weg te wijzen, door aandacht te hebben voor mensen die langs de kant staan, voor mensen die niet meekunnen; om mensen die in een kuil zijn vastgelopen, een touw te reiken; door  wie alleen lopen, gezelschap te houden; door soms je eigen pas in te houden….

Door onderweg je ogen en oren open te houden en om je heen te kijken, wie met ons mee gaan …..

Door je hart open te houden en te durven vertrouwen op de goede wil van al je reisgenoten….

Door wat in het evangelie genoemd wordt, waakzaam te zijn, niet versuft te raken door de roes van dronkenschap (dwz als je zelfgenoegzaam wordt wanneer alles in het leven je komt aanwaaien) en je je niet door de zorgen van het leven laat verstikken ….

Ja, Jezus had zijn doel wel voor ogen; hij wist wel waar Hij heen wilde. En Hij liet het ons zien: standvastig en onverschrokken.

En gaandeweg mogen we er achteraan: lopend of hinkend; rechtstreeks en met omwegen.

Gaandeweg mogen wij dat ideaal volgen: standvastig en ook soms met de moed der wanhoop.

Want: “Jullie zijn goed als jullie standvastig en onverschrokken op jullie doel afgaan. Maar jullie zijn niet slecht als jullie er hinkend op af gaan. Zelfs wie hinkt, loopt niet achteruit”.

Beste mensen,

2 dingen zijn dus vandaag speciaal: de eerste kaars van de adventskrans is aangestoken; en de tekst op de muur. Advent omdat we toe willen leven – op weg willen gaan - naar Kerstmis. En dat kost tijd en voorbereiding. En 2, die tekst op de muur: gaan-de-Weg. Daar hoort nog een verhaaltje bij. Luister maar. de tsaar uit Rusland had alles wat hij maar wilde. En toch kwelden hem nog 3 vragen: Wat moet ik doen om Gods wil te volbrengen? Met wie? En wanneer?

Eerst vroeg hij zijn geleerden. Die konden hem geen goed antwoord geven.

Toen ging hij naar een boer die op zijn akker aan het ploegen was. De boer keek echter niet op naar de tsaar en ging door met zijn werk. De tsaar ergerde zich en zei: weet je wel wie ik ben? Ik ben de tsaar van Rusland. Maar de boer ploegde verder.

Plotseling kwam er een zwaargewonde man het veld op, hij wankelde en viel vlak voor de ploeg neer. De boer zei tegen de tsaar: kom en help me deze gewonde man naar mijn huis te dragen.

Dat doe ik, als je eerst mijn vragen beantwoordt. Straks, zei de boer. En samen brachten ze de man naar de boerderij.

Nu kunt u naar huis, zei de boer, want al uw vragen zijn beantwoord. U moet doen wat op uw weg komt, samen met degenen die u daar aantreft en op het moment dat het zich voor doet.

Gaan – de – weg.

Doen wat op je weg komt, samen met de mensen om je heen. Standvastig of hinkend.

Dat ga ik proberen de komende weken naar Kerstmis toe. U ook?