Elk
jaar horen wij op de eerste Zondag van de Vasten het verhaal van Jezus'
bekoring in de woestijn. Op het eerste
gezicht een wat vreemd verhaal, dat gesprek met de duivel. Maar wat is de boodschap, waar gaat het
om? Het wil stellen, dat Jezus een
tweestrijd met zichzelf heeft moeten voeren, toen Hij begon met zijn optreden
in het openbaar: doe ik, wat ik zie als mijn levenstaak, met alle
consequenties, of zie ik er van af?
Die
tweestrijd wordt beschreven. Vasten zet
je geest op scherp. Je onderscheidt
beter waar het echt om gaat in het leven; je ontdekt scherper de zin van het
leven en je eigen levensopdracht. Daar
gaat het vandaag in het evangelie over.
Hij heeft 40 dagen gevast.
Waaruit bestaat zijn tweestrijd?
Hij staat voor de keuze, ofwel de weg van God te gaan, ofwel in te gaan
op wat de duivel Hem voorspiegelt: macht, eer en succes. Hij wordt bekoord om de gemakkelijke weg te
kiezen en het kruis, dat opdoemt, te ontlopen.
Want
denk niet dat Jezus een supermens is.
Hij is mens als wij en niets menselijks is hem vreemd. Hij is bang en zweet water en bloed, als hij
ervaart, waar de trouw aan zichzelf, aan wat hij als zijn levensopdracht
ervaart, de trouw aan zijn God toe leidt.
Hij voelt het verzet van de toonaangevende kringen en kent de bekoring,
de strijd in zichzelf, om de moeilijke weg te verlaten en de ongevaarlijke kant
te kiezen. Maar hij blijft trouw. Niets, niemand slaagt erin om Hem van zijn
stuk te brengen. Hij blijft overeind en
gaat door op de weg die hij als de zijne ziet: tegen de burgerlijke en
religieuze instanties in, tegen de gangbare opinie in.
Die
trouw aan zijn keuze voor de armen en kleinen, die geen leven hebben, zal
uiteindelijk leiden tot zijn dood. In
die keuze willen wij met Hem meegaan in deze periode van het liturgisch jaar op
weg naar Pasen. Wij willen metterdaad
kiezen voor zijn weg en - zoals Hij - uitgaan naar de armen van onze tijd,
bruggen bouwen.
‘Bruggen
bouwen’ is eigenlijk niet echt een bijbels woord, maar is dat zo
verwonderlijk? In Jezus’ tijd bestonden
er waarschijnlijk geen bruggen. Maar
het begrip, wat het namelijk inhoudt, is Hem zeker niet vreemd,
integendeel. Zijn boodschap houdt in,
dat onze aandacht daadwerkelijk moet uitgaan naar mensen die in de wereld
waarin wij leven uitgesloten worden, buiten de boot vallen. En Hij verrast mensen telkens weer, door
zelf uit het geijkte patroon te stappen en af te gaan op hen die niet in tel
zijn, zoals melaatsen, gehandicapten, tollenaars, prostituees. En Hij roept verbazing op, wanneer Hij zijn
eigen geloofstraditie, zoals die wordt geleerd door de schriftgeleerden, onder
kritiek stelt. En vooral, wanneer Hij
ook andere godsdiensten serieus neemt.
Jezus
wil met zijn boodschap doorstoten naar het hart, naar de geest van de wet, naar
de diepste betekenis ervan. Hij vat het
samen door te zeggen: er is eigenlijk maar een gebod, het gebod van de liefde,
liefde tot God en liefde tot de naaste; en daartussen is er geen verschil.
Dat
bedoelt m.i. ook Mahatma Gandhi, een van de grootste en meest religieuze mensen
van de twintigste eeuw, ofschoon geen christen: “wij moeten de cirkel van onze liefde wijder maken, totdat ze het
hele dorp omarmt; het dorp op zijn beurt moet de regio omarmen; de regio de
provincie, en zo.verder, totdat het einddoel van onze liefde aan de grenzen van
de wereld komt.”
Ja,
kiezen voor die liefde, die de vervulling is van alle wetten en geboden, vergt
van ons, dat wij - in zijn spoor - bruggen bouwen. Dat is wat wij in de veertigdagentijd willen doen: toeleven,
toewerken, naar een paasgebeuren, naar opstanding van onszelf en van onze
gemeenschap. Dat impliceert dat wij -
in zijn spoor - met nadruk onze hand uitsteken naar mensen die zijn voorliefde
hebben, de armen, de slachtoffers van onrecht in onze wereld vandaag. Dat impliceert dat wij - in zijn spoor -
bondgenoten zoeken in anders gelovenden, die
- net als wij - willen werken aan een andere
wereld. Dat impliceert dat wij ons niet
opsluiten in een ivoren veilige toren, maar uit onszelf treden, anderen
tegemoet, ja bruggen bouwen. ‘Deze
wereld moet omgekeerd’, hoe dan ook!