Bruggen Bouwen

© Geert Bles, Heerlen 2005



Elk jaar horen wij op de eerste Zondag van de Vasten het verhaal van Jezus' bekoring in de woestijn.  Op het eerste gezicht een wat vreemd verhaal, dat gesprek met de duivel.  Maar wat is de boodschap, waar gaat het om?  Het wil stellen, dat Jezus een tweestrijd met zichzelf heeft moeten voeren, toen Hij begon met zijn optreden in het openbaar: doe ik, wat ik zie als mijn levenstaak, met alle consequenties, of zie ik er van af?

 

Die tweestrijd wordt beschreven.  Vasten zet je geest op scherp.  Je onderscheidt beter waar het echt om gaat in het leven; je ontdekt scherper de zin van het leven en je eigen levensopdracht.  Daar gaat het vandaag in het evangelie over.  Hij heeft 40 dagen gevast.  Waaruit bestaat zijn tweestrijd?  Hij staat voor de keuze, ofwel de weg van God te gaan, ofwel in te gaan op wat de duivel Hem voorspiegelt: macht, eer en succes.  Hij wordt bekoord om de gemakkelijke weg te kiezen en het kruis, dat opdoemt, te ontlopen.

 

Want denk niet dat Jezus een supermens is.  Hij is mens als wij en niets menselijks is hem vreemd.  Hij is bang en zweet water en bloed, als hij ervaart, waar de trouw aan zichzelf, aan wat hij als zijn levensopdracht ervaart, de trouw aan zijn God toe leidt.  Hij voelt het verzet van de toonaangevende kringen en kent de bekoring, de strijd in zichzelf, om de moeilijke weg te verlaten en de ongevaarlijke kant te kiezen.  Maar hij blijft trouw.  Niets, niemand slaagt erin om Hem van zijn stuk te brengen.  Hij blijft overeind en gaat door op de weg die hij als de zijne ziet: tegen de burgerlijke en religieuze instanties in, tegen de gangbare opinie in.

 

Die trouw aan zijn keuze voor de armen en kleinen, die geen leven hebben, zal uiteindelijk leiden tot zijn dood.  In die keuze willen wij met Hem meegaan in deze periode van het liturgisch jaar op weg naar Pasen.  Wij willen metterdaad kiezen voor zijn weg en - zoals Hij - uitgaan naar de armen van onze tijd, bruggen bouwen.

 

‘Bruggen bouwen’ is eigenlijk niet echt een bijbels woord, maar is dat zo verwonderlijk?  In Jezus’ tijd bestonden er waarschijnlijk geen bruggen.  Maar het begrip, wat het namelijk inhoudt, is Hem zeker niet vreemd, integendeel.  Zijn boodschap houdt in, dat onze aandacht daadwerkelijk moet uitgaan naar mensen die in de wereld waarin wij leven uitgesloten worden, buiten de boot vallen.  En Hij verrast mensen telkens weer, door zelf uit het geijkte patroon te stappen en af te gaan op hen die niet in tel zijn, zoals melaatsen, gehandicapten, tollenaars, prostituees.  En Hij roept verbazing op, wanneer Hij zijn eigen geloofstraditie, zoals die wordt geleerd door de schriftgeleerden, onder kritiek stelt.  En vooral, wanneer Hij ook andere godsdiensten serieus neemt.

 

Jezus wil met zijn boodschap doorstoten naar het hart, naar de geest van de wet, naar de diepste betekenis ervan.  Hij vat het samen door te zeggen: er is eigenlijk maar een gebod, het gebod van de liefde, liefde tot God en liefde tot de naaste; en daartussen is er geen verschil.

Dat bedoelt m.i. ook Mahatma Gandhi, een van de grootste en meest religieuze mensen van de twintigste eeuw, ofschoon geen christen:  “wij moeten de cirkel van onze liefde wijder maken, totdat ze het hele dorp omarmt; het dorp op zijn beurt moet de regio omarmen; de regio de provincie, en zo.verder, totdat het einddoel van onze liefde aan de grenzen van de wereld komt.”

 

Ja, kiezen voor die liefde, die de vervulling is van alle wetten en geboden, vergt van ons, dat wij - in zijn spoor - bruggen bouwen.  Dat is wat wij in de veertigdagentijd willen doen: toeleven, toewerken, naar een paasgebeuren, naar opstanding van onszelf en van onze gemeenschap.  Dat impliceert dat wij - in zijn spoor - met nadruk onze hand uitsteken naar mensen die zijn voorliefde hebben, de armen, de slachtoffers van onrecht in onze wereld vandaag.  Dat impliceert dat wij - in zijn spoor - bondgenoten zoeken in anders gelovenden, die

 - net als wij - willen werken aan een andere wereld.  Dat impliceert dat wij ons niet opsluiten in een ivoren veilige toren, maar uit onszelf treden, anderen tegemoet, ja bruggen bouwen.  ‘Deze wereld moet omgekeerd’, hoe dan ook!