Een nieuw begin

© Nan Paffen, Heerlen 2006



Een nieuw begin, daarover gaan de lezingen vandaag.

De eerste lezing visualiseert dat nieuw begin: een regenboog als teken van Gods verbond met de mensen. Een symbool voor hoop, voor altijd opnieuw mogen beginnen.

De evangelist Marcus laat Jezus vandaag zijn ‘levensmotto’ aankondigen: bekeert u, het rijk van God is op handen.  Of in onze woorden: ‘mensen let op, er zit iets nieuws aan te komen. Een nieuwe wereld zit eraan te komen. Maak er in je hart en in je leven plaats voor!’

Zo wil God ons mensen nabij zijn.

Hierover willen we na de 1e lezing even verder denken.

 

 ‘Ik ben een mens in de 20e eeuw, vol twijfel op zoek naar de hand die mij leidt.

Maar U hebt gezegd: ik zal met u zijn, van nu tot in alle eeuwigheid.

Dat zongen we net in het laatste couplet van ons openingslied.

‘Ik zal met u zijn, van nu tot in alle eeuwigheid’, dat is ook de betekenis van de regenboog, zoals we net in de lezing hoorden.

Maar is dat niet erg boud beweerd? Kunnen we dat wel zo gemakkelijk nazeggen als we kijken naar de wereld om ons heen, met zijn natuurrampen, zijn ziektes en ander leed dat mensen overkomt? En dan heb ik het nog niet over het leed dat mensen elkaar aandoen, door ruzie en geweld, door oneerlijke verdeling van rijkdom of door slecht omgaan met de natuur.

Hoe ver staat die uitspraak: ‘ik zal met u zijn’ vaak af van de realiteit van onze ervaringen?

Hoe komt zo’n verhaal over een vernietigende God in de bijbel?

Het zondvloedverhaal probeert een verwoestend natuurverschijnsel te duiden. Voor mensen die geloofden in een almachtige, goede en beschermende God, was zoiets niet te vatten. Een goede God kan dit toch niet toelaten? Een almachtige God had dit toch kunnen voorkomen? Dan blijft er maar één antwoord over: het ligt aan onszelf. En zo begint het zondvloedverhaal met de constatering dat de mensen slecht waren geworden. En eindigt het verhaal met een regenboog, een verbond tussen God en de mensen. Ook al zag God, om zo te zeggen, dat de mensen niet veranderd waren, dat mensen hun vrije wil hielden en dus konden kiezen tussen goed én kwaad, de regenboog is Gods garantie dat mensen altijd opnieuw mogen beginnen.

 

En al pratend over de regenboog als symbool van hoop, van nieuwe begin kwamen vele voorbeelden naar voren, verhalen waarin vonkjes hoop, spatjes regenboog, momenten van dat Rijk Gods zichtbaar worden.

Bijvoorbeeld. Vlak voor de carnaval moest een gezin met drie kinderen terug naar Servië. Enkele ouders van de school in Landgraaf, waarop de kinderen zaten, haalden geld op om hen mee te geven en een schoenwinkel in Kerkrade liet spontaan alle drie de kinderen een paar nieuwe schoenen uitzoeken, zomaar voor niks. (en de middelste, die echt niet kon kiezen, mocht zelfs 2 paar meenemen)

Een vrouw uit het AZC moest plotseling in het ziekenhuis worden opgenomen, en haar kleine kindje werd direct voor enkele dagen opgenomen in een gezin, dat zich spontaan aanbood.

Zomaar twee ervaringen van de afgelopen twee weken, en waarschijnlijk kunt u ze zo aanvullen. Het zijn ook ervaringen van ongebaande wegen, van spontaan handelen, van doen wat je hart je ingeeft. Het waren in elk geval voor dat gezin uit Servië en voor die vrouw uit het AZC tekenen van hoop, tekenen van een God, die met ons is in mensen om ons heen. Voor hen scheen even de zon door de donkere buien heen.

Dat is ook het motto van Jezus, zoals we dat zo meteen in het evangelie horen: ‘mensen let op, er zit iets nieuws aan te komen. Een nieuwe wereld zit eraan te komen. Maak er in je hart en in je leven plaats voor!’ met Jezus komt een nieuw begin voor mensen, omdat Hij nieuwe wegen baande’, omdat Jezus deed en voorleefde wat in Zijn tijd ongekend en zelfs ongehoord was: omgaan met armen, met zieken en melaatsen, aan de put met buitenlanders, eten met tollenaars, kortom met hen die niet in tel waren. Zo verkondigde en leefde Jezus Gods blijde Boodschap. Zo mogen ook wij aan het begin van de 40dagentijd die boodschap naleven in onze eigen omgeving; zo mogen ook wij nieuwe wegen gaan.

Misschien kan het nieuwe ook pas beginnen als wij ongebaande wegen gaan, als wij gaan waar geen wegen gaan…..; want ook ik ben een mens in de 20e eeuw, vol twijfel op zoek naar de hand die mij leidt. En ook wij mogen geloven dat U hebt gezegd: ik zal met u zijn, van nu tot in alle eeuwigheid.

 

De tijd is vervuld en het rijk van God is op handen. Zolang we maar blijven geloven in die gratis schoenen en spontane acties.