Wie heeft de sleutels tot het Koninkrijk?

© Geert Bles, Heerlen 2008



 “Jij bent Petrus en op die rots zal ik mijn kerk bouwen. Ik zal jou de sleutels geven van het Koninkrijk der Hemelen.” Deze tekst is in de Katholieke Kerk altijd toegepast op maar een persoon, op de apostel Petrus en zijn opvolger de paus van Rome. Alsof hij alleen, en niemand anders buiten hem, de sleutel zou dragen  en de deur zou kunnen  openen naar het rijk der hemelen. Alsof hij alleen daartoe door Jezus gemachtigd  en in staat zou zijn. Volgens die oude hardnekkige exegese deelt de paus de sleutelmacht met zijn bisschoppen over heel de wereld, en zij op hun beurt met de priesters. Deze top-down structuur van de kerk werd (en wordt nog) gezien als door Jezus zo gewild.

Is het daarom te verwonderen dat onze medechristenen, de kerken uit de reformatie, die in de regel dezelfde lezingen gebruiken op de zondagen als wij katholieken, juist dit evangelieverhaal van vandaag overslaan, vanwege die enge interpretatie die de katholieke kerk eraan gaf en geeft? Zij gaan niet mee in die verschraling van de woorden van Jezus. De sleutels, zeggen zij, zijn door Hem niet bedoeld als machtsmiddel. Iedereen heeft ze in handen, iedereen die geraakt is door die Man van Nazareth, iedereen die aanvoelt wat Hem beweegt en van waaruit Hij leeft. Iedereen, die in zijn spoor gaat en die, wat Hij deed, probeert te doen in zijn/haar dag-en-dagelijks leven. Ja, iedereen, die door zijn/ haar leven het zicht opent op die mooiere wereld, die wereld van liefde, mag een sleutelfiguur heten.

 

Want ik weet niet hoe het u vergaat. Ik kom nogal eens mensen tegen op mijn pad, die op de een of andere manier mij raken. Vaak weet ik niet eens precies te verwoorden waarom. Wel ervaar ik dat er iets moois in hen is, dat een snaar in mij raakt. En wel weet ik ook dat het iets te maken heeft met pure goedheid, met liefde. Soms laat ik me tov. zo iemand spontaan ontvallen: wat ben je mooi! Zij  doen me denken aan God. Als ik probeer te denken hoe God er uit zou zien, dan helpen deze mensen mij op weg. Want zij dragen iets van God in zich en ze dragen het uit in hun leven, zonder pretenties, zonder veel woorden, heel stilletjes, heel echt, zomaar door te zijn wie ze zijn, door hun gave levenshouding, vooral hun lieve houding tov. anderen. Zij zijn voor mij sleutelfiguren, die iets zichtbaar maken van God, van het Koninkrijk van God.

 

Zou Jezus niet bij uitstek zo iemand geweest zijn, die een snaar in mensen raakte?  Die een snaar in Simon Petrus raakte?  “Wie ben Ik volgens jullie?”, vraagt Hij aan de twaalf. Dan zegt Petrus: “Jij bent de Messias, jij bent de Zoon van de levende God.” Met andere woorden: Wat jij zegt, wat jij doet, zoals jij tegenover mensen staat, dat is van een andere wereld; dat kan alleen maar van God komen.

 

Wat heeft  dit evangelie van vandaag aan ons christenen te zeggen, aan ons mensen van de Andreasparochie?  Wij proberen als gemeenschap constant te sleutelen aan een andere wereld, aan onze wereld omgekeerd; wij proberen sleutelfiguren te zijn. Wij voelen dat het onze opdracht is, constant te proberen te leven zoals Jezus leefde. Maar wij ervaren ook dat kerk een kerk van mensen blijft; ook dat leren wij van de figuur van Petrus;  kerkewerk blijft mensenwerk. Petrus die vandaag een kei genoemd wordt, is  een gewone mens, soms heel zwak, soms een steen des aanstoots, een struikelblok. Luister de komende zondag naar de evangelielezing. Dan hoor je hoe Petrus de plank misslaat, en kort na het compliment van vandaag, een uitbrander krijgt. Hij is een gewone mens  van vlees en bloed, geen krachtpatser, die alles weet  en nooit twijfelt, en nooit bang of zwak is. Hoe groots het bouwwerk van de kerk soms ook mag lijken, het zijn altijd maar gewone mensen die haar opbouwen, gewone mensen die niet perfect, niet onfeilbaar zijn (dat geldt van hoog tot laag), maar mensen die met vallen en opstaan proberen in het spoor te gaan van de Man van Nazareth en het zicht op die mooiere wereld open te houden.

 

Kerkenwerk blijft mensenwerk: Want is het eigenlijk niet zo, dat wij ons het liefst invoegen in  de wereld, zoals die zich aandient, dat we er het liefst in onderduiken, ons aanpassen, niet opvallen? Het vergt moed en durf (ook Petrus heeft dat ervaren)  om tegen de stroom in te gaan, een ander geluid te laten horen, een vuist te maken, wanneer de situatie erom vraagt, wanneer mensen vandaag-de-dag  uitgesloten worden, uitgekotst worden, er niet bij mogen horen, om wat voor reden dan ook.

 

Als wij, individueel en als gemeenschap, onder de indruk raken van zijn gedrag en de moed kunnen opbrengen om in zijn voetsporen te gaan, tegen de stroom in, dan zullen ook wij sleuteldragers mogen heten tot zijn koninkrijk. Dat is wat wij als Andreasparochie willen zijn. Durven wij die uitdaging aan? Durven wij zulke sleutelfiguren te zijn, de poort open te zetten voor  mensen, die in onze wereld weggeduwd worden? Durven wij afkeuring en veroordeling van de massa te trotseren? Durven wij die prijs te betalen?  Waar staan wij? Wat doen wij?