Hoe gaan wij om met regels en voorschriften?

© Geert Bles, Heerlen 2003



Drie mensen, paus Johannes Paulus II, de door het Vaticaan bekritiseerde bevrijdingstheoloog Leonardo Boff en de Duitse waakhond van de katholieke leer, kard. Jozef  Ratzinger, komen bij de hemelpoort. Eerst gaat Boff naar binnen. Als hij na een uur weer verschijnt, vragen de andere twee: ‘En wat zei Jezus?’ ‘Het valt wel  mee’, reageert Boff, ‘een jaar vagevuur en dan mag ik de hemel in.’ Dan gaat de paus. Hij komt na drie uur teleurgesteld naar buiten: ‘ook een jaar vagevuur en dan de hemel.’  Uiteindelijk is het de beurt aan de strenge kardinaal Ratzinger. De twee buiten wachten drie, zes, zeven, acht, negen, tien uur.  Dan gaat de deur open en komt Jezus naar buiten, bezweet en vermoeid. ‘En?’  vragen de paus en Boff. Jezus antwoordt: ‘hij heeft mij tien jaar vagevuur gegeven.’

 

Als ik met deze mop begin vandaag, doe ik dat om uw aandacht te trekken voor een belangrijk thema: hoe gaan wij om met regels en voorschriften?

De twee lezingen confronteren ons met twee verschillende houdingen, lijkt het. In de eerste lezing zegt Mozes: neem de geboden van God  serieus. Je mag er niets afdoen, je mag er niets bijdoen. En dit is wat ook Jezus ons leert. In het Matteus-evangelie waarschuwt Hij: ‘Ik zeg u, eerder nog zullen hemel en aarde  vergaan dan dat een jota of haaltje vergaat uit de Wet. Wie een van die voorschriften, zelfs het geringste, opheft, en zo de mensen leert, zal de geringste geacht worden in het rijk der hemelen, maar wie ze onderhoudt en leert, zal groot geacht worden in het rijk der hemelen. Ja, Jezus is serieus, heel serieus,  wat betreft de geboden van god.

 

Hoe kan het dan toch, dat Hij  in de tweede lezing vandaag die bloedserieuze houding zelf weer onderuit lijkt te halen, wanneer Hij tegenover de Farizeeën en schriftgeleerden over voorschriften spreekt? Hij reageert als door een wesp gestoken: huichelaars, jullie witgepleisterde graven, jullie doen aan lippendienst!

Waarom reageert Hij zo? Waar zit hem dan toch de crux? Zijn er dan verschillende soorten geboden? Zijn er dan verschillende soorten wetten?

 

Ja, het eerste verbond heeft zijn Thora, de richtingwijzers, bedoeld voor het goed functioneren van het samenleven, een samenleving,  waarin iedere mens tot recht mag komen. Ze zijn heilig en beogen het welzijn van de medemens.

Jezus zelf spreekt van het eerste en enige gebod, God liefhebben, en van het tweede, daaraan gelijk, de naaste liefhebben. Dat is in essentie de Thora, de boodschap van het eerste verbond; dat is in essentie de boodschap van Jezus. Als er dan in de loop van de tijd, en afhankelijk van cultuur of omstandigheden, nieuwe regels ontstaan, zullen ze ondergeschikt zijn, moeten zijn, aan dit ene gebod; getoetst moeten worden aan dat ene criterium:  beogen zij het welzijn van de medemens? Zijn zij gericht op het bevorderen van het leven, van het samen leven? 

Alle nieuwe regels zijn, moeten zijn, aankleding van dat ene gebod van de liefde en moeten constant daaraan getoetst worden. Wetten en voorschriften dienen het welzijn van de mens te dienen. Als ze dat niet – niet meer – doen, moeten zij overboord gezet worden. Ze mogen niet als een onnodige last op de schouders van mensen gelegd worden, en zeker niet als machtsmiddel gehanteerd worden. Het gaat om dat ene criterium: zijn ze dienstbaar aan het leven, aan het samen-leven? aan het welzijn van de mens?  Als ze aan die voorwaarde voldoen, dienen wij ze bloedserieus te nemen. In die zin is Jezus het helemaal eens met wat de eerste lezing zegt.

 

In de tweede lezing fulmineert hij daarom tegen voorschriften die geen zin hebben, tegen voorschriften, die geen relatie hebben met dat ene voornaamste gebod, het gebod van de liefde; tegen voorschriften die niet gerelateerd zijn aan het leven. Als mensen vandaag de dag zich verzetten tegen voorschriften en wetten van boven, dan is dat vaak omdat voorschriften daar niet aan voldoen, er niet toe doen.

 

Hoe gaan wij om met regels en voorschriften?

Wij gniffelen als wij Jezus te keer horen gaan tegen de schriftgeleerden en  Farizeeën, die Hem  kapittelen over het gedrag van zijn leerlingen die zich niet houden aan de regels. Als wij horen dat anderen gelaakt worden om hun dubieus gedrag, hebben wij stiekem plezier, hebben wij licht de neiging onszelf tot de goeden te rekenen en zelfs de verwijten aan de andere partij nog wat aan te dikken.  Maar toch moeten ook wij onszelf serieus de vraag stellen: hoe gaan wij

om met regels, met voorschriften? Ze zijn nodig, ook in de kerk, wil de kerk de gemeenschap zijn, zoals die bedoeld is door Christus, wil de kerk dienstbaar zijn aan het leven? 

 

Toch kunnen en mogen wij nooit onze eigen verantwoordelijkheid ontlopen en bij anderen leggen. Wij kunnen nooit zeggen: dit voorschrift geldt voor ons, geldt voor mij, omdat de paus het zegt, omdat de bisschop het zegt. Regels die hun kracht niet ontlenen aan hun eigen inhoud zijn doorgaans niet weldadig. Regels die slechts gebaseerd zijn op gezagsargumenten hebben geen gezag. Wij zelf hebben  onze eigen verantwoordelijkheid om wat wij denken en doen, te toetsen aan het criterium van dat ene gebod, het gebod van de liefde. Wij moeten onszelf de vraag stellen of regels die uitgevaardigd worden van boven aan de toets van dat criterium voldoen, of ze – in onze ogen - het welzijn van mensen bevorderen.

 

Dit geldt voor ieder van ons als individuele mens. Dit geldt ook voor ons gezamenlijk, voor ons als gemeenschap, zoals we hier samen zijn.  Ook als gemeenschap dienen wij ons af te vragen:  zijn die regels van boven levenschenkend?  Wij kunnen ons als gemeenschap er niet van af maken met ‘het is ons van hogerhand gezegd’.  Wij verzaken onze verantwoordelijkheid als gemeenschap, wanneer wij zeggen ‘omdat het ons van hogerhand is gezegd, hebben wij er ons maar aan te houden’.

 

Het evangelie van vandaag zegt ons dat ook Jezus niet op deze manier met wetten en voorschriften omging. Vandaar dan ook dat Hij tien jaar vagevuur aan zijn broek kreeg.