De tel kwijt raken

© Margret Dekker, Heerlen 2002



Kinderen:

Hebben jullie gehoord wat Petrus aan Jezus vroeg?  Moet je horen! Petrus zegt: als iemand mij iets doet, uitschelden, pesten, iets ergs over mij vertellen wat niet waar is, dan moet ik dat vergeven, dat weet ik.

Maar als hij het morgen weer doet? En overmorgen weer, iedere keer opnieuw? Hoe vaak moet ik zeggen: ik vergeef je, kom geef me een hand? Zeven keer?

Luister: Petrus zegt Jezus: niet zeven keer, maar zeventig keer zeven keer. Dat is veel. Wie snel kan rekenen weet al dat het 490 keer is,  dat kun je niet bijhouden, je raakt de tel kwijt.

Daar hoopt Jezus op: dat we de tel kwijt raken en dat we altijd weer opnieuw vergeven. Wil je zelf  niet graag dat  anderen tegen jou zeggen: het is goed, kom geef me een hand? En God? Nou dan vergeef elkaar dan net zo vaak als je wilt dat de ander en God jou vergeeft.

Daar gaat het vandaag over en je snapt vast wel dat het heel wat gemakkelijker is om te zeggen dan om te doen.

 

Maar nu voor de groten probeer maar mee te luisteren.

 

We hebben en bewogen week achter de rug. De gebeurtenissen van 11 september vorig jaar zijn herdacht. Het leed van de slachtoffers, het verdriet van nabestaanden, en de afschuwelijke gevolgen van terroristische daden.

Er moet iets gebeuren om de kring van het geweld te doorbreken. We horen de roep om vergelding steeds harder klinken. En de plannen zijn klaar het is een kwestie van tijd, een korte tijd naar het schijnt.

We hoeven ons niets voor te houden: als grootmachten op hun recht staan, zullen er opnieuw duizenden en duizenden slachtoffers zijn, de armen die niets met terrorisme te maken hebben, zullen de prijs betalen en de consequenties voelen, zij zullen in hun bestaan worden bedreigd.

 

In deze realiteit bevindt zich onze wereld.

 

Dan klinken er hier woorden uit de Schrift die wijzen naar een andere wereld: geen wereld van wrok, wraak vergelding, oorlog en geweld.

Maar een wereld van vergeving, verzoening, niet eenmaal maar altijd. Een illusie? Goed voor softies?

 

Misschien haalbaar voor  de onderlinge band tussen mensen, maar niet in de grote wereld.

 

Wij zijn trouwens niet de eersten die worstelen met de vraag naar vergeving. We hebben gehoord hoe Petrus naar Jezus toekomt met de vraag: hoe vaak moet ik vergeven? En hij zet hoog in: zevenmaal. Zevenmaal vergeven als iemand iets tegen je misdoet dat is toch wel genoeg? Zeven is een mooi en heilig getal. Het valt te overzien. Zevenmaal met je hand over het hart strijken dat is toch al wat. Een redelijk compromis tussen wel goed maar niet gek.

 

Het blijkt te weinig. De maat die Jezus aan geeft is royaler, het is de maat die geen grenzen stelt aan goedheid. Gelukkig voor Petrus en voor ons, zegt Jezus ons niet alleen Je moet altijd vergeven, maar laat hij ook zien waarom Hij dat van ons vraagt. Hij maakt het ons duidelijk in de parabel van de man die tienduizend talenten kwijt gescholden krijgt, maar die daarna zelf een collega naar de keel vliegt om van hem de honderd denariën te eisen die hij schuldig is. Hebt u een idee hoeveel tienduizend talenten is? Men zegt dat het meer is dan 25 miljoen euro. 100 denariën is het  bedrag waar een gezin een maand van kon rondkomen. De verschil in schuld scheelt nog al wat.

 

Wat is er aan de hand met de man aan wie  zo’n grote schuld vergeven is, en die  zo onbarmhartig reageert op zijn collega? Zou hij zijn eigen schuld vergeten zijn, niet bewust hoe groot die is? Zou hij het vanzelfsprekend gevonden hebben dat die schuld niet meer telt? Zou hij zijn eigen aandeel niet tellen en alleen de ander aanrekenen wat fout is?

 

Jezus laat ons de wereld van God zien. In die wereld worden mensen uitgenodigd, opgeroepen om te kijken naar hun eigen aandeel in de schuld die tussen mensen is. Wie zich realiseert hoe gemakkelijk het gebeurt dat je  bewust, onbewust relaties kunt verstoren, mensen pijn doet, onrecht doet. Wie zich dat bewust is weet dat we aangewezen zijn op vergeving, op nieuwe kansen, op een royaal gebaar van onze medemensen en van God. Als we voor onszelf op die nieuwe kansen hopen, dan is het toch logisch dat wij op onze beurt ook aan de ander, alle kansen geven.                

 

Ik hoop zó dat in onze grote wereld een nieuw bewustzijn gaat groeien. Zodat we  in de relatie met arme landen en met de landen die als bedreiging  ervaren worden, weer weet hebben van de schuld die het vrije westen draagt aan

armoede, aan hopeloosheid aan onrecht in onze wereld, en niet langer vergeten hoezeer we aangewezen zijn op vergeving van die schuld.

Pas dan kan de weg van verzoening worden gegaan. Anders blijft de rijke wereld reageren zoals de man uit de parabel die zijn collega naar de keel vliegt om zijn recht op te eisen.

 

Wat in het groot geldt, geldt ook voor ieder van ons. We weten van verzoening, van vergeving, we weten hoezeer God ons vergeeft en steeds weer nieuwe kansen biedt.

Maar toch… valt het ons zwaar om een verzoenende hand uit te steken bij ruzies, over meningsverschillen, heen te stappen, te accepteren dat kinderen eigen wegen gaan en eigen keuzes maken, samen te leven met mensen uit andere culturen, andere geschiedenis.

 

Het evangelie nodigt ons vandaag uit om vergevend en verzoenend door de wereld te gaan, zeventig maal zeven keer vergeven, dat is veel, dat is zoveel dat je de tel erbij kwijt raakt. Ik denk, dat het Jezus daarom te doen is: dat we de tel kwijt raken.

Pas wanneer je de tel kwijt bent, en vergevend door het leven gaat, ga je in het spoor van Jezus en raak je thuis in de wereld van God.