Het kruis omhoog steken

© Geert Bles, Heerlen 2008



Een moeilijk feest, dat we vandaag vieren, kruisverheffing. Gaan we het kruis, het lijden, vandaag verheerlijken?  Ik heb de lezingen meerdere keren doorgenomen, en mij telkens afgevraagd: waar gaat het nu over? Wat is nou de crux van het verhaal? Wat is de boodschap? Ik vond het moeilijk om er een vinger achter te krijgen. Laten we het proberen:

Ja, er is lijden in de wereld, veel lijden. Ik hoef de televisie maar aan te zetten, ik hoef de krant maar open te slaan. Het is een aaneenrijging van lijden: oorlog, honger, armoede, ziekte, geweld. Er is een rijmpje uit mijn moeders tijd:

“Ieder krijgt zijn deel op aard, ieder heeft wat hem bezwaart, ieder hart en ieder huis, heeft zijn eigen smart en eigen kruis.”

 

Hoe gaan wij mensen daar mee om?

De grote massa ziet God als een machtig figuur, ergens daarboven zetelend, almachtig zelfs. En als Hij almachtig is, dan heeft Hij een antwoord op al onze vragen, als wij klem zitten, door ziekte of wat voor nood dan ook. Dat antwoord moet Hij dan ook maar geven. Die almachtige God fungeert als een ‘stoplap’ voor de gebreken van de wereld, als keerzijde van onze onmacht. “God waar was jij, toen de nood zo hoog was?” wordt vaak gehoord. “Ik ga niet meer naar de kerk, ik geloof niet meer in God, Hij bestaat niet, dat is toch duidelijk, er gebeurt immers niets, de ellende duurt maar voort, Hij doet niets.”  Ja, zo reageert de grote massa vaak.

 

Maar er is iemand, die niet als die grote massa reageert. Iemand die zich anders opstelt; die een bijzondere relatie heeft met God; die God zijn Vader noemt; die zegt: “uw Vader in de hemel voorziet in alles wat je nodig hebt; maak je daar niet bezorgd over; durf je maar aan Hem over te geven.”  Die iemand is Jezus van Nazareth. Jezus reageert anders op het lijden in de wereld. Hij ziet God niet als diegene die het allemaal wel zal opknappen; hij voelt zichzelf geroepen om aan de slag te gaan, om het lijden de wereld uit te helpen. Vanaf het eerste moment van zijn optreden weet Hij wat hem te doen staat. Vanaf het eerste moment van zijn optreden vinden we hem bij de armen, bij de zieken, bij de mensen die lijden.

  

En juist daarom, omdat Hij zich verantwoordelijk weet om het lijden van de mensen te verlichten; juist omdat Hij niet God verantwoordelijk wilde stellen voor het kwaad en het lijden in de wereld, maar het als zijn taak zag om zelf aan de slag te gaan, daarom gingen mensen Hem als bijzonder ervaren, liepen ze met Hem weg, gingen zij Hem Zoon van God noemen. Maar wat zien we dan gebeuren?  Dat laatste was een doorn in het oog van de leiders van het volk, van de religieuze leiders. Ze gingen Hem vervolgen; zijn naam besmeuren; Hij is een volksverlakker; “wie denkt Hij wel dat Hij is?!”  En ze veroordeelden Hem uiteindelijk als een misdadiger tot het kruis.

 

Jezus leed onder die vervolging; Hij was een  mens zoals ieder ander. Natuurlijk kende ook Hij angst voor het lijden dat Hij op zich af zag komen. Hij riep tot zijn vader: “waarom heb je mij verlaten?!  laat die kelk aan Mij voorbijgaan!”  Maar Hij ontliep dat kruis niet, dat volgde uit zijn inzet; dat gepaard ging met het nemen van zijn verantwoordelijkheid. Het is dat kruis dat wij vandaag omhoog steken, niet als teken van dood, maar als teken van leven. “Iedereen, die in deze Jezus gelooft, bezit eeuwig leven,” zegt het evangelie.

 

Vandaag is het Nationale Ziekendag. We hebben ook in onze omgeving te maken met mensen, die lijden: vanwege ziekte, pijn, ouderdom met gebreken, verdriet of eenzaamheid. Er zijn verschillende manieren mogelijk om daar mee om te gaan:  Ik kan zeggen “daar is God voor”; Hij kan/moet maar ingrijpen en het voor hen oplossen, daar is Hij voor!  Dat is een manier.  Ik kan ook zeggen: daar zijn hulpgevende instanties voor, sociale diensten, etc. ik bemoei me daar niet mee! Dat is ook een manier. Maar er is ook de manier van Jezus van Nazareth: zelf oog en hart hebben voor die zieke lijdende medemens, er letterlijk voor 100% voor hen zijn, niet met vooropgezette ideeën of vooroordelen, niet het gesprek naar je toetrekken, maar met volle aandacht, luisterend aanwezig zijn. Gewoon maar er zijn, zonder agenda. Zou dat niet de manier zijn, die helend is, die leven schenkt?  En die binnen ieders bereik ligt?