Een toekomst die haalbaar is

© Geert Bles, Heerlen 2007



Op ons jubileumfeest op 25 nov. kregen de mensen in deze kerk een blanco blaadje in handen met een rode draad erop. In plaats van de overweging werd aan hen gevraagd, om rustig de tijd te nemen en hun droom/verwachting over deze parochie op papier te zetten met eigen woorden, of met een tekening. Daarna kregen sommigen de gelegenheid om met de gemeenschap te delen wat ze geschreven hadden. En die blaadjes werden ook aan deze rode draad opgehangen.    

 

 De respons was buiten verwachting. Mensen ervaren het blijkbaar als positief om niet alleen maar toegesproken te worden, maar ook zelf te mogen meedenken en gehoord te worden. En zij kwamen inderdaad met mooie gedachten. Als die serieus genomen worden, mogen we verwachten dat er gewoon iets gebeurt, dat er een snaar in hen geraakt wordt, dat ze in beweging komen, dat ze er hun schouders onder zullen zetten om ze ook mee te helpen verwezenlijken.

 

Vandaag klinkt in de eerste lezing, het visioen van de profeet Jesaia. Ook hij heeft duizenden jaren geleden zijn droom/verwachtingen aan het papier toevertrouwd, over hoe de wereld er idealiter uit kan zien. We hebben dat verhaal aan onze rode draad bevestigd, die door onze kerk loopt, de lijn van de traditie; het verhaal van toen gaat immers door, ook vandaag. Zijn visioen is: vrede tussen dieren: de wolf en het lam gaan samen; vrede tussen mens en dier: het kind steekt zijn hand uit naar de slang; vrede tussen mensen: niemand doet nog kwaad; een paradijselijk visioen van Jesaia!

 

Maar de vraag dringt zich op: staat Jesaia wel met twee benen op de grond? De werkelijkheid is immers zo anders vandaag, zoveel harder. Hoort Jesaia dan de wolven niet huilen?  Hoort hij dan de slangen niet sissen? Hoort hij dan de kinderen en kwetsbare mensen niet huilen overal op de wereld? Omdat zij honger hebben, omdat zij op zovele manieren gepakt worden in hun kwetsbaarheid? Ziet hij dan niet de kinderarbeid in de granietgroeven in India? Ziet hij dan niet arme mensen op de vuilnisbelt in Jakarta, op zoek naar iets wat nog waarde kan hebben?  Hoort hij dan niet het geschreeuw van gevangen en gemartelde mensen in Guantanamo Bay en elders in de wereld?  Of – en dat gebeurt ook dichtbij – heeft hij dan geen weet van huiselijk geweld of van stille armoede of van pure eenzaamheid?

 

Toch durven wij zeggen, het is niet irreëel, dit visioen van de profeet. Het kán zo worden onder de mensen. Het kán! Hoe ontredderd de wereld ook mag lijken, er is zoveel potentieel, zoveel geestkracht in mensen om iets nieuws te dromen en gestalte te geven. Want met het aanreiken van dat paradijselijke droombeeld klinkt tegelijkertijd de oproep: geen doemdenken! Kijk door het donker heen naar het licht! Durf die toekomst van het visioen dichterbij te halen door kleine stappen/ gebaren in je eigen leef­situatie! Bij de droom van de profeet gaat het niet om de toekomst ooit, maar om de toekomst nu! Wat verwoord wordt als de toekomst, moet/kan nu al gestalte krijgen in mijn doen vandaag. Vrede tussen mens en dier, tussen mens en mens. Het kán!

 

Maar dan gaat het wel om bekering, zegt Joh. de Doper, om een gerichtheid op een wereld, zoals die in het visioen van Jesaia ter sprake komt. Het gaat erom, dat wij ons leven zó vorm geven, dat het niet langer past in de wereld zoals die zich nu aan ons opdringt. Het gaat erom, dat wij ons niet thuis voelen in de wereld zoals die nu is, en ons daarvan afkeren. Het gaat erom dat wij in ons dag-en-dagelijks leven het visioen van vrede/harmonie beleven. Wanneer wij ons niet losbreken uit het nu, uit de bestaande rottige onrechtvaardige gewelddadige wereld, dan zal er nooit nieuwe toekomst aanbreken. Bekering is nodig, zegt het evangelie; onze wereld moet omgekeerd.

 

 Het is vandaag de tweede zondag van de advent. Wij bereiden ons voor op de komst van God onder de mensen. Is dat een gebeuren uit het verleden of moet het nog plaats vinden? Beide: er is vooreerst de komst van God onder de mensen in de his­torische mens Jezus van Nazareth 2000 jaar geleden. Het is deze komst, die wij met Kerstmis gedenken, de geboorte van Jezus. Maar er is ook de komst van God onder de mensen nu. Kerstmis vieren is niet alleen terugblikken op een gebeurtenis in het verleden. Het is veel meer: God aanwezig brengen nu in de dag-en-dagelijkse situatie van mijn leven, door steeds door Gods bril naar de realiteit te kijken, door steeds Gods geest in ons leven binnen te laten en ernaar te handelen. door steeds te proberen zo goed als God te zijn.

 

Wanneer ieder van ons op zijn/haar plaats in het leven ruimte maakt voor Gods Geest, dan slagen wij er samen in Gods Rijk op aarde dichterbij te brengen. Dan zal het visioen van de profeet Jesaia - waarin hij uittekent wat gerealiseerd kan worden door mensen die leven vanuit Gods Geest - niet meer zover af zijn. Wanneer wij mensen bereid zijn God toe te laten in ons leven, en ons te laten leiden door zijn Geest, dan wordt het men­selijk onmogelijke mogelijk, en het menselijk on­haalbare haalbaar.

 

 En ze zijn er: mannen en vrouwen, die zich weinig gelegen laten liggen aan de goed- of afkeuring van officiële instanties; mensen bij wie van hartstocht gesproken kan worden: de hartstocht om hun ideaal te verwezenlijken. Overal op de wereld, door alle tijden heen, zijn ze er: zij die hun stem verheffen, hun nek uitsteken, risico's willen lopen, ertoe bereid zijn voor naïeve idealist/wereldvreemd te worden versleten, maar die tegen de stroom in voor hun ideaal blijven vechten. Mogen wij ons door hen geïnspireerd voelen.