Op
ons jubileumfeest op 25 nov. kregen de mensen in deze
kerk een blanco blaadje in handen met een rode draad erop. In plaats van de
overweging werd aan hen gevraagd, om rustig de tijd te nemen en hun droom/verwachting
over deze parochie op papier te zetten met eigen woorden, of met een tekening.
Daarna kregen sommigen de gelegenheid om met de gemeenschap te delen wat ze
geschreven hadden. En die blaadjes werden ook aan deze rode draad opgehangen.
De respons was buiten verwachting. Mensen
ervaren het blijkbaar als positief om niet alleen maar toegesproken te worden, maar
ook zelf te mogen meedenken en gehoord te worden. En zij kwamen inderdaad met
mooie gedachten. Als die serieus genomen worden, mogen we verwachten dat er
gewoon iets gebeurt, dat er een snaar in hen geraakt wordt, dat ze in beweging
komen, dat ze er hun schouders onder zullen zetten om ze ook mee te helpen
verwezenlijken.
Vandaag
klinkt in de eerste lezing, het visioen van de profeet Jesaia. Ook hij heeft
duizenden jaren geleden zijn droom/verwachtingen aan het papier toevertrouwd,
over hoe de wereld er idealiter uit kan zien. We hebben dat verhaal aan onze
rode draad bevestigd, die door onze kerk loopt, de lijn van de traditie; het
verhaal van toen gaat immers door, ook vandaag. Zijn visioen
is: vrede tussen dieren: de wolf en het lam gaan samen; vrede tussen mens en
dier: het kind steekt zijn hand uit naar de slang; vrede tussen mensen: niemand
doet nog kwaad; een paradijselijk visioen van Jesaia!
Maar
de vraag dringt zich op: staat Jesaia wel met twee benen op de grond? De
werkelijkheid is immers zo anders vandaag, zoveel harder. Hoort Jesaia dan de
wolven niet huilen? Hoort
hij dan de slangen niet sissen? Hoort hij dan de kinderen en kwetsbare mensen
niet huilen overal op de wereld? Omdat zij honger hebben, omdat zij op zovele
manieren gepakt worden in hun kwetsbaarheid? Ziet hij dan niet de kinderarbeid
in de granietgroeven in India? Ziet hij dan niet arme mensen op de vuilnisbelt
in Jakarta, op zoek naar iets wat nog waarde kan hebben? Hoort hij dan niet het geschreeuw van
gevangen en gemartelde mensen in Guantanamo Bay en elders in de wereld? Of – en dat gebeurt ook dichtbij –
heeft hij dan geen weet van huiselijk geweld of van stille armoede of van pure
eenzaamheid?
Toch
durven wij zeggen, het is niet irreëel, dit visioen van de profeet. Het kán zo worden
onder de mensen. Het kán! Hoe ontredderd de wereld ook mag lijken, er is zoveel
potentieel, zoveel geestkracht in mensen om iets nieuws te dromen en gestalte
te geven. Want met het aanreiken van dat paradijselijke droombeeld klinkt
tegelijkertijd de oproep: geen doemdenken! Kijk door het donker heen naar het
licht! Durf die toekomst van het visioen dichterbij te halen door kleine
stappen/ gebaren in je eigen leefsituatie! Bij de droom van de profeet gaat
het niet om de toekomst ooit, maar om de toekomst nu! Wat verwoord wordt als de
toekomst, moet/kan nu al gestalte krijgen in mijn doen vandaag. Vrede tussen
mens en dier, tussen mens en mens. Het kán!
Maar
dan gaat het wel om bekering, zegt Joh. de Doper, om
een gerichtheid op een wereld, zoals die in het visioen van Jesaia ter sprake
komt. Het gaat erom, dat wij ons leven zó vorm geven, dat het niet langer past
in de wereld zoals die zich nu aan ons opdringt. Het gaat erom, dat wij ons
niet thuis voelen in de wereld zoals die nu is, en ons daarvan afkeren. Het
gaat erom dat wij in ons dag-en-dagelijks leven het
visioen van vrede/harmonie beleven. Wanneer wij ons niet losbreken uit het nu,
uit de bestaande rottige onrechtvaardige gewelddadige wereld, dan zal er nooit
nieuwe toekomst aanbreken. Bekering is nodig, zegt het evangelie; onze wereld
moet omgekeerd.
Het is vandaag de tweede zondag van de advent.
Wij bereiden ons voor op de komst van God onder de mensen. Is dat een gebeuren
uit het verleden of moet het nog plaats vinden? Beide: er is vooreerst de komst
van God onder de mensen in de historische mens Jezus van Nazareth 2000 jaar
geleden. Het is deze komst, die wij met Kerstmis gedenken, de geboorte van
Jezus. Maar er is ook de komst van God onder de mensen nu. Kerstmis vieren is
niet alleen terugblikken op een gebeurtenis in het verleden. Het is veel meer: God
aanwezig brengen nu in de dag-en-dagelijkse situatie
van mijn leven, door steeds door Gods bril naar de realiteit te kijken, door steeds
Gods geest in ons leven binnen te laten en ernaar te handelen. door steeds te proberen zo goed als God te zijn.
Wanneer
ieder van ons op zijn/haar plaats in het leven ruimte maakt voor Gods Geest,
dan slagen wij er samen in Gods Rijk op aarde dichterbij te brengen. Dan zal
het visioen van de profeet Jesaia - waarin hij uittekent wat gerealiseerd kan
worden door mensen die leven vanuit Gods Geest - niet meer zover af zijn.
Wanneer wij mensen bereid zijn God toe te laten in ons leven, en ons te laten
leiden door zijn Geest, dan wordt het menselijk onmogelijke mogelijk, en het
menselijk onhaalbare haalbaar.
En ze zijn er: mannen en
vrouwen, die zich weinig gelegen laten liggen aan de goed- of afkeuring van
officiële instanties; mensen bij wie van hartstocht gesproken kan worden: de
hartstocht om hun ideaal te verwezenlijken. Overal op de wereld, door
alle tijden heen, zijn ze er: zij die hun stem verheffen, hun nek uitsteken,
risico's willen lopen, ertoe bereid zijn voor naïeve idealist/wereldvreemd te
worden versleten, maar die tegen de stroom in voor hun ideaal blijven vechten.
Mogen wij ons door hen geïnspireerd voelen.