Wij allen kennen bij onszelf
een intens verlangen naar een andere wereld dan de wereld die wij om ons heen
zien. Een intens verlangen naar de komst van de Messias, van het Rijk Gods,
van vrede op aarde, een menswaardig bestaan voor alle mensen, een rechtvaardige
wereld. Maar juist in deze tijd, met aanslagen van terroristen in India, met
vluchtelingenstromen in Kongo, met het brute optreden van een Mugabe in Zimbabwe,
en met de financiële crisis, lijkt die mooie rechtvaardige wereld verder weg
dan ooit. En wij zoeken, lijkt het, massaal
naar nieuwe wegen uit die impasse, naar een krachtige leider, een soort messias.
Zoiets lijkt in de dagen
van Johannes het geval. Heel Judea en alle inwoners
van Jeruzalem liepen uit naar Johannes, die opriep tot bekering, om de weg van
de Heer te bereiden, en zijn paden recht te maken. Wat was toch de reden dat
zij zo massaal uittrokken naar Johannes? Wat zochten zij toch in hem? Mensen
hadden in die dagen kennelijk ook behoefte aan een krachtig leider, die een
visie had op een nieuwe toekomst en hen daarin kon voorgaan. En Johannes lijkt
de persoon te zijn, die zij zochten. Hij spreekt hen aan; hij spreekt krachtige
taal; hij klaagt het kwaad in de wereld aan en roept op om de weg van de Heer
te bereiden en zijn paden recht te maken.
Naar die Johannes liep het
volk massaal uit. Van hem verwachtte het volk, dat hij hen voor zou gaan naar
een nieuwe wereld, naar een betere toekomst. In hem zagen zij de Messias. Maar toch…wat
gebeurt er? Johannes zegt: ‘Ik ben het niet , ik ben
slechts een bode. Na mij komt iemand, die krachtiger is dan ik’.
De Doper beschouwt
zichzelf als de voorloper. Hij heeft geijverd om de weg te banen voor de Messias;
hij heeft het volk de weg gewezen; hij heeft zich verzet tegen het kwaad dat
hij om zich heen zag en zich gericht tot de machthebbers en daarbij geen
onderscheid gemaakt. Maar hij heeft er ook een prijs voor betaald, want die
boodschap was niet welgevallig. Hij belandde in de gevangenis. En daar, in de
stilte van de cel, slaat de twijfel toe. Hij hoort dat Jezus het zo anders
doet, zich ophoudt met kleine mensen, met zondaars, tollenaars en prostituees.
Johannes wil zekerheid en hij stuurt zijn leerlingen
naar Jezus om op de man af te vragen: Ben jij de Messias of vergissen we
ons? Jezus gaat zich niet verdedigen, maar stuurt hen
terug met de boodschap: “Gaat aan Johannes zeggen wat gij gezien en gehoord
hebt: blinden zien lammen lopen,
melaatsen worden gereinigd,, doven horen, doden staan op en aan armen wordt de
Blijde Boodschap verkondigd. Gelukkig hij die aan Mij geen aanstoot neemt.”
Is dat niet het wonder
dat bij Jezus gebeurt? Niet het fysieke genezingswonder, maar
de wonderlijke transformatie van mensen, die er in onze wereld niet mogen
zijn, maar die er bij Hem (de Messias die komen gaat!) wél meetellen en
centraal mogen staan? Mensen
die er niet mochten zijn, mogen er weer zijn; mensen die niet meer in zichzelf
geloofden, geloven weer in zichzelf. Mensen die gebukt gingen, gaan weer
rechtop; mensen die in de fout gingen, krijgen nieuwe kansen. Dat is het wonder
dat bij Jezus gebeurt?
Precies in die
grondhouding lag het verschil tussen Johannes en Jezus. Net als Jezus had ook
Johannes een nieuwe wereld voor ogen, Gods Rijk; daarom noemt Jezus hem de
grootste die geboren is uit een vrouw. Jezus heeft
respect voor Johannes; Hij noemt hem een gaaf mens, een groot profeet. Maar
Johannes heeft een andere kijk hoe dat Rijk van God er moet komen. Hij is van het harde soort (de beuk erin); hij richt zich vooral op
leiders, koningen en machtigen, die slachtoffers maken, die mensen
onderdrukken. Jezus is van het milde soort, hij
richt zich tot kleinen en uitgeslotenen zelf,
die slachtoffer zijn geworden van de machtigen; hij solidariseert zich met
hen; hij laat hen voelen 'jullie mogen er zijn'; zijn benadering maakt kleinen
sterk en doet hen opstaan. Ook al is zijn houding anders, het is allesbehalve
een slappe houding. Ook Hij betaalt een prijs; Hij belandt op het kruis voor
zijn keuze. Want als de kleinen overeind komen, vormen zij een bedreiging voor
de positie van de machtigen.
In deze verwachtingstijd
zien we uit naar de geboorte van die Jezus. Naar het kind, dat - als Hij volwassen zal zijn
- zó met mensen zal omgaan, dat ze meetellen, dat ze weer in zichzelf geloven
en fier rechtop gaan.