Gemeenschap vraagt een andere manier van kijken

© Nan Paffen, Heerlen 2008



Vóór de eerste lezing:

Lang geleden, op mijn 16e ben ik met een groep leeftijdgenoten naar Taizé geweest. Net als ook nu nog vele jongeren, ook uit onze buurt. Het heeft mijn manier van kijken heel erg veranderd. Ik maakte daar een manier van kerk-zijn mee, die ik nog nooit gezien had: grote groepen jongeren, bij elkaar in een grote ‘tent’, om samen te bidden, te zingen en stil te zijn; groepjes jongeren bij elkaar rond een boom om samen te discussiëren over teksten uit de bijbel of over vragen van het leven: waar geloof jij in? Wie is Jezus voor mij? Samen maaltijd vieren, God dankend en alles met elkaar delend.

De tekst uit de Handelingen van de apostelen over het samenleven van de eerste volgelingen van Jezus, riep bij mij weer dat beeld van Taizé op. En ik denk dat broeder Roger Schütz, de oprichter van Taizé, ook dit beeld van die eerste christengemeenschappen voor ogen had. Wat kenmerkte de leden van die jonge kerk? Zij wijden zich aan de leer van de apostelen en daaruit ontstond een hechte gemeenschap, waarin de gedachtenis aan Jezus gevierd werd in het breken van het brood en in gebed. Zij bezaten alles gemeenschappelijk en verdeelden alles naar ieders behoefte. Zo leefden de eerste volgelingen van Jezus. Waarschijnlijk was deze manier van leven voor hen ook wel een must, om zich veilig te weten tegenover een vijandelijke wereld. Dan is zo’n gemeenschap een veilige haven. Maar er is meer: het leven in een grote gemeenschap waarin mensen met elkaar delen, is ook een beeld voor het ware leven van mensen op aarde. Het was ook voor die tijd toch een heel bijzondere manier van samenleven, die een grote aantrekkingskracht op mensen had, die mensen een andere kijk op het leven leerde. En hun kring breidde dagelijks uit.

Die aantrekkingskracht, dat enthousiasme missen we misschien wel het meest in onze tijd.

Die manier van leven van die eerste christenen betekent zeker in onze tijd een heel andere manier van kijken, misschien wel een breuk met het verleden, waarin mensen eigenlijk alleen voor zichzelf bestaan. Wij zijn er zo aan gewend om alles op het individu te betrekken, we hebben ‘opkomen voor jezelf’ hoog in het vaandel staan en ‘persoonlijke ontwikkeling’ is een must, dat we de verbondenheid met elkaar soms uit het oog verliezen, of dat mensen uit de boot vallen die aangewezen zijn op die gemeenschap. Maar wie werkelijk gemeenschap kan stichten, bewerken wonderen om zich heen: de wereld gaat veranderen en wordt een plaats waar alle mensen meewerken aan het geluk van iedereen, een plaats waar God een verbindende kracht wordt, misschien zelfs een hemel op aarde.

 

Eerste lezing: uit Hand.2, 42-47

 

Vóór de tweede lezing uit het evangelie van Johannes:

Het lied dat we in de veertigdagentijd zongen met de kinderen begon met: ‘tussen nacht en dageraad, ligt de weg van dromen; wie de weg van dromen gaat, zal bij morgen komen’.

Zo zullen de leerlingen van Jezus zich gevoeld hebben: tussen nacht en dageraad….

Ze hadden de duisternis ervaren van Jezus dood, zijn gruwelijke dood aan het kruis. Zij hadden ook gehoord van zijn opstanding; er waren zelfs vrouwen en mannen die Jezus weer gezien en ontmoet hadden… Maar niet iedereen kon dat zomaar geloven. Het was een mooie droom, maar ook een droom die te mooi was om waar te zijn. Want dood is dood, daar kun je geen speld tussen krijgen. En daarom horen we Thomas, bij ons beter bekend als de ongelovige Thomas, zeggen: Ik geloof het niet; ik wil Jezus’ handen zien, met de gaten van de spijkers erin; ik wil ze met mijn vingers voelen. Ik wil met mijn hand de opening van zijn zijde voelen. Anders geloof ik niet….

En als Jezus dan opnieuw aan de leerlingen verschijnt en Thomas is er ook bij, dan beseft hij dat Jezus echt in hun midden is. Hij ziet het nu zelf, of het nu met zijn ogen is of met zijn hart: hij weet nu dat Jezus leeft. Dat Zijn leven verder gaat, ook al is hij gestorven. Hij heeft anders leren kijken. Net als in ons lied, waarvan we in het refrein zongen: als je anders gaat kijken, als je anders gaat kijken…

En dat konden de leerlingen daar bij elkaar in die bovenzaal nu. Zij voelden dat Jezus bij hen was. Ze hoorden hem spreken, zoals hij altijd tot hun sprak: vrede, zei hij.  

‘Vrede’, dat zegt Jezus ook tot ons. Vrede, dat zullen we ervaren als we met de ogen van het geloof durven kijken naar de wereld, als we in de voetstappen van Jezus durven gaan in deze wereld. Dan kunnen we zelf ook vrede ontvangen en vrede geven aan de mensen die op ons pad komen.

 

                                   Evangelie: Joh. 20, 19-31