2e Pinksterdag

© Mariet Stikkers, Heerlen 2010



Als je goed luistert naar de brief van Paulus aan de Galaten dan hoor je dat er in die gemeente lang niet alles koek en ei was. En dat is niet verwonderlijk. Galaten – Galliërs waren een ruw volkje van Keltische oorsprong. Ze hadden veel geplunderd en geroofd, maar een aantal van hen had zich door Paulus vurige prediking bekeerd tot het Christendom en zich toevertrouwd aan de werking van de heilige Geest. Maar volgens de brief van Paulus waren ze daar inmiddels ver vanaf gedwaald. Hij schrijft: “als jullie elkaar blijven bijten en verscheuren vrees ik dat jullie elkaar nog eens zullen ombrengen". Tegen de achtergrond van de christenvervolgingen in die dagen klinkt dit extra wrang. Een Christen kiest voor de weg van de Geest van Jezus Christus, de weg van de naastenliefde en toch zeker niet voor elkaar verscheuren! In zijn brief beroept Paulus de Galaten op tot bezinning.

Om duidelijk te maken wat hij bedoelt schildert hij twee heel verschillende scenario’s: je kunt tégen de Geest leven of mét de Geest. Het zijn twee uitersten.

Uitgebreid gaat hij in op de gevaren die de mens bedreigen als hij niet leeft volgens de Geest: ontucht, onreinheid, losbandigheid, afgoderij, jaloezie, ruzie, woede en nog veel meer. De mens verliest zichzelf, raakt zijn diepste wezen kwijt, raakt verblind en verloren.

Maar de mens die leeft volgens de Geest brengt vruchten voort: liefde, vrede, vreugde, geduld, vriendelijkheid, vertrouwen, zachtmoedigheid, zelfbeheersing. Een aanlokkelijk perspectief. Dat willen we allemaal wel. Maar de werkelijkheid is dat wij steeds heen en weer worden geslingerd tussen het een en het ander, tussen onze kwade en goede neigingen. Het is een strijd, een zwaar gevecht dat zich in elke mens afspeelt, een strijd die misschien wel een leven lang duurt. ‘De zondige natuur begeert tegen de Geest in en de Geest tegen de zondige natuur in, want ze zijn elkaars tegenstanders’, zegt Paulus. En dat zullen we allemaal kunnen beamen. Allemaal dragen we het kwade en het goede in ons. Het grootste gevaar voor onze samenleving is misschien wel dat het kwaad zo gemakkelijk bij de ander wordt gelegd. Niet wij, niet ik, nee die ander is slecht, die ander zorgt dat het een troep wordt in de wereld, die ander verrijkt zich ten koste van de arme, die ander is alleen maar met zichzelf bezig, die ander deugt eigenlijk niet, die ander…. en vult u maar in.

‘Zij die Jezus Christus toebehoren hebben de zondige natuur gekruisigd, met zijn hartstochten en begeerten’. Dat zegt Paulus, als een vaststaand feit. Hij haar er van uit dat dat werkelijk zo is en het is uiteindelijk natuurlijk ook zo. Als je werkelijk kiest voor Jezus Christus kies je niet voor je eigen hartstochten en begeerten, sterker nog: je wilt ze het liefst uitroeien. Maar dat is een lange en moeilijke weg. Zouden er werkelijk mensen zijn die hun zondige natuur hebben gekruisigd, gedood, uitgegroeid, onklaar gemaakt? Ik betwijfel het ten zeerste. Zelfs Paulus had dat niet. Hij zegt ergens “wat ik wil doe ik niet en wat ik niet wil doe ik steeds”. Hij kent ook zijn eigen zwakheid. Maar hij is zo vol van die Geest van Jezus en hij wil zo graag dat de Galaten opnieuw beseffen welke grote genade ze hebben ontvangen. Hij gunt het ze. Hij hoopt zo dat ze die genade ook toelaten! En natuurlijk niet alleen de Galaten, maar ieder die deze tekst zal lezen of horen.

 

Ook wij verlangen naar een leven vanuit de Geest van Jezus: vol goedheid, zachtheid en mededogen. We hunkeren ernaar voor onszelf en voor degenen waar we mee te maken hebben. Maar we verlangen het ook voor de wereld en voor de Kerk. Er is in deze dagen – net als in de tijd van Paulus en net als in alle tijden  - zo verschrikkelijk veel onrecht, zoveel wat niet deugt. We weten het allemaal, we lijden eraan, we zouden het zo graag anders willen. Maar laten we niet met de vinger wijzen naar anderen, laten we eens diep kijken in ons eigen hart wat daar leeft aan goed maar ook aan kwaad. Dat besef verbindt ons als mensen met elkaar, ook met degenen die wij misschien gemakkelijk tot de kwaden rekenen. We zijn immers allemaal mensen, we dragen allemaal het goede en het kwade in ons, wij zijn uit hetzelfde hout gesneden. Als we dat echt onder ogen willen zien worden we bescheiden, krijgen meer oog voor onszelf en meer oog voor de ander. We gaan zien hoe zeer we op elkaar lijken. We zullen ons meer met elkaar verbonden voelen, er zal er meer begrip zijn voor elkaar, meer liefde en meer vrede. Dát is de vurige wens van Paulus, ook voor ons!

Nogmaals: Zalig Pinksteren.