Met de
apocalyptische taal over het nabije einde van de wereld hebben wij het maar moeilijk. Zeker wanneer wij tegen
mensen aanlopen, die deze teksten letterlijk nemen en er nauwkeurige
voorspellingen in zien van wat zich in onze dagen voordoet en het einde van de
wereld zien naderen. Die profeten van doem hebben nog nooit gelijk gekregen, de
wereld draait nog steeds door. Maar toch kan niemand ontkennen dat er ook vandaag-de-dag
angstaanjagende dingen gebeuren.
Daar
gaan de lezingen over. 'Er zal een tijd van nood zijn, zoals er eerder nog geen
is voorgekomen', zegt de eerste lezing. 'In die dagen van de verschrikking
zal de zon verduisterd worden, de maan haar licht niet meer laten schijnen,
zullen de sterren van de hemel vallen, en de hemelse machten wankelen', zegt
het evangelie.
Er
gaat geen dag voorbij of wij krijgen beelden te zien van zulke gebeurtenissen
in de grote wereld, die doen denken aan deze woorden. We worden geconfronteerd
met natuurrampen en met leed, veroorzaakt door natuurgeweld; met roekeloos onverantwoord omgaan met het
milieu; met oorlogen, met talloze mensen op de vlucht; met onnoemlijk leed
door mensen elkaar aangedaan. Terroristische aanslagen, de uitzichtloze strijd
tussen Israëli en Palestijnen; het drama in Irak en Afghanistan; het economisch
egoïsme van de rijke noordelijke landen en de toenemende onverdraagzaamheid
tussen mensen, ook dichtbij huis.
Velen
voelen zich bang en onzeker bij alles wat ze horen en zien of zelf aan de lijve
meemaken. Omdat al die vormen van leed zo hard op ons afkomen, ook vandaag,
blijven we worstelen met die aloude vraag: Hoe verder? Hoe lang nog? Is het
einde van de wereld niet een keer in zicht? Is Gods geduld niet een keer op?
Altijd
zijn er onheilsprofeten geweest die zeiden: Het loopt fout; het loopt af; het
kan niet langer zo; God zal ingrijpen; de wereld vergaat. Zij zijn de woorden
'het einde der tijden' letterlijk gaan nemen en zelfs dateren. Dat is vaak
gebeurd in de loop der geschiedenis. Maar is zo'n afwachtende passieve
houding, wachten tot het zal gebeuren – bijna met de stopwatch in de hand
- wel bijbels? Is zo'n passief afwachten
niet een totaal misverstaan van Gods boodschap?
Want
wat is de boodschap, die vandaag in het evangelie doorklinkt? Al het lijden en
verschrikkingen op de treurbuis - ik
kan ze elke dag moeiteloos aanvullen met nieuwe - al die verschrikkingen zijn de achtergrond, waartegen Jezus'
woorden begrepen kunnen worden. Meer dan eens zegt Hij:
- Laat
u niet op een dwaalspoor brengen door onheilsprofeten, die zeggen: de wereld
vergaat.
- Wees
niet verontrust, wanneer je hoort van oorlogen en onlusten; het einde volgt
niet terstond.
- Wees
niet bang; vervolging en uitlevering horen erbij en vinden plaats omwille van
mijn Naam.
Het
gaat Jezus namelijk om iets anders. De wereld zal vergaan, ja dat zegt Hij,
maar wat bedoelt Hij daarmee? Hij
bedoelt daarmee, dat de wereld van de kwade machten weg moet, plaats moet maken
voor een nieuwe wereld, voor het koninkrijk van God. Het vergaan van de wereld
moet niet verstaan worden als het in elkaar storten van de fysieke wereld,
waarin wij leven, maar als het einde van die wereld waarin kwaad, onrecht,
lijden en dood het laatste woord hebben.
Mensen
kennen in zichzelf een onuitroeibaar verlangen naar een wereld van
rechtvaardigheid, menselijkheid, liefde, en geluk, naar het koninkrijk van God.
Tegelijk weten ze ook, dat ze die droom niet helemaal kunnen realiseren. Zo
vaak glipt het hun door de vingers en is de verleiding groot om dan maar
hulpeloos te blijven zitten bij de brokstukken, te blijven steken in doemdenken.
Maar
dan komt Jezus met zijn boodschap van hoop, die mij helpt om het visioen van
een nieuwe wereld open en voor mogelijk te houden. Want overal, waar mensen
zich verzetten tegen het kwaad dat om hen heen is, tegen het onrecht dat
mensen elkaar aandoen, daar brengen zij de wereld van het kwaad een deuk toe.
En overal, waar - zelfs temidden van verschrikkelijk lijden - mensen zich
inzetten voor hen die lijden, en voor de verwezenlijking van een wereld van
geluk en liefde voor iedereen, daar krijgt die nieuwe wereld van het goede een
oppepper. Ja, in dat verzet tegen en in die inzet voor zie ik de voorbode van
het koninkrijk Gods. Hoe moet ik anders het beeld van de vijgenboom verstaan in
het evangelie van vandaag? 'Als zijn twijgen zacht worden en zijn bladeren zich
ontvouwen, dan weten jullie dat de zomer nabij is'.
Maar
aan het verzet tegen onrecht, en aan die daadwerkelijke inzet voor een andere
wereld hangt een prijskaartje. Zo’n verzet en zo’n inzet zijn riskant: de macht
van het kwaad slaat terug en brengt lijden en dood teweeg. Maar het is en
blijft de kracht van de gelovende mens, dat h/zij dit lijden een plek weet te
geven, op de koop toe neemt en - bij alles wat hem aangedaan wordt - lichtjes
in zijn ogen houdt. Het is de kracht
van de gelovende mens dat hij het visioen hoe die nieuwe wereld eruit kan zien
levend houdt, en er al gestalte aan geeft in zijn/haar manier van omgaan met mensen en dingen.
Dat is
het wat Jezus ons vandaag wil meegeven. Als Hij in het evangelie het heeft over
de verschrikkingen van de eindtijd, dan gaat het Hem niet om ons te bang te
maken en te ontmoedigen. Het evangelie is immers een blijde boodschap. Het gaat
Hem erom, dat wij oog krijgen en houden voor de realiteit van het lijden,
zodat we er tegen opgewassen zijn en de hoop niet laten varen, als het ons
overkomt. Het gaat Hem erom, dat wij onderdrukking en lijden zien als het
gevolg van het terugslaan van de machten van het kwaad. Het gaat Hem erom, dat
wij voor ogen houden dat de inzet voor het koninkrijk Gods nu eenmaal
tegenkrachten van het kwaad oproept. Wij moeten er ons constant van bewust blijven
dat het zó werkt. Dit was ook de ervaring van Jezus van Nazaret zelf, die wist
dat aan Pasen lijden en dood vooraf zouden gaan.
De
wereld van het kwaad zal uiteindelijk het onderspit delven. Het is de kracht
van de gelovende mens, dat hij lijden/dood nooit als eindstation aanvaardt,
maar altijd verder ziet, erboven uitstijgt.