Laat je niet verlammen

© Margret Dekker, Heerlen 2004



“Gelukkig zijn wij als deze woorden het richtsnoer, de richtingswijzer, zijn voor ons eigen leven”. ( ik ben gewend deze woorden te zeggen na het evangelie) Soms aarzel ik, moet ik het wel zeggen? Vandaag is het weer zo’n zondag waarop ik aarzel of ik dat wel moet doen. Het is niet niks wat we hoorden. En het heeft consequenties als we deze woorden serieus nemen voor ons leven. 

 

We zijn aan de laatste zondagen van het kerkelijk jaar, op die zondagen voel je de spanning in de liturgie. Het komt er nu op aan. Zal er onder ons iets zichtbaar worden van Gods Rijk? Zal er gerechtigheid groeien onder de mensen?

 

De manier waarop Lucas ons daarover verteld is niet mis. De situatie die hij schildert zouden de beelden kunnen zijn die we dagelijks kunnen zien op de TV. In deze weken niet alleen ver af, maar angstig dichtbij. Theo van Gogh vermoord,

schrijvers, en politici bedreigd, de vrije meningsuiting in gevaar, scholen, moskeeën, kerken in brand, dreiging alom. De openheid, de vrijheid, de tolerantie, waar mensen uit andere landen ons vaak om hebben benijd, verliezen hun vanzelfsprekendheid.   

Groepen uit verschillende volken staan tegen elkaar op en worden elkaars vijand. ‘Nederland in de ban van de angst’, roepen de krantenkoppen, en op de tv hoor je mensen zeggen dat ze bang zijn. En dat is nog maar alleen in ons eigen landje.

We zien meer, als we over onze eigen grenzen heen kijken. De wereld lijkt te wankelen, voor velen vallen de zekerheden weg.

 

Mensen vragen zich bezorgd af waar moet het naar toe met ons en onze aarde? Zal het ooit lukken om in vrede te leven met elkaar en van onze aarde een plek te maken waar het brood wordt gedeeld, waar kinderen niet opgroeien voor de dood, noch voor drugs en geweld. Heeft het zin om je in te blijven zetten voor een andere wereld? Waar blijft Gods Rijk onder ons?  

 

Vragen die ook leefden in de dagen van Lucas. Het is kort na het jaar 70. De tempel van Jeruzalem is verwoest, de stad zelf gevallen, veel mensen zijn op de vlucht. Christenen en Joden groeien steeds verder uit elkaar: er is verdachtmaking en vervolging, de eerste leiders zijn gedood. Van de belofte van Jezus dat Hij terug zal komen, om alles nieuw te maken, lijkt niets uit te komen.

De christenen in Lucas dagen zullen zich heel wat keren hebben afgevraagd: hoe moet het nu verder? Wat heeft het voor zin?  Komt er ooit iets terecht van als die mooie dingen waar Jezus van sprak. Zullen we ooit nog iets zien van Gods goede wereld onder ons? Of is alles voor niets geweest?

 

Op al die bange vragen heeft Lucas een bemoedigend woord. Hij zegt tot de mensen in zijn dagen, en over hen heen tot ons: ‘laat je niet uit het veld slaan door al die dingen die je om je heen ziet gebeuren, laat je niet verlammen.

Blijf vasthouden aan wat de Heer ons heeft geleerd, ook al brengt het vervolging, verdachtmaking en afwijzing mee. Durf erop te vertrouwen dat de goede wereld van God onder ons komt, ja het is er al.’ Het is te herkennen waar mensen de weg gaan, die Jezus ging. Het is daar waar mensen blijven zoeken en nadenken hoe ze handen en voeten kunnen geven aan de woorden van het evangelie. Het is daar waar mensenangst overwinnen en doen wat ze kunnen doen.

 

Hebt u de beschermende wal gezien om de verbrandde school? Een levend schild van mensen autochtoon en allochtoon, kinderen en volwassen, vrouwen en mannen.

Mensen die niet hun kop in het zand steken, mensen die ontdekken dat er één en hetzelfde verlangen bij hen leeft: een leven waarbij de kinderen veilig kunnen opgroeien en onbekommerd naar school kunnen. Hebt u dat jonge moslim meisje gehoord, dat zegt: ‘het is afschuwelijk wat er gebeurd is, maar het heeft ons wel met elkaar in contact gebracht, we praten nu over wat zo belangrijk is in onze buurt waardering voor elkaar, gastvrijheid, solidariteit’. Jonge mensen die gisteren met elkaar en met de koningin in  gesprek gaan over heel fundamentele vragen van acceptatie, vrije meningsuiting, respect voor verschillen in culturen. Buurtbewoners die het niet pikken dat zij uit elkaar gespeeld worden. Die weigeren om te spreken over wij en zij, maar opkomen voor ons hier samen.

Dat zijn bemoedigende beelden, dat zijn tekenen van een andere, een omgekeerde wereld, dat zijn tekenen dat er naast alle dreiging ook hoop is.

 

Het evangelie roept ons vandaag op om niet wanhopig te worden om de gebrokenheid van onze wereld, maar te blijven geloven dat het kan mensen in verbondenheid, waardering, solidariteit, nee tegen dat wat verdeeldheid zaait. Laat je niet meeslepen zegt Jezus ons door de angst die wordt gezaaid, door het opzetten van mensen tegen elkaar. Kruip niet weg, maar houd je hart open voor mensen, ook al begrijp je hun cultuur, de taal, de gebruiken niet.

 

Ook de evangelie woorden van vandaag kunnen hier bij een leidraad zijn. Want het Woord van God helpt ons om open te blijven voor elkaar, het leert ons welke weg we kunnen gaan, het bemoedigt ons, en laat ons zien dat we niet krampachtig alles alleen hoeven te doen. Als we de weg van Jezus gaan dan mogen we er zeker van zijn dat de woorden van Maleachi uit de eerste lezing ook voor ons gelden: God gaat met ons mee en laat Zijn zon over ons opgaan en legt als beschermende vleugels zijn genezende en verzoenende kracht over ons.