Als u volhardt zult u uw leven winnen

© Mariet Stikkers, Heerlen 2007



Daarmee eindigt de evangelielezing van vandaag. Als u volhardt zult u uw leven winnen.

Ondanks alle verschrikkingen dus tóch een blijde boodschap! Maar daar gaat wel heel veel aan vooraf.

 

Laten we eerst nog eens kijken naar de lezing uit het boek van de profeet Maleachi. Zijn naam betekent: mijn bode, bode van Jahwe dus, bode van God. God spreekt door de mond van de profeet. Kennelijk waren er in die tijd – zo rond 500 voor Chr. – in Israël mistoestanden ontstaan, zoals zo vaak in de geschiedenis. Met grote nadruk pleit de profeet voor de naleving van het verbond met Jahwe, het verbond van liefde en gerechtigheid. Hij waarschuwt: de dag van uitzuivering, de dag van gerechtigheid zál komen, hoe dan ook. Een paar maal herhaalt hij het: die dag gaat komen! Hij wil het de mensen op hun hart binden! Weet wel, let toch op! Zó zal het gaan: mensen die God trotseren, dat is: te trots zijn om God te erkennen, geen respect voor Hem hebben, die zullen worden als kaf. Kaf is dat deel van het koren dat geen waarde heeft. Mensen die van een boerderij komen weten het maar al te goed: kaf wordt verbrand, er hoeft niets van over te blijven, het dient immers nergens toe. Maar, zo staat er in de tekst: ú die mijn Naam vreest, voor ú zal de zon van de gerechtigheid opgaan, voor ú zal het uiteindelijk goed komen.

De naam van God vrezen betekent: ontzag en respect hebben voor Hem, voor wat Hem ten diepste beweegt, voor zijn bedoeling met ons mensen. Dat kunnen we b.v. lezen in het boek Exodus, het boek van de uittocht uit Egypte. Toen het volk Israël zonder hoop rondzwalkte in de woestijn sprak God: “Ik heb de ellende van mijn volk gezien en zijn geschrei gehoord. Ik ben gekomen om jullie te bevrijden. IK ZAL ER ZIJN. Dat is mijn Naam.”

IK ZAL ER ZIJN. Wij kunnen de Naam van God respecteren door er te ZIJN, te zijn voor de verdrietigen, de lijdenden, de mensen die er slecht aan toe zijn, degenen die buitengesloten worden, eenzaam en ellendig zijn. Niet trots, hoogmoedig en egoïstisch leven, alleen bekommerd om onszelf, maar vrijuit met open ogen en oren aanwezig zijn bij de ander, gemeenschap stichten, verbindingen aangaan, dienstbaar en liefdevol leven, opkomen voor wat eerlijk en rechtvaardig is. Dat is niet vanzelfsprekend. Want vaak zal zo’n keuze ingaan tegen de algemene mening. We moeten het immers góed hebben, de economie moet groeien, het gaat om de winst, geluk hangt samen met hebben. Niemand moet dat mooie plaatje dwarsbomen!

 

In het evangelie van Lukas horen we het nog eens op een andere manier: de leerlingen zullen omwille van de Naam van God, de naam van Jezus, veel moeten lijden. Het lijkt alsof ze de verkeerde weg hebben gekozen. Maar laat je niet op een dwaalspoor brengen, zegt Jezus, door niets of niemand. Niet door wat er allemaal gebeurt aan vreselijks en ook niet door wat er allemaal gezegd en voorspeld wordt. Wees niet bang als de gevestigde orde van macht en aanzien in elkaar stort. Zelfs als die prachtige tempel van ons in elkaar stort geef ook dan de moed niet op. 

Jezus waarschuwt zijn leerlingen: juist in onzekere en bedreigende tijden zal je geloof op de proef worden gesteld. Valse profeten zullen opstaan en proberen je te beïnvloeden. Laat je niet gek maken. Blijf standvastig en vertrouw op mij. Je kunt worden gehaat en vervolgd om mijn naam, omdat je in mijn boodschap van liefde gelooft, ja je kunt er zelfs om ter dood worden gebracht, maar blijf trouw aan de eens gekozen weg, de weg van het Evangelie. Blijf opkomen voor de gerechtigheid. Denk aan de Naam: IK ZAL ER ZIJN.

Jezus verkoopt hier geen mooie praatjes! Hij is zelf immers ook trouw gebleven aan die weg. Zijn weg werd letterlijk een KRUISWEG. Dat was de consequentie van zijn keuze.

 

Waarom was die weg van Jezus naar het kruis voor hem niet te vermijden?

Het is een gegeven in onze wereld dat mensen die opkomen voor recht en gerechtigheid vaak letterlijk op een tijdbom leven. Hun getuigenissen zijn bedreigend. Ze tasten de gevestigde orde aan, de macht van de rijken en de mensen die het voor het zeggen hebben. Ze zijn een luis in de pels. Ze boren gaatjes in de ogenschijnlijk hechte muren van de zekerheid. Het zijn de zgn. klokkenluiders in onze wereld: de mensen die de onderdrukkende machten aanklagen, de mensen die vragen stellen bij de oorlog in Irak, mensen die oneerlijke handel aan de kaak stellen: kinderarbeid, gebruik van pesticiden, stelen van de grond van de arme boeren. Het is de jonge inheemse journaliste in Darfur, dochter van een politieman, die het regime van haar land aanklaagt met gevaar voor eigen leven. Misschien hebt u haar indrukwekkende getuigenis gezien en gehoord. Niets kan haar weerhouden!

Maar ook hier zijn er mensen die hun mond niet houden over wat werkelijk niet deugt. Misschien zijn we het soms zelf, als we het onrecht in eigen kring, in eigen straat of stad  hardop durven noemen. We weten hoe moeilijk die weg is, soms héél moeilijk. Maar als we eenmaal echt voor de weg van het evangelie hebben gekozen zullen onze keuzes steeds minder moeilijk worden. Dan kunnen we niet anders. Dan groeit er in ons een overtuiging als een hechte plant die niet is uit te roeien. Ook al is het misschien nu nog niet zo ver met ons, we zijn waarschijnlijk al onderweg of in elk geval kunnen we beginnen aan die weg. Elke dag kan een stap zijn in de goede richting waar zoals Maleachi zegt ‘de zon van gerechtigheid opgaat die met haar vleugels genezing brengt’.

Jezus zegt hetzelfde op een andere manier: Als u volhardt zult u uw leven winnen.