De Droom van een Mens

© Nan Paffen, Heerlen 2001



Michiel zwerft vlak voor het kerstfeest op straat. Hij ontmoet Johan, de houtsnijder, die Michiel namaakt in hout. Hij blijft in de houtsnijwinkel van Johan slapen.

’s Nachts droomt Michiel dat de houten poppen tot leven komen: een tuinman, een bakker, een soldaat, een koning, koningin en prinses, een zanger en een meisje met een roos in het haar. Samen met de poppen gaat Michiel op stap. Ze volgen een opvallende ster. Onderweg komen ze allerlei moeilijke of verdrietige situaties tegen; en de poppen zien dat zij daar iets kunnen betekenen: zo blijft de tuinman achter op een plek waar de aarde verwaarloosd is en zingt de zanger een lied voor mensen die bedroefd zijn. De bakker blijft bij de mensen die geen brood hebben en de koning blijft met de koningin en de prinses in de stad waar de mensen elkaar niet verdragen. De soldaat blijft bij de kloof waar twee vechtende partijen tegenover elkaar staan. Iedere pop blijft waar hij nodig is.

Tot slot blijven Michiel en het meisje alleen over. De ster brengt hen bij het kerstkind.

En Michiel hoort de woorden van Maria: “Het is goed dat jullie hier zijn. De andere poppen hebben hun plek al gevonden. Zij doen wat ons kind later van mensen zal vragen. Hij zal het voorbeeld zijn. Met hem begint iets nieuws. Dat voel ik!”

Als Michiel en het meisje samen teruggaan naar huis komen ze langs dezelfde plekken die ze op de heenweg hebben gezien. Maar nu is alles anders. Grote en kleine veranderingen zijn zichtbaar waar de poppen zijn achtergebleven.

 

Deze droom van Michiel is het verhaal dat gedurende de advent in de kindernevendienst wordt verteld. Een verhaal, een beeld over de echte betekenis van het kerstfeest, een droom over de wereld waarvan Jezus ook droomde: het rijk van God. Het is de droom van Johannes, die zegt: bekeer je. Want als we zo doorgaan, zal die droom nooit werkelijkheid worden. Er is werk te doen. Mensen, ga aan de slag. Na mij komt iemand die het waar zal maken, die zal laten zien dat het ook kán: dat de droom van Gods rijk op aarde ook gebeurt waar mensen opkomen voor recht en gerechtigheid voor iedereen.

 

Een droom ook van Jesaja, een visioen van hoop voor mensen die in de duisternis van de ballingschap leefden, een visioen van een God die zijn volk niet in de steek laat, beelden van een wereld waarin vrede is, waarin de vrede zelfs tot de dierenwereld is doorgedrongen. Een wereld wellicht zoals God zich die gedroomd had. Een droom van een wereld!

“Dan huist de wolf bij het lam, vlijt de panter zich neer naast het geitje,
grazen tezamen het kalf en het leeuwenjong, een kleuter kan ze weiden!

Koe en berin hebben vriendschap gesloten, hun jongen liggen naast elkaar,
en de leeuw vreet hooi met het rund.

 

Maar ook: een droom van een mens!

En Jesaja ziet die mens al helemaal voor zich:

 “hij zal geen oordeel vellen naar uiterlijke schijn,

hij zal geen uitspraak doen op grond van geruchten.

De kleinen zal hij recht verschaffen,
een eerlijk vonnis over de geringsten der aarde.”

Een droom van een mens, de droom die God van mensen heeft!

Een droom, die ook beantwoordt aan het diepste verlangen dat wij zelf hebben van het leven. Wie zou niet iemand willen zijn die wijs is, raad weet en recht doet aan anderen? Wie wil niet diep in zijn hart dat er een wereld komt waarin wij niet vijandig en agressief tegenover elkaar staan?  Een wereld waarin wij zonder argwaan ruimte maken voor elkaar? Een wereld waarin de grote verschillen tussen arm en rijk zullen verdwijnen? Een wereld waarin niet bommen en macht de verhoudingen bepalen, maar waar met elkaar gepraat wordt over een leefbare samenleving, voor iedereen.

Die droom van God, die de droom van ons allemaal zou kunnen zijn, is zo gek nog niet.

In de bijbel wordt ons die droom voorgehouden, opdat wij ons eigen verlangen erin zouden herkennen en er metterdaad gestalte aan zouden gaan geven.

Wie eraan begint zal merken dat deze droom waarheid kan worden. Het kan, als wij er aan gaan staan, als wij de droom van het kerstkind mee helpen verwezenlijken, als wij net als de poppen in de droom van Michiel zien waar wij nodig zijn: in zorg voor de aarde om ons heen, in de liefde voor mensen om ons heen, in het bouwen van bruggen tussen mensen en volkeren, in het mee-leven met mensen vol pijn of verdriet, in het respecteren van verschillen in levensvisies. Zo kunnen wij in deze tijd voor Kerstmis vrede en gerechtigheid tot stand brengen op kleine plekken in de tijd. Dan zullen mensen zien: (soms, heel even) dromen kunnen waar worden, als wij er maar in geloven, als wij er maar aan gaan staan! Amen.