3e Advent

© Geert Bles, Heerlen 2001



Begroeting:

In de Advent staat Johannes de Doper in het evan­gelie centraal. In de lezing van af­gelopen Zondag komt hij krachtig en bewust over. Hij waarschuwt onom­wonden farizeeën en sad­duceeën: 'Adde­rgebroed, wie heeft u voor­gespiegeld dat u de komende toorn kunt ontlopen?  En hij kondigt de Messias aan: "Hij die na mij komt is nog krach­tiger dan ik." Maar als Johannes in feite ziet en hoort hoe de Messias optreedt, dan wordt hij onzeker. Want Jezus is helemaal niet de krach­tige figuur,die hij zich had voorges­teld. Hij raakt in twijfel en vanuit de gevangenis stuurt hij mensen naar Jezus met de vraag: 'Ben jij wel echt de Messias?'

 

Overweging:

Wij allen kennen, in deze tijd meer dan ooit, bij onszelf een intens verlan­gen naar een andere wereld dan de wereld waarin wij leven. Een intens verlan­gen naar de komst van de Mes­sias, van het Rijk Gods, van vrede op aarde, een menswaar­dig bestaan voor alle men­sen, een rech­vaar­dige wereld. Maar juist in deze tijd, met de beelden van vlieg­tuigen die zich in de twee torens boren nog op ons netvlies, lijkt het een utopie. Juist in deze tijd nu geweld hoogtij viert en bijna overal beantwoord wordt met tegengeweld en bommen, lijkt die wereldvrede verder weg dan ooit, een onhaalbare kaart. En toch!

 

Vandaag in het evangelie worden we geconfronteerd met twee profeten die een andere wereld aankondigen, Joh. de Doper de laatste van het oude verbond, en Jezus de profeet van het nieuwe verbond. Beiden kondigen de nieuwe wereld aan, maar beiden verschil­len nogal in hun visie, hoe dat koninkrijk er zal komen, en in hun aanpak. De ene, Johan­nes, is ongedul­dig, hard en fel; de ander is mild, zacht, men­selijk? De ene haalt uit tegen het kwaad en tegen hen die slachtoffers maken; de ander is mild en zacht en schaart zich aan de zijde van de slach­toffers. Over dat verschil in aanpak wil ik met u nadenken. 

 

Een jonge vrouw, Michelle Chalfoun schrijft een boek, dat ze op draagt 'aan iedereen die van me hield, toen ik niet van mezelf hield.' Ze ver­haalt over zichzelf, over haar keuze om als jong meisje in het circus te gaan werken, over hoe ze daar totaal aan lager wal raakte en aan drugs.'Na drie jaar circus', zegt ze,' was ik emotioneeel en physiek kapot. Ik koos voor een andere weg. Ik ging terug naar school om lerares Engels te wor­den. Ik wilde het nor­male leven oppakken, maar ik had een erg lage dunk van mijzelf. Ik schaamde me, omdat ik mijn leven had verpest. Ik kom uit een mooi gezin. Ik ben goed op­geleid, en dat alles dan zo kapot gaat. Vrienden zeiden toen: we gaan net zolang van jou houden totdat jij weer van jezelf houdt. Aan hen heb ik het boek op­gedragen.'

 

 "We gaan net zolang van jou houden, totdat jij weer van jezelf houdt". Michelle mag er zijn van haar vrien­den/innen; en zo mag ze er ook weer zijn van zich­zelf; ze krijgt haar zelfvertrouwen en zelfrespect terug; ze gaat weer rechtop; ze is ver­rezen. Er is een wonder aan haar gebeurd door de houding van vrienden. Zij hebben haar weer tot leven gewekt.

 

Is de houding van Michelle's vrienden/innen niet, wat Jezus deed bij men­sen, die er niet moch­ten zijn? In Jezus' aan­wezigheid, door zijn houding, geloven mensen weer in zichzelf, in hun krach­ten, in wat ze wél kunnen. In zijn aan­wezigheid kijken zij niet meer naar zichzelf door de ogen van de wereld. In zijn aan­wezigheid voelen armen, zieken, weduwen, uitgestotenen, melaatsen, zondaars dat ze er mogen zijn. Was God's naam niet: "Ik ben er voor jou?" En was Jezus niet dé beelddrager van die God met die naam? Niet van een donder­god, niet van een almach­tige god die loont en straft, maar van een lieve God, die er is voor jou en jou aanspreekt, niet op wat je niet hebt/kunt, maar op wat je wél hebt/kunt. Michelle's verhaal raakt de kern van de boodschap van Jezus.

 

De Doper is de voor­loper. Hij heeft geij­verd om de weg te banen voor de Mes­sias; hij heeft het volk de weg gewezen; hij heeft zich verzet tegen het kwaad dat hij om zich heen zag en zich gericht tot de machthebbers en daar­bij geen onderscheid gemaakt. Maar hij heeft er ook een prijs voor betaald.Hij belandde in de gevan­genis. En daar, in de stilte van de cel, slaat de twijfel toe. Hij hoort dat Jezus het zo anders doet, zich ophoudt met de kleine mensen en met zon­daars. Johannes wil zekerheid en hij stuurt zijn leerlingen naar Jezus om op de man af te vragen: Ben jij de Mes­sias of ver­gis­sen we ons? Jezus gaat zich niet verdedigen, maar stuurt hen terug om aan Johannes in de gevangenis te vertellen over de wonderen die gebeuren bij al die kleine mensen. "Vertel hem wat je gezien hebt: Mensen die er niet mochten zijn, mogen er weer zijn; mensen die niet meer in zich­zelf geloofden, geloven weer in zich­zelf; mensen die blind waren, zien; doven horen, gehandicap­ten komen rechtop, doden verrijzen; zelfs tol­lenaars en hoeren worden niet af­geschreven maar krijgen nieuwe kansen. Is dat niet het wonder dat bij Jezus gebeurt? Niet het physieke genezingswonder, maar de wonderlijke transfor­matie van mensen, die er in onze wereld niet mogen zijn, maar die er bij Hem (de messias die komen gaat!) wél meetel­len en centraal mogen staan?

 

Precies in die grondhouding lag het verschil tus­sen Johannes en Jezus. Net als Jezus had ook Johannes een nieuwe wereld voor ogen, Gods Rijk; daarom noemt Jezus hem de grootste die geboren is uit een vrouw. Jezus heeft respect voor Johan­nes; Hij noemt hem een gaaf mens, een groot profeet. Maar Johannes heeft een andere kijk hoe dat Rijk van God er moet komen. Hij is van het harde soort (de beuk erin); hij richt zich vooral op leiders, koningen en mach­tigen, die slachtof­fers maken, die mensen onderdrukken. Jezus is van het milde soort, hij richt zich tot kleinen en uit­ges­lotenen zelf, die slachtoffer zijn geworden van de mach­tigen; hij solidariseert zich met hen; hij laat hen voelen 'je mag er zijn'; zijn benadering maakt kleinen sterk en doet hen opstaan. Ook al is zijn houding anders, het is allesbehalve een slappe houding. Ook Hij betaalt een prijs; Hij belandt op het kruis voor zijn keuze.  

 

In deze verwach­tingstijd zien we uit naar de geboorte van die Jezus. Het kind, dat - als Hij vol­wassen zal zijn - zó met mensen zal om­gaan, staat op het punt geboren te wor­den. Zijn boodschap is bemoedigend voor al diegenen, die in de ogen van de wereld niet meetel­len, en houdt tegelijk een opdracht in voor ons om de Michelles van onze tijd te zien. 

 

Want Michelle (hoeveel Michelles zijn er niet in deze wereld?) leeft weer, dank zij haar vrienden/innen, die zeiden: Wij gaan net zo lang van jou houden, totdat jij weer van jezelf houdt.