3e Zondag van de Advent

© Eline Claassens, Heerlen 2008



Wie bént U? Voor die vraag waren priesters en Levieten helemaal uit Jeruzalem gekomen. Johannes’ aantrekkingskracht in de woestijn, in Betanië aan de overkant van de Jordaan, voelde steeds meer als een bedreiging van de macht van de gevestigde orde.

Wie bent U vragen ze hem? Johannes vindt niet zo snel de juiste antwoorden, het is ook een van de moeilijkste vragen die je iemand kunt stellen.

Hij begint met te zeggen wie hij niet is, niet de Messias, Elia niet, de profeet niet.

 

Maar wie bent u dan?

Op die vraag, wie ben jij, wie ben ik, wil ik dieper met u ingaan, omdat ze zo wezenlijk is om een antwoord te vinden op mijn vraag in het begin, waarom raakt u, raken wij, ik, niet verheugd of gaan niet uit ons dak als we het blijde nieuws van Jesaja horen:

gebroken harten worden verbonden, gevangenen vrijgelaten, wie geketend is ervaart licht en bevrijding; ons heil zal ontkiemen…

 

Waar zijn wij mee bezig dat die blijde boodschap niet bij ons binnenkomt?

Hoe kunnen wij kerstmis vieren, ons leven zo inrichten dat God kan komen,

wat belemmert ons, u en mij, om vragen als “wie ben ik, wie ben jij” te stellen…

Waarom stellen we die vragen vaak uit tot momenten waarop je niet meer anders kunt, als je verliefd bent, tot je ouders of grootouders wordt, het moment waarop je je roeping, aanvaardt, als je dood gaat…

Om elkaar en jezelf te durven bevragen op hoe is mijn band met God,

of hoe geven we ons leven zó vorm met elkaar dat Hij kan komen,

wat hebben we daarvoor nodig, welke drempel moeten we daarvoor nemen?

 

Zie ik mijzelf als mens tussen medemensen,

als mens die het leven gekregen heeft om mens te worden,

wat moet ik doen en laten om die mens te worden?

Zie je jezelf als iemand die liefde kan geven en ontvangen,

die aangewezen is op de liefde van God?

 

Hoe geven wij met elkaar hier vorm aan ons leven en onze gemeenschap

opdat God kan komen in deze  wereld,

als we Jes. en Johannes al niet horen als brengers van een blijde boodschap?

Hoe ruimen wij op wat ons hindert, hoe vergevingsgezind ben ik,

durf ik opnieuw te beginnen,

hoe open ben ik om me te laten raken  door de blijde boodschap van vandaag ?

 

Wat kunnen wij nu doen, concreet, wat mag er niét gebeuren?

Misschien moet onze liturgie ons meer aanzetten en uitdagen om levensvragen boven tafel te krijgen, door vooral ook te luisteren naar elkaar…

hier in deze ruimte, onder deze overweging

 

Mag ik u uitnodigen om bv. met uw buur voor of achter, of met iemand met wie u al lang eens had willen praten, een paar minuten te praten over

wie ben ik, wie zou ik willen zijn, wij ben jij, wie zou jij willen zijn?

 

zoemtijd

 

De  vraag was:

Hoe kan God komen in deze wereld, in mij,

wanneer voel ik dat Hij mij draagt, dat Hij kan ontkiemen in ons zoals Jes. vandaag zegt

wat een mooi woord is dat ontkiemen….dat er kan ontkiemen wat er is…..

 

Johannes als rank aan de wijnstok zegt,

of misschien schreeuwt ie wel uit als de autoriteiten hem ondervragen:

als mens moet je één ding doen

de weg vrij maken voor Hem die komt

voor wie er is, als je Hem wil zien

op onvoorziene plekken en bij niet geziene mensen, Amen