3e Zondag na Pasen

© Mariet Stikkers, Heerlen 2008



We hoorden twee indringende lezingen. In de Handelingen van de Apostelen is Petrus aan het woord. Hij, andelingen Petrus is een van de leerlingen die na de dood van Jezus aan de slag gaan om het verhaal van Jezus, Zijn blijde boodschap, door te geven. Zij beroepen zich daarbij op hun ervaringen met de levende Jezus: Hij is niet dood, Hij leeft!

Petrus is een welbespraakt en diepgelovig mens, ondanks zijn wankele momenten; hij heeft Jezus immers driemaal verloochend. Maar Jezus heeft toch op hem vertrouwd en gebouwd: Petrus jij bent de rots waarop mijn beweging verder gaat. Jij moet de toekomst dragen, jij moet jezelf daar helemaal voor inzetten. En Petrus heeft het verstaan. Heel goed verstaan zelfs. Hij is gaan zien wie Jezus is. Niet een machtige tovenaar of wonderdokter, niet een machtig heerser in Israël. Nee, Jezus is een geroepene van God. Een mens die zich totaal beschikbaar heeft gesteld voor Gods grote daden. Een mens die zich gegeven heeft voor Liefde en Gerechtigheid. Een mens die de werking van God in zijn leven heeft toegelaten, helemaal, onvoorwaardelijk. Een mens die zo goed was als God zelf. De kern van Petrus’ geloof is: God heeft zich in Jezus geopenbaard. In Jezus is Hij aan het Licht gekomen. God heeft door Jezus de goede en grote daden verricht, God heeft Jezus door de dood heen gehaald. Petrus heeft het begrepen en nu moet hij dit blijde nieuws verkondigen. Hij getuigt hartstochtelijk van zijn geloof in Jezus. Hij wil ook ons betrekken in dat geloof en die hoop dat de dood het laatste woord niet heeft.

 

Petrus heeft het beter begrepen dan de leerlingen die op weg zijn naar Emmaüs. Hun verwachting van Jezus was bevrijding van het Romeinse juk. Zij dachten nog steeds dat Jezus een soort nieuwe heerser of koning zou zijn. Ze zijn diep teleurgesteld, want nu is hij dood. Wég bevrijding! Ze blijven er maar over bezig en als er een vreemdeling met hen meeloopt zijn ze kennelijk blij dat hele verhaal nóg eens te kunnen vertellen: Hun grote meester waar ze zoveel van verwachtten is omgebracht. De boodschap bij zijn graf aan de vrouwen dat Hij zou zijn opgestaan uit de dood lijkt ook niet te kloppen. Niemand heeft Hem immers gezien.

De vreemdeling is verbaasd dat ze niet weten wat er hierover in de Schrift staat. Móest het juist allemaal niet zó gaan zoáls het gegaan was? Was dat niet de consequentie van Jezus’ totale keuze voor de weg van gerechtigheid en liefde? Dat is stof om over na te denken….

Als ze zijn aangekomen bij Emmaüs vragen de leerlingen of de man niet wil blijven overnachten. Het is immers al laat geworden. Hij kan gerust meeëten. Ze gaan aan tafel en wonderlijk genoeg breekt híj het brood voor hen. En dan gaan hun ogen open! Het is Jezus zelf! Hij is hier! Maar onmiddellijk verdwijnt Hij weer uit hun ogen. En dan beseffen ze pas hoe hij hen geraakt heeft toen Hij over de Schriften sprak, hoe hun hart in hun binnenste ging branden.

 

Hij brak het Brood. Hij legde de Schrift uit. Jezus zelf is in hun midden aanwezig. Misschien denken we: Wat een bevoorrechte mensen zijn die leerlingen van Emmaüs! Maar het geloofsproces van de Emmaüsgangers is in wezen ook het onze. Ook wij zijn vaak teleurgesteld over hoe het in het leven gaat, over hoe het in de Kerk gaat! Ook onze ogen zijn vaak blind en wij herkennen Hem niet in ons Midden. Wij herkennen hem misschien niet in zieken die het hoofd niet laten hangen, in armen die blijven vertrouwen in het leven, in moeders die vechten voor betere omstandigheden voor hun kinderen, in jongeren die een deel van hun tijd geven om anderen te helpen, in de talloze vrijwilligers die zich onbaatzuchtig inzetten voor de goede zaak. Wij herkennen hem misschien niet in mensen die zich met hun hele hebben en houwen geven voor een betere wereld.

In álle wederwaardigheden van het leven, zélfs als we de moed hebben opgegeven, is Hij met ons, kunnen wij geraakt worden door Zijn Liefde. Immers overal en in élke mens is zijn geest werkzaam. Hij loopt als het ware steeds met ons mee.

Wij herkennen Hem vaak niet jammer genoeg. Misschien ook nu niet….  maar juist nú is Hij op bijzondere wijze onder ons aanwezig, want Eucharistie vieren is gedenken en doen wat Hij deed. Hier in deze gemeenschap mogen wij het teken stellen van zijn aanwezigheid. Wij worden aangeraakt door zijn kracht als ons hart bereid is Hem te ontvangen, als we Hem werkelijk willen binnen laten: “Blijf bij ons…”. Dan kan Zijn Woord ons van binnen in vuur en vlam zetten. Dan zullen wij Hem herkennen in het Breken van het Brood. Dan kan het wonder gebeuren, ook aan ons. Dan mogen wij net als Petrus dragers en getuigen zijn van zijn levende en levengevende aanwezigheid.