Een wonderlijk verhaal: Jezus
overschrijdt grenzen, Hij breekt muren af en bouwt bruggen. Hij treedt in
gesprek met een vrouw.
Dat was in de cultuur van toen ongewoon, vreemd, ongekend,
verdacht. Letterlijk staat er in het evangelie: “het verwonderde de leerlingen
dat Hij in gesprek was met een vrouw.” En een tweede grens die Hij
overschrijdt: Hij, een jood, vraagt een dienst aan een samaritaanse. Ook dat was ongewoon; joden en samaritanen stonden mijlen ver uit
elkaar, tegenover elkaar. “Joden willen met de Samaritanen niets te maken hebben”, zegt het evangelie. Beide groepen beriepen
zich erop, dat ze de ware godsdienst hadden “Onze samaritaanse
voorouders”, zegt de vrouw tegen Jezus, “hebben op de berg Gerizzim
God aanbeden, maar volgens Joden is Jeruzalem de plaats waar men moet
aanbidden.” Hoe wonderlijk actueel is dit verhaal!
Door de
getuigenis van een naamloze vrouw - twee keer de mindere, zij is vrouw en zij
is samaritaanse – gaan vele samaritanen
in Jezus de verlosser geloven. Want wat gebeurt er in dat toevallige contact
van haar met Jezus bij de waterput? Taboes worden doorbroken, vooroordelen
opzij geschoven, muren geslecht. ‘n Spontaan contact, zonder vooringenomenheid,
in gelijkwaardigheid, wordt een geschenk dat je zomaar kan overkomen. En dan -
of liever juist daardoor, door dit contact van mens tot mens - vindt het onverwachte plaats: gesloten geesten gaan open, vijanden
worden vrienden. Hier gebeurt het rijk Gods, hier gebeurt de hemel op aarde. Maar let wel, het begint bij Jezus: Hij opent het gesprek; Hij laat
zich leiden door een open geest, niet door vooringenomenheid, niet door ‘wat
men denkt, wat men zegt’. En zijn houding wekt vertrouwen bij haar en
roept wederkerigheid op; en zo ontspint zich een gesprek van mens tot mens, in respect, zonder
veroordeling.
Jezus optreden is verrassend nieuw in tweeërlei opzicht:
Hij doorbreekt het taboe van het publieke man-vrouw
contact, en tegelijk overstijgt Hij het gekissebis over een godsdienst, die aan
een bepaalde plaats gebonden zou zijn. Niet op de berg Gerizzim
(zoals de Samaritanen beweren) en niet in Jeruzalem (zoals de Joden beweren)
wordt God aanbeden. Geloof in God is niet gebonden aan een plaats, maar gebeurt
‘in geest en waarheid’, in het hart. Hij wijst erop dat waarachtig geloof alle
plaatsen overstijgt.
Hoe actueel is de boodschap,
die Jezus uitdraagt, voor onze situaties in 2005! Waar moet God gediend worden?
In kerk of moskee, in synagoge of tempel? Hele bevolkingsgroepen slaan
er elkaar de koppen voor in; wij verbranden of bekladden elkaars
gebedsruimtes en gebruiken een taal van onverzoenlijkheid. Geweld roept geweld
op; godsdienstige opvattingen en uitingen lijken soms onoverbrugbare kloven
tussen mensen. Hebben wij als Christenen dan het alleenrecht? Wij zijn geneigd om naar de anderen te
wijzen; zij dienen zich volgens ons aan te passen. “Christenen en Moslems
willen niets met elkaar te maken hebben.” Wij staan angstig tegenover elkaar: wij en
zij!
Het antwoord van Jezus is van
onschatbare waarde en geeft ons de richting aan: God is aan geen plaats
gebonden. Hij wil er gewoon zijn voor ons, daar waar wij er zijn voor Hem. Daar
waar mensen eerlijk leven in zijn geest, daar is Hij aanwezig. Willen mensen
Hem gezamenlijk vieren op een plaats, prima! Willen we dat doen in een gebouw, prima! Als we maar
weten dat de plaats waar dat gebeurt en de manier waarop niet relevant zijn
voor God. Het
gaat om geest en waarheid, om het hart, om de innerlijke houding. Die
innerlijke houding en de daden die vanuit die innerlijke houding gesteld
werden, hebben Jezus tot verlosser van de wereld gemaakt. Ook onze wereld heeft vandaag - in
zijn voetspoor - verlossers nodig, mensen die leven mogelijk maken doordat zij
leven in de goede geest en in waarheid. De goede geest van openheid naar
elkaar, van luisteren naar elkaar, van respect voor elkaar.
Hoe wonderlijk actueel is
zijn boodschap vandaag! We zijn dit weekeinde bijeen geweest in deze kerk:
christenen en moslems. Kunnen we zeggen van onszelf, dat we de ander tegemoet
treden met onbevangenheid? met respect? op voet van gelijkwaardigheid? zonder
vooringenomenheid? Of weten we het
allemaal: zij zijn vrouwonvriendelijk; zij zijn onbetrouwbaar; zij zijn… vult u
maar in; zij moeten inburgeren, zij moeten zich aan onze waarden
en normen houden, zij moeten integreren, zij moeten zich aanpassen?
En wij dan? Als wij de
boodschap van Jezus verstaan, zouden wij dan niet een starre houding van
zelfingenomenheid moeten afleggen? Hen onbevooroordeeld tegemoet treden,
contact zoeken, van mens tot mens? Zou dat niet zijn wat Hij ons aanreikt? Dat
is pas echt bruggen bouwen; dat is pas
echt bouwen aan een hemel op aarde, het rijk Gods. Wij komen er niet langs: als christenen, die in
zijn voetstappen willen gaan, zullen wij de uitdaging moeten aangaan.
Ik eindig met dit gedicht:
Contact
Jij
keek mij aan; ik voelde mij vrij.
Jij
drong je niet op; ik voelde de ruimte in mij groeien.
Jij
kwam niet te dichtbij, jij bleef niet te ver weg.
Jij
liet mij 'ik' zijn, jij bracht me thuis bij mijzelf.
Zo kon
ik je vertellen, wat ik voelde,
wat
ik dacht, waar ik mee vocht.
Zo kwam
ik op verhaal.
Toen
jij weg was, wist ik: 'er was contact'.
Jouw
zijn gaf mij een 'wij'gevoel.
Ik
voelde verbinding.
(Marinus v.d. Berg)