Vrede - Oproep ten Leven

© Nan Paffen, Heerlen 2003



 “Vrede”, zei Jezus tegen hen, toen hij plotseling in hun midden stond. En om te laten zien dat hij meer is dan een spookbeeld of hallucinatie, laat hij hen zijn handen en voeten zien en eet hij een stuk vis. Geloven is geen zweverige bezigheid, geloven heeft te maken met de realiteit, met de werkelijkheid van alledag. Geloven is tastbaar en concreet. Wat de leerlingen toen ook ervaren hebben, het heeft hen in elk geval met nieuwe ogen naar het leven en de verhalen van Jezus laten kijken; alles wat Jezus gedaan en gezegd had kreeg nu pas langzaam een veel diepere betekenis. Ze hadden drie jaar lang met hem opgetrokken, ze stonden er met de neus bovenop en toch begrepen ze vaak niet veel van wat hij zei en deed. Als Jezus sprak over het koninkrijk Gods, dan maakten zij ruzie over wie daar dan aan zijn rechterhand mocht zitten. Als Jezus vooruit wees naar zijn lijden en dood, dan had Petrus ferme taal paraat om hem desnoods met het zwaard te verdedigen.

Vrede brengen, sjaloom, bevrijding uit dood en ziekte, uit eenzaamheid of uitsluiting, bevrijding uit dodelijke situaties. Jezus bracht mensen opnieuw ten leven. Pas nu Jezus dood was, kon het inzicht rijpen; zagen ze wat hij echt bedoeld had of, zoals Lucas het vandaag zegt: toen opende Hij hun verstand om de Schriften te begrijpen. Jezus wil zijn leerlingen niet dwingen tot geloof. Daarom legt hij hun de schriften uit. Daar werd hun geloof geboren: in het hart dat ontvankelijk werd voor Gods woord. Uiterlijke bewijzen van de verrijzenis bestaan er niet; wel zijn er tekens die ons op weg kunnen zetten. Een verschijning is zo'n teken.

En dan gebeurt er iets met hen; dan kunnen ze niet meer stil blijven; ze gaan getuigen in woord en daad. De preek van Petrus uit de 1e lezing volgt op een genezing en zijn preek eindigt met een oproep: bekeert u, dat betekent letterlijk: keer om, kom op voor die sjaloom, die vrede, die omgekeerde wereld, dat Rijk Gods; maak er wat van. Sta op, het is te doen!

Dat hebben Petrus en de andere vrienden en vriendinnen ingezien na Jezus' dood. Er moet blijkbaar in het leven van een mens iets gebeuren, waardoor je gaat nadenken wat belangrijk is en waardevol in het leven. Dat kan zijn de dood van iemand die je heel dierbaar was; of juist de geboorte van een kind; of een oorlogssituatie….

Dit weekend vieren we dodenherdenking. En daarmee ook herdenking van die velen, die aan dat begrip sjaloom, aan die oproep tot nieuw leven, anders leven, concreet gestalte hebben gegeven: die vaak onzichtbaar hebben geprobeerd levens te redden in de oorlog, die hebben geprobeerd voedsel en kleren te geven aan wie niets meer hadden, die niet profiteerden van de ellende en armoe van anderen. 

Kranten en tijdschriften staan in deze tijd vol van verhalen van mensen die oorlogskampen hebben overleefd. Zoals het verhaal van dhr. Hamburger, een joods aankomend arts, die in de eerste oorlogsjaren geprobeerd heeft Joden voor transport te behoeden (door te laten lijken of ze malaria hadden of typhus), en na de oorlog vooral de laatste jaren zich sterk inzet voor vluchtelingen van nu.  Deze man zegt, als iemand hem vraagt naar God: "ik heb nooit getwijfeld aan God, ik was daar ook niet zo mee bezig. In onze traditie is het belangrijk dat je Zijn geboden volgt. En als je door dat volgen van die voorschriften een band met God krijgt, is dat mooi meegenomen". Ik zou dat voor mezelf nooit zo kunnen loskoppelen, maar wat mij aanspreekt is het feit dat geloven niet iets is, dat je alleen voor jezelf houdt en doet, maar dat het in je levenswijze herkenbaar is. Herkenbaar als sjaloom, als vrede voor jezelf en je omgeving. Dat is mijn ideaal! Met andere woorden, maar voor mij wel hetzelfde bedoelend, zegt de abt van Egmond: “als je God zoekt, krijg je een plaats tussen de mensen”

 

“Vrede”, zei Jezus tegen hen, toen hij plotseling in hun midden stond. Sjaloom. Daaraan wil Jezus herkend worden. Dat is de opdracht, die hij zijn leerlingen meegaf. Dat is ook onze opdracht. In ons eigen dagelijks leven en samenleven gebeuren veel mooie dingen, maar vaak worden ook heel wat mensen benadeeld: Een eigen, oprechte mening wordt soms maar niet uitgesproken omwille van 'de lieve vrede'; vervelende opmerkingen tegenover mensen met een uitkering worden vaak niet tegengesproken omwille van 'de lieve vrede'; omwille van 'de lieve vrede' slik ik als ouder soms mijn commentaar maar in. We laten ons vaak leiden door ons jachtige, materialistische leven van alledag, waarin vooral plaats is voor werken, presteren, geld verdienen, status ophouden. We weten 't wel, we horen 't wel, waar het in het leven werkelijk op aan komt, maar we leven door: snel, snel.

 

Maar toch…., het kan. Ik kan evengoed voorbeelden aanhalen van situaties waar 'omwille van de lieve vrede' heel veel goeds gebeurt. Dicht bij om ons heen. Maar ook in ons land zelf. De uitverkiezing van 'de helden van 2002' geeft aan hoe concreet het werken aan die sjaloom, aan dat rijk van God ook in onze tijd nog gebeurt.  Het is te doen, zo getuigde Petrus al. Het is te doen, zo zien we, ondanks andere geluiden, ook nu nog om ons heen. Het is alleen vaak onzichtbaar en zo weinig vanzelfsprekend.

Er zijn vele gebeurtenissen die ons op het spoor kunnen zetten van een andere wereld waarin liefde en vrede de grondtoon zetten; een wereld waarin Jezus' vrede zichtbaar wordt in ons midden. Daarvan mogen we getuigen; daarvoor moeten we als echte christenen het voorbeeld willen geven. Aan die vrede zouden mensen ons moeten kunnen herkennen.

Amen.