MUNA
Twee jaar geleden vluchtte Muna Bushara met haar man en gezin uit Soedan naar
Nederland. Zij is 25 jaar en moeder van vier kleine kinderen, een jongetje van
7 en drie meisjes van 5, 2 en 1 jaar. Muna was van het groepje dat hier
op Vrijdag in de koffiekamer bijeenkwam vanuit Imstenrade. Op 8 Januari kwam
het bericht van justitie dat haar vluchtverhaal niet erg genoeg was. Zij
moesten terug naar Soedan. "Wij dachten", zegt Muna, "dat de
politie ons kwam vertellen dat we naar een ander AZC zouden verhuizen. Maar we
moesten eruit en werden op straat gezet. We vroegen hen om even geduld met ons
te hebben, want twee kinderen waren nog op school, maar dat mocht niet."
"Toen wij in Soedan leefden", zegt Muna, "leefden wij steeds in
angst; hier hadden wij dat gevoel niet. Het was fijn om eens zonder angst te
leven. Nu we hier op straat staan is de angst er weer opnieuw." Het
meisje van 5 is heel erg ziek (vorm van allergie in haar maag), en afhankelijk
van een strak dieet. Dat kind zal het niet overleven, als ze terug moeten naar
Soedan. Toen ik Muna en haar gezin zag, en de angst in haar ogen, op 8 Januari,
dacht ik: "God doe wat". En wat deed God? Muna en haar gezin zijn
voor het moment onderdak, dankzij goede mensen.
MOZES
Het doet mij denken aan wat ik vandaag beluister in de eerste lezing, in het
roepingsverhaal van Mozes. God doet een appèl op Mozes. "Ik heb de ellende
van mijn volk in Egypte gezien", zegt Hij. "Ik ken hun lijden en ben
afgedaald om hen te bevrijden". En dan tegen Mozes: "Ga jij er
dus heen. Ik zend jou naar de Farao. Jij moet mijn volk uit Egypte
leiden". Ja, God maakt gebruik van mensen. De Naam van God - "Ik ben
er voor jullie"- is niet alleen belofte, maar moet gedaan worden dòòr
mensen.
Dit verhaal van het volk van Israël in ballingschap in Egypte en van de roeping
van Mozes om het te bevrijden is niet slechts een oud verhaal, maar is actueel.
Met angst en lijden als van Muna worden we elke dag geconfronteerd in ons land.
Het asielbeleid wordt steeds strenger en leidt ertoe dat er nog meer Muna's op
straat komen te staan, uitgesloten worden van voorzieningen, aan hun lot
overgelaten. Dit gezin is slechts een van de velen. Ze zijn letterlijk kinderen
van de rekening.
Maar ballingschap treft ook velen in ons land, mensen die van een minimum
moeten rondkomen, minderheden, migranten, gehandicapten, anders gekleurden,
anders gelovenden, sexueel anders geaarden, vrouwen en kinderen die sexueel
misbruikt worden. Heel concreet levende mensen in onze omgeving roepen elk
moment tot God om bevrijding.
De schreeuw van al die mensen om hulp klinkt ook vandaag; en ook vandaag
laat God zich raken en doet een beroep op nieuwe Mozessen van onze tijd voor
het werk van bevrijding van al die mensen.
Ik keer terug naar de lezing van vandaag. God hoort door de oren van Mozes;
God ziet door de ogen van Mozes; God is geraakt door het hart van Mozes; God
bevrijdt door de inzet van Mozes.
WAT KAN IK DOEN
Het doet mij denken aan wat een theologiestudente van de UTP eens schreef:
"Telkens wanneer wij ons afvragen 'God wat kan ik voor U doen? Ik ben maar
een klein en onbeduidend mens, zonder macht en rijkdom', zal God antwoorden:
'Ik heb geen ogen, dus leen me jouw ogen om gebrek en onrecht te onderscheiden.
Ik heb geen handen, dus leen me jouw handen om goed te doen onder mensen. Ik
heb geen voeten, dus leen me jouw voeten om zieken en gevangenen te bezoeken.
Ik heb geen mond, dus leen me jouw lippen om vrijheid en gerechtigheid te
verkondigen. Jullie zijn de enige Bijbel die door iedereen gelezen kan worden.
Leef mijn blijde boodschap zodat zij waar wordt onder de mensen.'
Wij mensen blunderen vaak, door God aan te spreken op alles wat anders moet,
Hem ter verantwoording roepen voor alles wat fout gaat: "God waar was
je?" Maar God draait het om, terecht: "Mens, waar was jíj, toen
dat gebeurde? Waar ben jíj, nu om je heen mensen in de knel zitten? Want
jij hebt ogen om te zien, oren om te horen, een hart om te voelen en kwaad te
worden, een stem om te spreken, handen en voeten om te handelen. Alle
mogelijkheden heb je in je, om je te verzetten tegen onderdrukking en om je in
te zetten voor bevrijding van mensen vandaag, voor een wereld van vrede en
geluk.
God heeft ons mensen bewust geschapen als zijn partners; wij hebben van Hem
alle potentieel daartoe gekregen. H/Zij maakt zich van ons afhankelijk voor de
realizering van zijn Koninkrijk.
Al de Muna's in de wereld vandaag kijken naar ons.