Roepingenzondag

© Mariet Stikkers, Heerlen 2007



De evangeliepericope van vandaag is een antwoord van Jezus op een groep leidinggevende Joden. Ze willen hem uitdagen. Met zijn leerlingen is Jezus in Jerusalem in de zuilengalerij van de tempel van Salomon. Het is een religieuze plaats, in de tempel wordt immers Jahwe God aanbeden. Jezus is daar thuis als gelovige Jood, maar hij wordt er met argwaan bekeken door de gevestigde orde. De Joden vragen hem geďrriteerd: Hoelang houd jij ons nog in spanning? Zeg toch gewoon wie je bent. Als je de Messias bent, zeg het dan ronduit. Jezus antwoordt: 'Dat heb ik toch al zo vaak gezegd, maar jullie geloven me niet. Jullie geloven mij niet, omdat jullie niet tot mijn schapen willen behoren. Jullie sluiten je af en luisteren niet naar mijn stem'.

De moeilijkheid is niet, dat Jezus zich niet duidelijk uitspreekt, in raadselen zou spreken of iets zou achterhouden, maar het probleem is dat zij niet echt willen luisteren. Ze zitten vol met hun eigen gedachten, overtuigingen en meningen. Zij proberen Jezus te vangen in zijn woorden en zouden hem graag willen betrappen op een verspreking. Zij vormen een kring om hem heen, maar horen niet tot de kring van degenen die luisteren naar zijn stem, die Hem kennen en door Hem gekend worden en die Hem volgen en die luisteren naar zijn `stem'. Hun bedoeling is een vangnet om Jezus heen te spannen. We weten maar al te goed hoe dat is afgelopen: we hebben het pas nog gevierd in de Goede Week, Jezus ging een weg van lijden en martelingen, tot de dood aan het kruis.

 

‘Mijn schapen luisteren naar mijn stem’ zegt Jezus. Een stem is meer dan woorden, letters en lettergrepen. Hoe mooi en goed woorden ook kunnen zijn ze kunnen ook vervalsen, schijn zijn, leeg en leugenachtig. Er is zo vlug iets gezegd. Maar de stem komt uit je ziel, laat je binnenkant horen en voelen. In de stem is te horen of je zenuwachtig, agressief, boos, verdrietig, teleurgesteld, ontroerd, bewogen, blij of opgetogen bent. En nog zoveel meer. De stem van de een kan de ander diep raken. Wóórden kunnen soms het ene oor ingaan en het andere uit, maar een stem houdt je gevangen, brengt iets teweeg. Je kunt er niet omheen. We hebben vast wel eens een ervaring in ons leven gehad van een Stem die ons raakte, waar we door getrokken werden, die ons niet meer losliet en misschien nooit meer loslaat.

 

Hoe luisteren wij? Hoe luisteren wij naar anderen? Hoe luisteren wij naar het evangelie? Stellen wij ons open voor God en Zijn Woord? Stellen wij ons open of geloven we het wel? Hoe beleven wij ons geroepen zijn als Christen? Is het nog iets dat ons hart raakt? Of is het meer een soort gewoonte geworden? Ja, we zijn nu eenmaal gedoopt en horen bij de christenheid… Ik denk eerlijk gezegd dat het voor u en voor mij zo niet is. We willen graag gehoor blijven geven aan die stem van onze roeping. Maar hoe doe je dat? Doe je het ook als je erom uitgelachen wordt? Als anderen vinden dat je maar een dom schaap bent? Durf je voor je mening uit te komen? Ook als je er misschien om aangevallen wordt?

In de eerste lezing werd ons verteld over het visioen van de grote menigte in witte kleren met palmtakken in de hand die staan rond de troon van God. Die ‘hun kleren hebben gewassen in het bloed van het Lam’. Dat betekent: zij die het Lam Gods Jezus hebben gevolgd en zijn blijven getuigen van zijn weg, ondanks de martelingen die ze daarvoor moesten ondergaan. U weet dat de eerste christenen hevig werden vervolgd om hun geloof. Ze gingen het lijden niet uit de weg, zoals Jezus het lijden niet uit de weg ging. Zijn leven stond in dienst van de onderdrukte en lijdende mensen. En juist daarom is Hij uit de weg geruimd. En dat gebeurde ook met de mensen die Hem volgden. Maar – zo zegt die lezing uit de Openbaring - hun wacht een leven dicht bij God waar geen honger of dorst meer is, geen hitte of kou, geen tranen en verdriet. God spreidt zijn tent over hen heen en ze zullen veilig zijn. Dat is een belofte voor ieder mens die opkomt voor het goede, een belofte van vrede voor altijd.

 

Waarschijnlijk zullen wij zo’n vreselijk lijden als de eerste christenen niet hoeven ondergaan, de tijden zijn veranderd, het geloof is niet meer verboden. Geen enkel geloof, althans hier in het vrije Westen, want elders in de wereld is dat vaak nog wel anders. Maar wat houdt dat geloven van ons in? Wat hebben wij er voor over om te leven zoals Jezus? Zo bewogen om mensen, zo opkomend voor hen, ondanks hoon en spot. Het evangelie van vandaag vertelt dat we nooit verloren zullen gaan als we naar zijn stem blijven luisteren. ‘Ik geef hun eeuwig leven’, zegt Jezus.

 

Luisteren naar de stem, dat geldt voor iedere taak waartoe wij geroepen worden. Ieder is een herder binnen het gebied dat haar of hem is toevertrouwd: dat kan een groot of een klein gebied zijn, je familie, je ouders of je kinderen, de mensen in de straat, de zieken die je bezoekt, je baan, een zwerver die je tegenkomt, een kind in de trein. Vandaag op Roepingenzondag is het goed te denken aan de pastorale werksters en werkers, die kiezen voor een taak in de kerk, waarin zij door de leiding vaak enkel gedoogd worden, die voortdurend moeten horen, wat ze niet zijn, wat zij niet mogen, wat zij niet kunnen. We willen ook denken aan de mensen die de leiding hebben in de Kerk en van wie velen vaak niet beseffen dat zij goede ontwikkelingen tegenhouden omdat ze een ander herderbeeld in hun hoofd hebben dan de kudde die zij moeten weiden. Maar vooral ook denken we aan de vele vrijwilligers die belangeloos en vaak ongezien zich inzetten, ook hier in de Andreasparochie. Zij doen wat zij moeten doen, en vragen niet waarom. Ze hebben de stem verstaan.

 

Dat we allen trouw mogen zijn aan de Stem die ons roept,  in welke situatie dan ook,  en onze weg blijven gaan in het voetspoor van Jezus.