Zijn weg ook onze weg?

© Geert Bles, Heerlen 2008



De weg van Jezus, die ook wij gevraagd worden te gaan, Tomas vraagt Hem ernaar. Ik probeer er iets van te begrijpen, door te kijken naar iemand, die wat dichterbij ons staat vandaag. Op 7 Sept. 1943 werd Etty Hillesum, een jonge vrouw van 29 jaar, vanuit kamp Westerbork in Drenthe op transport gesteld naar Aus­witz in Polen. Twee en een halve maand later, op 30 Nov. 1943, was zij al dood. Op 3 Juli, dus enkele maanden eerder, schreef zij vanuit kamp Wester­bork in Drenthe nog een brief aan een vriendin. Zij schreef daarin, ik citeer letterlijk: "De ellende hier is werkelijk groot en toch loop ik dikwijls, op het einde van de dag, met een veerkrachtige pas langs het prik­keldraad; en dan stijgt er altijd weer uit mijn hart naar boven - ik kan er niets aan doen, het is nu eenmaal zo, het is van een elementaire kracht - er stijgt altijd uit mijn hart naar boven: dat dit leven iets prachtigs en iets groots is; we moeten nog een hele nieuwe wereld opbouwen later; tegenover iedere wandaad en gruwelijkheid moeten wij een stukje liefde en goedheid stellen, dat we in onszelf moeten veroveren."

 

Zij weet waar ze over praat, deze jonge vrouw. Ze weet, wat haar te wachten staat (de gruwel van het afgemaakt worden door mensen in het concentratiekamp), en uitgerekend zij zegt in die barre omstandigheden: "Dit leven is iets prach­tigs en groots, we moeten nog een hele nieuwe wereld op­bouwen later, en tegen iedere gruwelijkheid moeten wij een stukje liefde en goedheid stellen, dat wij in onszelf moeten veroveren."

 

Wat is zo boeiend in haar? Wat raakt mij zo in haar? Dat zij, een jonge vrouw, gevangen achter het prikkeldraad, slachtoffer van het verschrikkelijke uitroeingsbevel van Hitler,  niet terugslaat, geen verbittering, geen haat in haar hart toelaat. Maar dat zij die duivelse hardheid en gruwelijkheid beantwoordt met zachtheid, met liefde en goedheid. Ja, er moet een nieuwe wereld komen, zegt ze en daar moet ik aan werken: Geen wereld van haat, maar een wereld van liefde. Waar heb ik dat meer gehoord? Toen Jezus aan het kruis hing, bad Hij: “Vader, vergeef het hun.” Ook Hij plaatst tegenover een wereld van haat, dat Hem treft, liefde en vergeving. En het slaat aan; de honderdman bekeert zich en zegt: ‘Wat ik hier zie is iets uitzonderlijks. Dit moet van Godswege zijn. Dit moet de Zoon van God zijn’ . ‘Geloof Mij toch’, zegt Jezus vandaag in het evangelie, ‘op grond van mijn daden, dat Ik in God ben, en God in Mij.’  En nu, 2000 jaar later, staan we nog versteld over Hem, en zijn er mensen die Hem begrijpen, in Hem geloven en Hem volgen.  Ze gaan zijn weg! 

 

Wat maakt zijn weg dan zo verschillend van onze weg? Of met andere woorden: Wat is de weg die vaak in onze wereld door ons mensen gegaan wordt?  Ik hoef maar om me heen te kijken. Het antwoord van mensen is vaak: Geef hem van katoen, sla erop, laat je niet eronder krijgen, lik op stuk. Het antwoord van mensen is vaak: Gevoelens van bitterheid, gevoelens van haat. Het antwoord in de grote wereld is vaak: Opkloppen van het vijanddenken, stoken, verdachtmakingen, en uiteindelijk oprukkende legers, bommen, oorlog, geweld. En dit antwoord wordt als krachtig en stoer gezien in onze wereld. Maar is het dat werkelijk?

 

Is het niet veel krachtiger, is het niet veel goddelijker, om geen bitterheid en geen haat in jezelf toe te laten?  Is het niet veel goddelijker om niet terug te slaan, geen geweld te gebruiken? Is het niet veel goddelijker om de weg van Jezus te gaan: Vader vergeef het hun?  Is het niet goddelijk om, in deze wereld, zo goed als God te zijn?  Dat was de weg van Jezus: zo goed als God te zijn. Niemand heeft God ooit gezien, maar Jezus heeft ons Hem doen kennen. Nooit is er zoveel van God te zien geweest als in het leven en sterven van Jezus van Nazareth. Hij is God, belichaamd in een mens, God ten voeten uit. ‘En als je dat nog moeilijk te aanvaarden vindt, geloof het dan op grond van wat Ik doe’, zegt Hij. Zijn hele leven bestond immers in feite in: er zijn voor de ander. Zo hebben mensen Hem ook ervaren…. en dat ten einde toe… tot op het kruis.

 

Het gaat naar Pinksteren toe. Een nieuwe wereld moet er komen, hoognodig. Wij willen eraan bouwen, door - net zoals Etty Hillesum en net zoals Jezus van Nazareth - tegenover iedere wandaad en gruwelijkheid een stukje liefde en goedheid te stellen. Dit moeten we wel in onszelf veroveren; dit betekent huiswerk…. en tegelijkertijd vertrouwen op de Geest, die ons hierin zal sterken.