Op zoek naar de Bron

© Geert Bles, Heerlen 2003



In deze tijd na Pasen worden wij steeds geconfronteerd met verhalen over de eerste kerkelijke gemeenschappen. Soms wordt een ideale toestand geschilderd  van eenheid, van verbondenheid, van zorg voor elkaar.  Maar vandaag is er sprake van spanning, misverstand, conflict; Paulus loopt zelfs gevaar voor zijn leven. Het is duidelijk: de kerk van toen  en de kerk van nu bestaat uit gewone mensen van vlees en bloed, met goede en minder goede kanten; de ideale situatie van de kerk wordt  gerelativeerd. Maar de opdracht  blijft altijd, zowel toen als nu: constant te bouwen aan de eigen gemeenschap, constant het ideaal voor ogen te houden, constant de zaak opnieuw te herijken en uit te zuiveren. Daar gaat het evangelie vandaag over. De evangelist Johannes houdt ons  daarom het beeld voor ogen van de wijnstok en de ranken. Verbondenheid tussen Jezus en zijn volgelingen met God is van levensbelang. Dat was toen al, dat is vandaag ook zo.

 

Dat verbondenheid  levensnoodzakelijk is, komt mooi tot uiting in dezen gedachte van v. Opbergen:  “Twee of drie is niet veel, zeker niet als de ene blind, de ander doof, en een derde kreupel is. Toch is twee of drie oneindig meer dan één alleen, zeker als de ene blind, de ander doof, en een derde kreupel is. Want de blinde wordt het oor voor de dove, en de dove wordt het oog voor de blinde, en samen dragen ze de kreupele, en zo gaan ze alle drie waar één alleen niet komen kan. Twee of drie in mijn naam, dat is de uitgesproken hoop van Jou, mijn God, over de kinderen der mensen. Want overal waar mensen, twee aan twee of drie aan drie, elkanders sterkte delen en elkanders zwakte dragen, daar ben Jij in hun midden. Met twee of drie kun Jij, God, de hele wereld aan en begin Je opnieuw wat onbegonnen lijkt: blinden zien, doven horen, stommen spreken, lammen gaan, en voor wie gevangen zaten gaat een bevrijde wereld open. Twee of drie is niet veel, maar voor Jou is het genoeg voor een nieuw begin van de omgekeerde wereld.”

 

In het evangelie van vandaag  komt de verbondenheid met elkaar en met God uit de verf  in die prachtige tekenende beeldspraak van de wijnstok en de ranken. Alles wat Jezus zegt en doet in zijn leven, is weerslag van zijn verbondenheid met zijn Vader. Alleen in verbondenheid met Hem is het mogelijk te groeien in echt geloof en rijke vruchten voort te brengen. 

 

In het leven van alle dag is het gevoel van betrokkenheid op elkaar  belangrijk voor een vruchtbare samenwerking. Als het personeel een hecht team is, dat zich en bloc inzet voor een gemeenschappelijk doel, tekent zich dat af  in een goed product. Een onderling gevoel van ’we maken er samen wat van’,’we staan er samen voor’ en ‘iedereen van hoog tot laag telt’, zo’n onderling gevoel doet wonderen.

Als er in een gezin een hechte band is, een onderlinge betrokkenheid, een gevoel van ‘wij horen bij elkaar, want we hebben iets gemeenschappelijks’, dan zit het met zo’n gezin wel goed. Ze stralen het uit, ze staan in voor elkaar, ze komen op voor elkaar, geen gezinslid raakt erbuiten, ieder wordt binnenboord gehouden.

Verbondenheid is als het cement in een bouwwerk, of als het ijzeren vlechtwerk in het beton. Als dat mankeert, dreigt er gevaar.

 

Zo moet het zijn in onze eigen kerk, in onze geloofsgemeenschap. Er mag gerust verschil van mening zijn, wij hoeven het niet altijd met elkaar eens te zijn in kwesties van geloof, maar we moeten elkaar wel vinden bij de bron van ons geloof. God zelf is de Bron van leven; het is Jezus Christus die ons door zijn woorden, door zijn manier van leven en sterven, in contact heeft gebracht met die Bron, met de God van liefde, met de God die niets anders wil dan dat de gemeenschap van mensen groeit in verbondenheid en onderlinge liefde; die wil dat de wereld een plek wordt waar alle mensen kunnen wonen en gelukkig zijn.

 

Zo moet het zijn in onze contacten met de oosterse kerken, in onze contacten met de protestantse kerken. Er zijn punten waarin we van elkaar verschillen, maar er is zoveel te meer wat wij gemeenschappelijk hebben, wat ons bindt. Het is zo ontzettend triest dat wij elkaar steeds aanspreken op de verschillen en elkaar niet weten te vinden, er nauwelijks moeite voor doen, om de grote vragen, waar onze wereld mee geconfronteerd wordt, gezamenlijk aan te pakken.

 

Verschillen zijn er altijd, daar is niks mis mee.  Zelfs de christengemeenschap in Jeruzalem stond aanvankelijk niet open voor veranderingen, zoals wij zojuist in de eerste lezing gehoord hebben; er werd  getwijfeld aan de oprechtheid van Paulus. Nieuwlichters, met frisse ideeen, zoals hij, die een voorstander is van het gesprek met anders-gelovigen, zijn niet direct welkom. Hij wordt geaccepteerd op basis van zijn optreden in de naam van Jezus. Ja, het is van alle tijden dat men met argwaan kijkt naar iedereen die aan de gevestigde orde wil tornen.Maar de evangelielezing van vandaag legt de nadruk op dat waar het om gaat: het contact met de Bron, het leven uit de Bron.

 

Discussies moeten veranderen in ontmoetingen. Verschillen hoeven geen geschillen te zijn; mensen vallen niet samen met hun standpunten. Je kunt leren elkaar te aanvaarden en te waarderen met verschillen.

 

Alleen daar waar mensen, die geent zijn op de wijnstok die Jezus is,  met elkaar vebonden zijn als ranken, is er een vrije ruimte om te verschillen in vormen van geloofsuiting.  Ook bij ons zijn verschillen in denken over hoe je je geloof beleeft en hoe je je geloof vorm geeft. Toch willen wij als parochie openstaan voor anderen en in gesprek met hen naar de Bron zoeken. Het is niet van belang of de ander iedere zondag naar de kerk gaat. Wat wel van belang is of we ons met elkaar verbonden weten en samen delen in de zorg van God voor het heil van mensen, in de zorg van God voor gerechtigheid en vrede in deze wereld.

Ik denk met dankbaarheid aan de dialoog tussen moslems en christenen, dat hier in de parochie plaats vindt. Het gaat niet om wie gelijk heeft, het gaat om leven.  

Zou dat niet de betekenis zijn van: samenzijn in zijn naam?