In
deze tijd na Pasen worden wij steeds geconfronteerd met verhalen over de eerste
kerkelijke gemeenschappen. Soms wordt een ideale toestand geschilderd van eenheid, van verbondenheid, van zorg
voor elkaar. Maar vandaag is er sprake
van spanning, misverstand, conflict; Paulus loopt zelfs gevaar voor zijn leven.
Het is duidelijk: de kerk van toen en
de kerk van nu bestaat uit gewone mensen van vlees en bloed, met goede en
minder goede kanten; de ideale situatie van de kerk wordt gerelativeerd. Maar de opdracht blijft altijd, zowel toen als nu: constant
te bouwen aan de eigen gemeenschap, constant het ideaal voor ogen te houden,
constant de zaak opnieuw te herijken en uit te zuiveren. Daar gaat het
evangelie vandaag over. De evangelist Johannes houdt ons daarom het beeld voor ogen van de wijnstok en
de ranken. Verbondenheid tussen Jezus en zijn volgelingen met God is van
levensbelang. Dat was toen al, dat is vandaag ook zo.
Dat
verbondenheid levensnoodzakelijk is, komt
mooi tot uiting in dezen gedachte van v. Opbergen: “Twee of drie is niet veel, zeker niet als de ene blind, de ander
doof, en een derde kreupel is. Toch is twee of drie oneindig meer dan één
alleen, zeker als de ene blind, de ander doof, en een derde kreupel is. Want de
blinde wordt het oor voor de dove, en de dove wordt het oog voor de blinde, en
samen dragen ze de kreupele, en zo gaan ze alle drie waar één alleen niet komen
kan. Twee of drie in mijn naam,
dat is de uitgesproken hoop van Jou, mijn God, over de kinderen der mensen.
Want overal waar mensen, twee aan twee of drie aan drie, elkanders sterkte
delen en elkanders zwakte dragen, daar ben Jij in hun midden. Met twee of drie
kun Jij, God, de hele wereld aan en begin Je opnieuw wat onbegonnen lijkt:
blinden zien, doven horen, stommen spreken, lammen gaan, en voor wie gevangen
zaten gaat een bevrijde wereld open. Twee of drie is niet veel, maar voor Jou
is het genoeg voor een nieuw begin van de omgekeerde wereld.”
In
het evangelie van vandaag komt de
verbondenheid met elkaar en met God uit de verf in die prachtige tekenende beeldspraak van de wijnstok en de
ranken. Alles wat Jezus zegt en doet in zijn leven, is weerslag van zijn verbondenheid
met zijn Vader. Alleen in verbondenheid met Hem is het mogelijk te groeien in
echt geloof en rijke vruchten voort te brengen.
In
het leven van alle dag is het gevoel van betrokkenheid op elkaar belangrijk voor een vruchtbare samenwerking.
Als het personeel een hecht team is, dat zich en bloc inzet voor een
gemeenschappelijk doel, tekent zich dat af
in een goed product. Een onderling gevoel van ’we maken er samen wat
van’,’we staan er samen voor’ en ‘iedereen van hoog tot laag telt’, zo’n onderling
gevoel doet wonderen.
Als
er in een gezin een hechte band is, een onderlinge betrokkenheid, een gevoel
van ‘wij horen bij elkaar, want we hebben iets gemeenschappelijks’, dan zit het
met zo’n gezin wel goed. Ze stralen het uit, ze staan in voor elkaar, ze komen
op voor elkaar, geen gezinslid raakt erbuiten, ieder wordt binnenboord
gehouden.
Verbondenheid
is als het cement in een bouwwerk, of als het ijzeren vlechtwerk in het beton.
Als dat mankeert, dreigt er gevaar.
Zo
moet het zijn in onze eigen kerk, in onze geloofsgemeenschap. Er mag gerust
verschil van mening zijn, wij hoeven het niet altijd met elkaar eens te zijn in
kwesties van geloof, maar we moeten elkaar wel vinden bij de bron van ons
geloof. God zelf is de Bron van leven; het is Jezus Christus die ons door zijn
woorden, door zijn manier van leven en sterven, in contact heeft gebracht met
die Bron, met de God van liefde, met de God die niets anders wil dan dat de
gemeenschap van mensen groeit in verbondenheid en onderlinge liefde; die wil
dat de wereld een plek wordt waar alle mensen kunnen wonen en gelukkig zijn.
Zo
moet het zijn in onze contacten met de oosterse kerken, in onze contacten met
de protestantse kerken. Er zijn punten waarin we van elkaar verschillen, maar
er is zoveel te meer wat wij gemeenschappelijk hebben, wat ons bindt. Het is zo
ontzettend triest dat wij elkaar steeds aanspreken op de verschillen en elkaar
niet weten te vinden, er nauwelijks moeite voor doen, om de grote vragen, waar
onze wereld mee geconfronteerd wordt, gezamenlijk aan te pakken.
Verschillen
zijn er altijd, daar is niks mis mee.
Zelfs de christengemeenschap in Jeruzalem stond aanvankelijk niet open
voor veranderingen, zoals wij zojuist in de eerste lezing gehoord hebben; er
werd getwijfeld aan de oprechtheid van
Paulus. Nieuwlichters, met frisse ideeen, zoals hij, die een voorstander is van
het gesprek met anders-gelovigen, zijn niet direct welkom. Hij wordt
geaccepteerd op basis van zijn optreden in de naam van Jezus. Ja, het is van
alle tijden dat men met argwaan kijkt naar iedereen die aan de gevestigde orde
wil tornen.Maar de evangelielezing van vandaag legt de nadruk op dat waar het
om gaat: het contact met de Bron, het leven uit de Bron.
Discussies
moeten veranderen in ontmoetingen. Verschillen hoeven geen geschillen te zijn;
mensen vallen niet samen met hun standpunten. Je kunt leren elkaar te
aanvaarden en te waarderen met verschillen.
Alleen
daar waar mensen, die geent zijn op de wijnstok die Jezus is, met elkaar vebonden zijn als ranken, is er
een vrije ruimte om te verschillen in vormen van geloofsuiting. Ook bij ons zijn verschillen in denken over
hoe je je geloof beleeft en hoe je je geloof vorm geeft. Toch willen wij als
parochie openstaan voor anderen en in gesprek met hen naar de Bron zoeken. Het
is niet van belang of de ander iedere zondag naar de kerk gaat. Wat wel van
belang is of we ons met elkaar verbonden weten en samen delen in de zorg van
God voor het heil van mensen, in de zorg van God voor gerechtigheid en vrede in
deze wereld.
Ik
denk met dankbaarheid aan de dialoog tussen moslems en christenen, dat hier in
de parochie plaats vindt. Het gaat niet om wie gelijk heeft, het gaat om
leven.
Zou
dat niet de betekenis zijn van: samenzijn in zijn naam?