Johannes. De naam komt uit het
Grieks en betekent: Jahwe is genadig. Vanuit zijn eigen naam wordt Johannes als
het ware gedreven om die boodschap uit te dragen: Jahwe is genadig, God is
genadig. Maar wat betekent dat? Dat betekent dat God naar ons omziet, bij ons
is, ons wel en wee meedraagt, ons in leven houdt. Hij heeft ons gemaakt en Hij
is onvoorwaardelijk met ons begaan. Hij houdt van ons, wij gaan hem ter harte,
wij zijn zijn grote liefde.
Het is niet eenvoudig om dat
geheim tot je te laten doordringen: wij zijn de geliefden van God! Ik ben de
geliefde van God! Kunnen we daar iets van begrijpen, ons er iets bij
voorstellen? Kan het ons warm maken, bewegen, aanvuren, onze liefde wekken? Of
laten we het voor wat het is? Is het ons te moeilijk? Breekt het teveel in in
ons vertrouwde leventje van alledag? Want liefde vraagt om wederliefde, om een
antwoord.
Johannes is helemaal geraakt
door die liefde van God en hij getuigt er onophoudelijk van. In steeds andere
beelden probeert hij iets over dat geheim te vertellen zodat de mensen waarvoor
hij schrijft het zouden kunnen begrijpen en aannemen. Voor Johannes is Gods
liefde heel concreet: Gods liefde kreeg handen en voeten, letterlijk, in de
handen en voeten van Jezus en die daarom ook Zoon van God wordt genoemd. Jezus die weldoende rondging, die zieken genas en
mensen bemoedigde, die nieuwe mogelijkheden opende waar de mens was
vastgelopen, die leefde vanuit zijn verbondenheid met de Vader, die zelf
helemaal liefde was en die zich gaf met huid en haar, tot op het kruis.
Het
evangelie van vandaag is het slot van de zogenaamde afscheidsrede van Jezus.
Het is een gebed tot zijn Vader God. Hij smeekt om kracht voor zijn leerlingen.
Hij staat vlak voor zijn dood en hij wil zijn leerlingen als het ware een
testament meegeven voor de tijd die wacht, een tijd die zwaar en moeilijk zal
zijn. Hij bidt dat ze bemoedigd mogen worden, een grond krijgen om op te staan,
een houvast. Het zal hún taak worden om na zijn dood in de wereld te getuigen
van Gods liefde voor de mens. Zoals hij zullen ook zij omwille van die liefde
alles moeten geven, hun hele leven.
Alles
geven omwille van de liefde. Liefde is de grondslag van het leven. Niet eigenbelang,
verrijking, zelfzucht, willen hebben en heersen brengen het ware geluk, maar
liefde, goedheid, inzet voor elkaar, verbondenheid en eenheid. Die boodschap
zal in vele gevallen in deze wereld echter niet gewaardeerd worden, ze is
eerder gevaarlijk, roept weerstand op en kan leiden tot gevangenneming en dood.
Jezus bidt daarom hartstochtelijk dat de leerlingen één mogen zijn, één in hun
geloof, één in hun liefde. In eenheid zullen ze krachtig zijn. Hij doet daarbij
een beroep opde liefde van God. Zoals jij Vader met je liefde in mij bent en ik
met mijn liefde in jou, zó moeten zij in ons zijn, gevat in onze liefde. Alleen
dan zullen ze stand kunnen houden in hun geloof, alleen dan kunnen ze die
boodschap van liefde aan de wereld brengen.
Maar
misschien denken we: dat lijkt zo gauw gezegd: liefde. We nemen dat woord
immers vaak zo gemakkelijk in de mond, het kan een dood woord zijn. LOVE,
LIEFDE, ik hou van jou. Het is zo snel gezegd. De reclames zijn er vol mee, er
wordt getwitterd en gechat, de boodschappen vliegen over de wereld: I love you!
Een refrein vaak zonder inhoud.
Liefde
kan echter ook een levend woord zijn, een woord met een krachtige en diepe
lading, een woord dat uit de ziel komt, een woord van werkelijke verbondenheid
en instaan voor de ander. Dat gebeurt ook nú! Mensen die jarenlang alles geven
voor een zieke geliefde. Mensen die vechten om recht en waarheid vaak ten koste
van zichzelf. Mensen die niet voorbij lopen aan armoede en nood. Mensen die
niet leven voor zichzelf. Zoals de moeder van de zwaar gehandicapte Sam
– u zag het misschien op de TV - die het vertrouwen van haar zoon in het leven
steunde door de inzet van haar hele persoon. Alles gaf ze voor hem, werkelijk
alles. Sam kreeg op 3-jarige leeftijd een ernstige spierziekte zou nog maar
heel kort leven, maar hij is nu 19 en leeft nóg. Zijn onuitblusbaar verlangen
om te leren en te leven werd door zijn ouders gedragen. Letterlijk gedragen,
want hij kon op den duur bijna niets meer, niet bewegen, amper horen en zien,
maar hij kon wel dénken. Zijn honger naar kennis over het leven was en is
onuitputtelijk. Hij heeft zelfs een studie voltooid en wil rechten gaan
studeren. Hij is helemaal gevat in de liefde van zijn ouders.
En ik moet ook denken aan de
mensen van het onderzoeksteam die de lichamen van de verongelukte slachtoffers
van de vliegramp in Tripoli zullen trachten te identificeren. Ze doen dat
vanuit hun bewogenheid voor de nabestaanden, zodat die tot verwerking kunnen
komen van het grote verlies. Onvoorstelbaar zwaar en moeilijk werk. Echte
liefde!
Instaan
voor elkaar. Meer dan ooit is dat aan de orde in de kerk en de wereld van
vandaag. Crisissen en schokkende gebeurtenissen brengen ons is verwarring,
tasten ons vertrouwen aan. Misbruik in de kerk, stromen olie in de zee, een
aswolk in ons luchtruim, een vliegtuigramp, de geldhandel die instort,
regeringen die onbetrouwbaar blijken. We gaan steeds meer ervaren dat we
behoren tot de grote wereld en ons niet kunnen terugtrekken op onze eigen
eilandjes. We gaan ervaren dat eenheid noodzakelijk is voor ons voortbestaan.
Maar dat vraagt om wederzijds vertrouwen. En juist dat vertrouwen wordt soms
hevig geschokt. Mensen zijn diep teleurgesteld, willen zich zelfs uit laten
schrijven uit een kerk die zo ver verwijderd lijkt van echte liefde. Maar de
kerk, dat zijn wijzelf. Ook voor ons bidt Jezus: Mogen ze allen één zijn…
Ja.
mogen we allen één zijn in Jezus Christus, de wegwijzer op onze levensweg;
zoals Johannes zegt in het boek van de Openbaring: de alfa en de omega, de
oorsprong en het einde, de wortel van ons bestaan. In hem vinden wij het leven
dat nooit verloren gaat. God is immers genadig. Laten we dat ontvangen als een
groot geschenk, laten we eruit leven, laten we het handen en voeten geven,
zoals Jezus deed, steeds weer, steeds meer….