Op de goede weg zijn zij, die
hongeren en dorsten naar gerechtigheid;
die vervolgd worden om gerechtigheid: hun behoort het
rijk der hemelen.
Afgelopen Maandagavond stierf
in Detroit, in Amerika, Rosa
Parks. Ze
was 92 jaar geworden. Ouderen onder ons praten nog met
trillende stem over deze eenvoudige zwarte vrouw, naaister van beroep, die door
een heel simpele maar moedige daad van burgerlijke ongehoorzaamheid, ‘moeder
werd van de burgerrechtenbeweging’ in N.Amerika, de
beweging van ds.Martin Luther
King.
Wat was het geval? Zwarte
mensen moesten - dat was toen de wet - in Montgomery,
in Alabama, in de bus opstaan en hun plaats afstaan
aan blanken; je reinste discriminatie op grond van huidskleur.
Zo werd op 1 december 1955
een jonge zwarte vrouw, Rosa Parks
- ze was 42 jaar toen -
gesommeerd door de buschauffeur om haar plaats af te staan aan
een blanke. Zij weigerde en bleef zitten; zij stond op (opstand) door te
blijven zitten. Ze werd gearresteerd, vervolgd om gerechtigheid. Rosa Parks zat op de goede weg;
aan haar behoort het rijk der hemelen.
Waarom vertel ik dit verhaal
vandaag op deze Allerheiligendag, nu wij
denken aan onze lieve doden? Omdat wij, ik weet het zeker,
met fierheid denken aan hen, en ons ook momenten herinneren, waarop wij trots
zijn en die heel veel voor ons betekend hebben en van
blijvende invloed zijn geweest op ons en op
mensen in hun omgeving.
Als iedere mens, verlangden
zij in hun leven naar de hemel op aarde, naar een mooie wereld waarin iedereen
gelukkig kon zijn, een wereld van gerechtigheid en liefde. Zij waren geen
supermensen, net zo min als Rosa Parks;
zij waren gewone
mensen, die een mooie wereld, Gods koninkrijk, met vallen en opstaan, hebben
proberen waar te maken in hun leven. Zij straalden iets uit, in woord of daad,
van Gods goedheid en hebben ons meegenomen op hun levensweg en ons een stukje
laten zien van wat God is.
“Op de goede weg zaten zij”,
zo hoorden wij in de evangelielezing.
Ik denk dat het U net als mij
vergaat, wanneer ik aan mijn lieve doden denk. Ik relativeer hun menselijke
fouten in het licht van al het goede dat zij hadden. Ik herinner mij hoe zij
zich inzetten voor anderen, voor ons, en zich gaven los van zichzelf: arm van
geest op zo'n moment. Ik herinner mij hun geploeter,
dag en nacht in de weer voor anderen, voor ons, zonder zich af te vragen: wat
kost het allemaal? Ik herinner mij hun tranen en zorgen, maar weet ook dat zij
door hun lijden, verdriet en zorgen heen, mooier werden en groeiden als mens.
Ik herinner mij hun trouw, hun meest echte momenten, hun goede bedoelingen:
zuiver van hart waren zij dan. Ze kenden ogenblikken van mildheid, van hartelijke
belangstelling. Bewust of onbewust, lieten zij in hun leven een stukje van God zien. Op de goede weg
waren zij.
En dan besef ik, dat ik naar
hen kijk, zoals ik vermoed dat God naar hen kijkt. Ik denk
oprecht, dat Hij tot hen zegt: wees gelukkig, want jullie deden zo eindeloos je
best in moeilijke omstandigheden; wees gelukkig om wat je gedaan hebt; jullie
zitten goed.
Wij gedenken onze lieve doden vandaag. Het echte gedenken van wie wij in ons hart meedragen betekent:
doorgaan in hun lijn, net als zij hunkeren naar leven, naar liefde, naar harmonie,
naar genegenheid; net als zij - net als Rosa Parks - hunkeren naar een mooie wereld, naar een wereld van
broederschap en zusterschap, ongeacht huidskleur. Dat is immers - bewust
of onbewust - het verlangen, dat iedere mens gaande houdt en doet toegroeien
naar zijn/haar voltooiing.