Christus Koning 2004

© Nan Paffen, Heerlen 2004



Als we de laatste week de kranten lezen of tv kijken, hoor ik de roep om sterke leiders telkens opnieuw. Het feit dat Pim Fortuyn als grootste Nederlander is verkozen, zegt minder over Pim Fortuyn, maar des te meer over onze samenleving, over ons mensen die gestemd hebben. Er spreekt een behoefte uit aan leiders, die ons vertellen hoe het moet in onze samenleving, die paal en perk stellen aan alle gemanipuleer en behoedzame strategieën; de roep om een sterke leider die Nederland weer goed maakt, wat dat dan ook mag betekenen.

Het is een herkenbaar gegeven, dat zich voordoet op tal van plaatsen en in alle tijden. Uit het oude testament kennen we de verhalen, waar het volk God bijna smeekt om een koning, om een échte leider. Als zij maar een koning hadden, net als die andere volken om hen heen, dan zou het goed gaan. En we weten uit datzelfde oude testament, dat het heel vaak niet goed ging, dat koningen hun macht misbruikten om het volk klein te houden, dat zij het volk uitbuitten ten gunste van eigen legers en eigen rijkdom in paleizen, enz.

En toch: in hetzelfde oude testament vinden we een mooie omschrijving van hoe een koning zou moeten zijn: iemand die namens God het recht en de rechtvaardigheid bewaakt; iemand die opkomt voor recht en gerechtigheid; iemand die het opneemt voor de rechtelozen. Daarop worden koningen ook getoetst en ter verantwoording geroepen door profeten, als ze daarin juist falen.

Daarom worden koningen ook gezalfd, zoals we vandaag lezen in de eerste lezing: om Gods bedoelingen met de wereld te waarborgen.

En in deze lijn staat Jezus. Jezus heeft zijn hele leven in die zin geleefd: om Gods bedoelingen met de wereld waar te maken. Hij wilde geen macht, die indruk maakt ‘aan de buitenkant’ (met legers of rijkdom), hij wilde geen stunts, die anderen zouden overtuigen op uiterlijk vertoon, zoals de soldaten vragen in het evangelie van vandaag. In alles wat hij deed en zei, sprak zijn liefde voor alle mensen. Hij zag zieken en melaatsen aan, hij ging om met mensen die wij liever niet zouden opnemen in onze kennissenkring, hij schonk vergeving aan vrouwen en mannen die van ons geen tweede kans zouden krijgen, zelfs aan zijn eigen bespotters. Zelfs liet hij zich zalven, een koninklijke daad, door een publieke vrouw, die daarmee Jezus’ ware aard en verdienste liet zien: een koninklijk gebaar, voor een koning die in niets lijkt op wat wij mensen onder koning verstaan.

En toch is dat het opschrift dat (ook nu nog) op het kruis was genageld: INRI, Jezus van Nazaret, koning van de Joden. (Inrit, zei mijn zoon, toen hij net leerde lezen; waarom heet Jezus ‘inrit’? nu denk ik dat dat zo gek nog niet was: Jezus als inrit, als toegang tot een nieuw beeld, een nieuwe invulling van dat begrip ‘koning’. Jezus, een koninklijk mens die ons liet zien, en nog steeds laat zien hoe we dat koninkrijk van God hier en nu al waar kunnen maken, in ons eigen leven, in de straat waar we wonen, in de mensen die op ons pad komen en in onze inzet voor alle mensen, maar vooral voor hen die kwetsbaar zijn.)

Naast Maria Magdalena, die Jezus gezalfd heeft, was er nog iemand die Jezus herkende als ‘echte koning’: de ene misdadiger op het kruis, hij die besefte dat hijzelf schuldig was, dat wat hij gedaan had fout was. Misschien kon hij wel zo zuiver kijken, zo kijken vanuit zijn hart, omdat hij zijn eigen tekortkomingen had gezien en erkend. Daarom kan hij ook vragen: Jezus denk aan mij als gij in uw koninkrijk gekomen bent.

 

Zo wil Jezus koning zijn, zo wil hij dat wij allemaal ‘koninklijk’  zijn. Onze samenleving heeft koninklijke mensen nodig, die opkomen voor rechtelozen, die zich inzetten voor vrede en gerechtigheid, die meelopen in de stoet voor rechten van de mens, die op donderdag even stil staan op de promenade, die op zondag gaan koken bij iemand die dat zelf niet meer kan. Onze samenleving heeft koninklijke mensen nodig die in het leven van alledag die droom van Jezus in de praktijk brengen: iemand, die belangeloos kaarten maakt, mensen die de tv niet uitzetten als beelden van armoede en oorlog getoond worden, maar zich daardoor laten bewegen tot steun, in welke vorm ook; mensen die juist in deze dagen laten zien dat christenen en moslims samen kunnen en willen werken aan die mooiere wereld, aan dat koninkrijk van God.

Zo was Jezus een koning naar Gods hart, zo vieren we Christus Koning met een eenvoud die hem siert. Dan is Christus koning, zoals een dichter (Kees Pannekoek) dat verwoordde in zijn gedicht: Zo is Christus koning.

 

Bij leven al had hij zich laten dopen

door een roepende, die met zijn gepreek in de woestijn
de wereld wilde verbeteren.

 

Bij leven al ging hij vriendschappelijk om met een corrupte ambtenaar.

 

Bij leven al had hij een publieke vrouw laten begaan,
toen ze hem de voeten zalfde.

 

Nu hij stervend aan het kruis hangt
belooft hij ook nog het paradijs aan een moordenaar.

 

Zo is Christus koning.

 

Amen.