Doop van de Heer

© Nan Paffen, Heerlen 2005



“Toen kwam Jezus uit Galilea naar Johannes bij de Jordaan om zich door hem te laten dopen”. Hij is er opeens, aan de oever van de Jordaan, tussen de mensen; hij is er gewoon, als een van hen. Hij komt niet met allerlei poespas. Hij wil zich niet van hen onderscheiden door heilige gewaden, hij eist geen ereplaats en wil geen voorkeursbehandeling of allerlei ceremonieel. Hij trekt zijn kleed uit en daalt af in het water. Hij wil in het leven staan als ieder ander.

Mensen die zich in die tijd door Johannes lieten dopen, stelden daarmee een teken dat ze een ander, een beter mens willen worden, dat ze kiezen voor God en voor een wereld zoals God die bedoeld had. . De doop is voor hen een ommekeer, een nieuwe weg door het leven. Voortaan kiezen ze voor een levenswijze die recht doet aan een menselijke wereld, die opkomt voor kwetsbare medemensen.

Ik moest denken aan al die mensen, die zich nu laten raken door het leed dat in Azië door de zeebeving berokkend is en dat vooral aan het arme deel van de bevolking de meeste impact heeft. Buitenlanders worden geïdentificeerd, worden naar betere ziekenhuizen vervoerd, hebben –eenmaal thuis- weer een dak boven hun hoofd, voldoende eten kleding en geld; of (als ze de ramp niet overleefd hebben) een waardige begrafenis. De ‘inlanders’ moeten nog maar afwachten of en wanneer ze hun krotjes weer herbouwd krijgen, of er voldoende medische zorg is en voedsel of kleding; en als zij de ramp niet overleefd hebben, wacht hen vaker een massagraf.

En dan klinkt er  (ik hoor het Jezus al Jesaja nazeggen): werkelijk, hij zal recht brengen; het geknakte riet zal hij niet breken en de kwijnende vlaspit blaast hij niet uit.

Een van de koorleden formuleerde die woorden als volgt:

Waarom, beste mensen van Nederland, waarom klagen jullie toch zoveel? Waarom zeggen jullie dat God niet bestaat of zich niet om jullie bekommert of dat jullie geen recht wordt aangedaan? Waarom klagen jullie over teveel buitenlanders in dit land, over teveel lasten? Waarom proberen jullie zoveel mogelijk bezit in handen te krijgen?

Zo spreekt de Heer:

Zie ik stuur jullie mijn knecht, mijn eigen zoon.

Mijn geest heb ik hem ingeblazen en jullie zullen Zijn volgelingen zijn.

Hij zal de mensen bekend maken met wat recht is en rechtvaardig.

Hij is geen schreeuwlelijk en houdt niet van grootspraak.

De zwakken zal hij beschermen en eenvoud is zijn kenmerk.

Zijn volgelingen onderscheiden zich door grote saamhorigheid,

zij delen van wat ze hebben en laten niemand in de steek.

Zij bieden hulp aan wie door rampspoed wordt getroffen.

Er zal eenheid zijn en vrede.

Mooi woorden en iedereen hier zal dat welbeamen. Maar toch, als ik naar mezelf kijk en naar de gebeurtenissen van de laatste week, dan bekruipt me ook een dubbel gevoel.

Misschien herkent u het ook. Toen op 2e  kerstdag de eerste berichten en beelden kwamen van de zeebeving, wilde ik alles zien, volgde elke nieuwsuitzending en las de krantenberichten. Maar naarmate de tijd verstreek, merkte ik bij mezelf tegelijkertijd een soort ‘kijkmoeheid’, merkte ik dat ik af en toe de neiging had om de beelden weg te zappen en afgelopen week  betrapte ik me erop dat het me al irriteerde als weer het reclamespotje voor giro 555 op de radio was. En tegelijk voelde ik me schuldig, omdat de ramp daar ook erg genoeg is om zoveel aandacht te krijgen, juist op de lange termijn.

 

En misschien is het net daarom goed om vandaag de woorden van Jesaja te horen: “ziehier mijn dienstknecht, mijn uitverkorene. Het geknakte riet zal hij niet breken en de kwijnende vlaspit dooft hij niet uit. Werkelijk, Hij zal recht brengen” – als voorbeeld, als handelsmerk van Gods werkzaamheid in deze wereld.

Het kan in elk geval een aansporing zijn, een wegwijzer naar de juiste weg, voor wie in dat doopsel wil gaan staan, voor wie serieus wil nemen dat hij in dat voetspoor is gaan staan van de man die uit Galilea naar de Jordaan kwam om zich door Johannes te laten dopen. De man die als de Dienaar van de Heer is: niet roepen, niet schreeuwen, niet hoog van de toren blazen, niet met alle geweld, maar nederig en zacht; met veel geduld, niet overhaast en nooit mensen dwingend tot het onmogelijke. Maar wel de kant kiezen van de kwetsbaren, de machtelozen, zij die door rampspoed worden getroffen. Want dan, zo heeft Jezus toen al ervaren, dan komt een stem uit de hemel die zei: dit is mijn geliefde Zoon, in wie ik vreugde vind; dan mogen ook wij ervaren dat de Geest van God op ons zal rusten. Misschien kan die geest van God ons helpen te delen van wat we hebben, niemand in de steek te laten en hulp te bieden aan wie door rampspoed worden getroffen.

Amen.