Driekoningen

© Nan Paffen, Heerlen 2003



We hoorden een prachtig visioen van Jesaja. Een droom van licht, ondanks de duistere tijden waarin het volk verkeerde.

Ik las vorige week ook zo’n  droom in ‘missie interactie’: gekozen door een Afghaanse moslim Seddiq Mossadeq

Droom van vriendschap voor de rest van je dagen.

Droom van afwezigheid van alles wat scheidt.

Droom van een leven in goede gezondheid.

Droom dat armoede niet meer bestaat.

Droom van het beste voor heel je familie.

Droom dat kleuters weer oud kunnen worden.

Droom van een tijd zonder oorlog en strijd.

Droom dat het goede gedaan kan worden.

Droom van zorg voor de wereld en elkaar.

Droom van de liefde en droom van de vrede.

Droom dat gerechtigheid overal heerst.

Maar als je droomt, droom dan niet in je bed.

Droom met de hand aan de ploeg en bid
dat God je kracht geeft, genade en moed
om te bidden, te werken en te sterven voor je droom.

                                                            (uit: wereldwijd Brevier, nr.2)

 

mooie beelden, mooie dromen. Het is prachtig dat mensen nog kunnen dromen van een betere wereld. Maar met dromen alleen ben je er nog niet. Dromen vragen om acties. Dromen worden pas een kracht als je er ook iets mee wilt gaan doen. Als je er niet alleen troost, maar ook inspiratie in opdoet om er aan te werken. “Droom dan niet in bed”, zegt de schrijver, “maar droom met de hand aan de ploeg”. 

Wij mensen kunnen niet zonder dromen, zonder visioenen. En dat is typisch Christelijk, en ook typisch Joods, en ook typisch Islamitisch, en typisch voor Boeddhisten en Hindoeďsten.  Kortom: daarin vinden alle culturen zich terug. Het visioen van Jesaja is een visioen van integratie, van dat verlangen naar Licht (met een hoofdletter). Er is een zeer menselijk oerverlangen naar licht, naar hoop, naar Iets of Iemand die ons leidt.

 

Zo verging het ook de wijzen in het evangelie (geen Joden, maar sterrendeskundigen uit Mesopotamië):zij zagen een ster, een kregen een gratis teken, waarom ze niet gevraagd hadden; maar zij gingen enthousiast op weg, onbevooroordeeld en onbevangen lieten ze zich leiden door een ster. Een ster die voor mensen uit die streken en cultuur een teken was van iets nieuws, iets groots dat stond te gebeuren: een nieuwe koning. De wijzen lieten zich leiden door een ster, door een droom en gingen op weg. Hundroom bleef niet een mooi gedachtenspinsel, maar dreef hen vooruit. Zou dat niet ook de reden zijn, waarom ze ‘wijzen’ genoemd worden in het verhaal?

 

Ook Herodes liet zich leiden, hij ging te rade bij de Schrift; maar angst en bezorgdheid om zijn eigen macht bewogen hem om dat visioen, die droom te misbruiken. Hij kon niet zien dat koning-zijn ook iets anders kon betekenen dan macht en praal, dan een groot paleis en veel soldaten. Hij kon niet zien dat een vredesvorst kon opstaan, die zelf geen aanzien wilde, maar die mensen wilde aanzien die niet gezien werden, die mensen wilde helpen die door iedereen werden uitgestoten of genegeerd, die zich juist dienstbaar wilde maken aan anderen.

Herodes en de schriftgeleerden zetten de wijzen wel op de goede weg. Al waren zijn eigen bedoelingen slecht. Met een visioen, een ster en de Schriftuitleg gaan de wijzen verder en vinden dan ook het kind. In het eenvoudige herkennen ze het grootse, in het kleine zien zij het grote; geloven is op zoek gaan en soms ook vinden. De wijzen hebben het gevonden, omdat ze op weg gingen, omdat ze zich lieten leiden door een ster, door een visioen, door een droom.

 

Hier op het altaar liggen drie kronen. Die horen bij het feest van vandaag. Dat noemen we meestal ‘driekoningen’. In de bijbel worden deze echter ‘wijzen’ genoemd. Zijn er drie kinderen hier die voor eventjes koning willen zijn? Ik heb een paar vragen die daarbij horen.

-         wat is dat: een wijs iemand?

-         Noem eens een wijs iemand?

-         Waarom zouden de drie koningen eigelijk ‘wijzen’ heetten?

Dus:

Misschien kunnen we wel zeggen dat mensen wijs zijn als ze achter een ster aan gaan, als mensen nog kunnen dromen van een mooie wereld voor iedereen, als mensen nog een visioen hebben van vrede, van een wereld waar iedereen evenveel waard is en even veel meetelt.

Dan kan wat toen geschiede ‘in die dagen’, ook nu gebeuren in onze tijd.

Amen.