De drie-eenheid, een theologisch hoogstandje, het gevolg van
langdurige debatten in de oerkerk over het goddelijke en menselijke van
Christus, de strijd tussen Arius en Athanasius. Maar tegelijkertijd is het ook
het mysterie van God, dat mensen hebben proberen te verwoorden met woorden en
beelden uit die tijd. En dat zijn onze woorden en beelden niet altijd meer. We
zijn te vaak geneigd om beelden te willen begrijpen, te kunnen vatten. En dat
kan niet altijd. Het mysterie is meestal niet met je verstand te vatten.
Spreken over God blijft altijd een stamelen. Hij is altijd groter, wijder en
meer dan wij ons kunnen voorstellen. Maar we hebben het nodig woorden en
beelden te vinden om ons verstaan met God uit te drukken, hoe onbeholpen ook.
Daar kan dit mysterie ons bij helpen.
Je kunt erover mediteren; en je kunt erover vertellen in
verhalen.
Één zo’n verhaal heb ik een paar jaar geleden gelezen en
gebruikt in een kinderviering: het verhaal van die zondag dat de pastoor niet
kwam opdagen. Dat wil ik jullie vandaag meegeven.
Een verhaal:
op die Zondag waren er veel mensen in de kerk. Grote mensen,
kinderen en ook een paar jongeren. Het was al half elf. Maar er gebeurde niets.
De mensen begonnen al wat te fluisteren, kinderen begonnen al eens rond te
lopen, en Marlies, ze had een paar weken daarvoor de communie gedaan, zei tegen
haar vader: zal ik maar preken? Goed hoor, zei vader, en samen liepen ze naar
voren. Marlies ging bij de microfoon staan en zei: ik zal jullie iets over God
vertellen. Alle mensen waren meteen stil. Marlies werd er verlegen van. Toen
vatte ze weer moed en zei: als ik aan God denk, dan kijk ik naar alles wat hij
geschapen heeft. Dat vind ik heel mooi:
al die dieren en bomen en planten. En als ik er naar kijk dan lijkt het net of
ik God zie.
Toen wist Marlies niks meer te zeggen. De mensen waren nog
steeds heel stil, ze hadden goed geluisterd. Toen zei Marlies: weten jullie ook
iets over God?
Daar kwam een mevrouw naar voren: als ik naar de verhalen
van de bijbel luister, dan hoor ik dat God ook een naam heeft: Jahwe, dat
betekent: ik zal er zijn. God is er steeds bij, bij alles wat ik doe, dat voel
ik.
Inmiddels was ook Klaas een van de jongere opgestaan, en
riep: ik weet niet wie God is, maar ik weet wel wie Jezus is, daar geloof ik
wel in. Jezus zei dat we elkaar lief moeten hebben, en hij heeft ook gezegd dat
we onze handen uit de mouwen moeten steken en niet alleen mooie praatjes moeten
verkopen.
Toen kwam er een deftige heer naar voren, die ze: ik geloof
dat er hier vandaag iets heel bijzonders gebeurt. Ik vind het prachtig dat
iedereen iets vertelt waarin hij zelf gelooft. Vandaag is de Geest van God,
dezelfde Geest die ook in Jezus was, hier aanwezig. Ik dank u voor uw aandacht.
In de naam van de Vader, de Zoon en de H. Geest. En iedereen antwoordde Amen.
Hierna gingen de mensen de kerk uit en er werd nog heel lang nagepraat over die
Zondag dat de pastoor niet kwam opdagen.
We horen verschillende mensen, ieder in hun eigen taal iets
verkondigen over hun geloof. Het lijkt wel Pinksteren! Maar Pinksteren is ook
pas vorige week ingeluid....
zouden wij dat ook durven? Zomaar vertellen onvoorbereid, en
wat zouden we dan willen vertellen?