Eerbied over en weer

© Geert Bles, Heerlen 2003



Na de geboorte van Jezus, gingen Jozef en Maria met hun kind weer terug naar Galilea naar hun stad Nazaret. Daaruit is het lieflijke beeld ontstaan van het gezin van Nazaret. Dit gezin werd tot model verklaard voor alle gezinnen, toen het feest van de h.familie werd ingesteld in het begin van de vorige eeuw.

 

Ik heb meerdere malen mensen meegemaakt in hun stervens-fase. Ik sta vaak verbaasd, dat mensen zo vredig kunnen heen­gaan. Als ik mij afvraag hoe dat toch kan, dan denk ik dat die vrede en overgave te maken hebben met het feit dat zij met tevredenheid kunnen terugzien op hun eigen leven; het is goed geweest. Maar ook met het feit dat hun kinderen het goed doen, niet in de zin dat ze geweldige banen heb­ben, maar in de zin dat ze de waarden, die hun ouders hen hebben meegegeven, koesteren en weer doorgeven aan hun kinderen. Het erfgoed, dat hun kostbaar was, is veilig; ze kunnen daarom met een gerust hart heen­gaan; ze gaan immers door in hun kinderen en hun kleinkinderen.

 

Dat is ook de teneur van de eerste lezing van vandaag: kinderen, jullie ouders verdienen eerbied, want ze hebben waarden en normen in hun rug­zak, die ze van hún voorouders hebben gek­regen en die ze - opnieuw gemodelleerd en gepolijst in hún leven - aan jullie door­geven. Jullie zijn de volgende schakel in die lange levende traditie.

 

Het gezin is de geëigende bedding voor het doorgeven van waar­den, die als kostbaar gelden in de familie. Als het gezin van Nazareth ten voorbeeld gesteld wordt, dan is het juist om die reden.. Ook Maria en Jozef hebben hun taak als ouders serieus genomen. Ook zij stonden in een traditie van het verbond met de God van Israël, wiens Naam is 'Ik ben er voor jou' en die zich heeft laten kennen aan kleine mensen. Ook zij hebben aan dat geloof op hún eigen wijze gestalte gegeven, en daarmee een grote rol gespeeld in de geloofsvor­ming van Jezus.

 

Maar tegelijkertijd hebben zij Hem de ruimte gegeven/moeten geven om zijn eigen weg te gaan. Die spanning is er altijd geweest tussen Hem en zijn ouders. Veel meer dan om bloedver­wantschap gaat het Hem om geestver­wantschap, om de wil van zijn Vader in de hemel. De relatie met zijn ouders kent momen­ten van frictie. Als twaalfjarige gaat het huis van zijn vader al vóór op het huis van Nazaret. Toen mensen Hem onder­weg ooit zeiden "Jouw moeder en broers willen je spreken", gaf Hij botweg ten antwoord "Waar hebben jullie het over; mijn moeder en broers zijn zij, die het woord van God horen en ernaar han­delen".

 

Zo zullen ouders vandaag van het gezin in Nazareth kunnen leren, dat ze nooit over hun kinderen mogen beschikken. Zoals Kahlil Gibran zo treffend zegt: "Als ouders mag je proberen aan je kinderen gelijk te worden, maar tracht niet hen aan jezelf gelijk te maken. Je mag wel de lichamen van je kinderen huisves­ten, maar niet hun zielen, want die toeven in het huis van morgen, dat je als ouder niet bezoeken kunt, zelfs niet in je stoutste dromen."

 

Kinderen zijn uniek en hebben het recht en de opdracht hun eigen weg te gaan. Op het slot van de doopviering, die in deze kerk wordt gehouden, spreken ouders op deze manier tot hun kind: "Jij mag ons eenmaal verlaten. Dat zat erin toen je geboren werd. Weet dat al wat wij doen voor jou voorlopig is. Je hoeft niet te worden wat wij wen­sen. Je hoeft niet te doen wat wijzelf niet konden. Je moet worden waarheen jezelf wijst, je eigen wonder."  

 

Ja,  ouders geven hun kinderen geborgen­heid en ruimte, waarin zij kun­nen uitgroeien tot wie zij in wezen zijn. Ze hoeven geen succes­kind te wor­den en geen kopie, van niemand. Ouders zullen hun kind nabij blij­ven, ook als het eigen wegen gaat, in eigen tempo, wat niet wil zeg­gen, dat je als ouder alles goed­keurt. Kinderen leven in hún tijd, met hún problemen en hún mogelijkheden. Soms houden ouders hun hart vast en ervaren pijn, als hun kind een weg gaat die zij niet kunnen volgen. Maria en Jozef kunnen spreken van ervaring. 

 

Maar kinderen hebben de plicht om, zoals de eerste lezing vandaag aangeeft, hun ouders te eren. Dat is wat de eerste lezing van vandaag wil zeggen: kinderen, ga behoedzaam om met je verleden, met je traditie; bewaar de levensoriëntatie en de geloofsschat van je ouders als een levende kracht, als een bron van geluk voor je toekomst. 

 

Alleen waar ouders aan hun kind het vertrouwen en de ruimte durven geven om hun eigen weg te gaan, dáár groeien respect en dankbaarheid bij hun kind jegens hen.