Na de
geboorte van Jezus, gingen Jozef en Maria met hun kind weer terug naar Galilea
naar hun stad Nazaret. Daaruit is het lieflijke beeld ontstaan van het gezin
van Nazaret. Dit gezin werd tot model verklaard voor alle gezinnen, toen het
feest van de h.familie werd ingesteld in het begin van de vorige eeuw.
Ik heb
meerdere malen mensen meegemaakt in hun stervens-fase. Ik sta vaak verbaasd,
dat mensen zo vredig kunnen heengaan. Als ik mij afvraag hoe dat toch kan, dan
denk ik dat die vrede en overgave te maken hebben met het feit dat zij met
tevredenheid kunnen terugzien op hun eigen leven; het is goed geweest. Maar ook
met het feit dat hun kinderen het goed doen, niet in de zin dat ze geweldige
banen hebben, maar in de zin dat ze de waarden, die hun ouders hen hebben
meegegeven, koesteren en weer doorgeven aan hun kinderen. Het erfgoed, dat hun
kostbaar was, is veilig; ze kunnen daarom met een gerust hart heengaan; ze
gaan immers door in hun kinderen en hun kleinkinderen.
Dat is
ook de teneur van de eerste lezing van vandaag: kinderen, jullie ouders
verdienen eerbied, want ze hebben waarden en normen in hun rugzak, die ze van
hún voorouders hebben gekregen en die ze - opnieuw gemodelleerd en gepolijst
in hún leven - aan jullie doorgeven. Jullie zijn de volgende schakel in die
lange levende traditie.
Het
gezin is de geëigende bedding voor het doorgeven van waarden, die als kostbaar
gelden in de familie. Als het gezin van Nazareth ten voorbeeld gesteld wordt,
dan is het juist om die reden.. Ook Maria en Jozef hebben hun taak als ouders
serieus genomen. Ook zij stonden in een traditie van het verbond met de God van
Israël, wiens Naam is 'Ik ben er voor jou' en die zich heeft laten kennen aan
kleine mensen. Ook zij hebben aan dat geloof op hún eigen wijze gestalte
gegeven, en daarmee een grote rol gespeeld in de geloofsvorming van Jezus.
Maar
tegelijkertijd hebben zij Hem de ruimte gegeven/moeten geven om zijn eigen weg
te gaan. Die spanning is er altijd geweest tussen Hem en zijn ouders. Veel meer
dan om bloedverwantschap gaat het Hem om geestverwantschap, om de wil van
zijn Vader in de hemel. De relatie met zijn ouders kent momenten van frictie.
Als twaalfjarige gaat het huis van zijn vader al vóór op het huis van Nazaret.
Toen mensen Hem onderweg ooit zeiden "Jouw moeder en broers willen je
spreken", gaf Hij botweg ten antwoord "Waar hebben jullie het over;
mijn moeder en broers zijn zij, die het woord van God horen en ernaar handelen".
Zo
zullen ouders vandaag van het gezin in Nazareth kunnen leren, dat ze nooit over
hun kinderen mogen beschikken. Zoals Kahlil Gibran zo treffend zegt: "Als
ouders mag je proberen aan je kinderen gelijk te worden, maar tracht niet hen
aan jezelf gelijk te maken. Je mag wel de lichamen van je kinderen huisvesten,
maar niet hun zielen, want die toeven in het huis van morgen, dat je als ouder
niet bezoeken kunt, zelfs niet in je stoutste dromen."
Kinderen
zijn uniek en hebben het recht en de opdracht hun eigen weg te gaan. Op het
slot van de doopviering, die in deze kerk wordt gehouden, spreken ouders op
deze manier tot hun kind: "Jij mag ons eenmaal verlaten. Dat zat erin toen
je geboren werd. Weet dat al wat wij doen voor jou voorlopig is. Je hoeft niet
te worden wat wij wensen. Je hoeft niet te doen wat wijzelf niet konden. Je
moet worden waarheen jezelf wijst, je eigen wonder."
Ja, ouders geven hun kinderen geborgenheid en
ruimte, waarin zij kunnen uitgroeien tot wie zij in wezen zijn. Ze hoeven geen
succeskind te worden en geen kopie, van niemand. Ouders zullen hun kind nabij
blijven, ook als het eigen wegen gaat, in eigen tempo, wat niet wil zeggen,
dat je als ouder alles goedkeurt. Kinderen leven in hún tijd, met hún
problemen en hún mogelijkheden. Soms houden ouders hun hart vast en ervaren
pijn, als hun kind een weg gaat die zij niet kunnen volgen. Maria en Jozef
kunnen spreken van ervaring.
Maar
kinderen hebben de plicht om, zoals de eerste lezing vandaag aangeeft, hun
ouders te eren. Dat is wat de eerste lezing van vandaag wil zeggen: kinderen,
ga behoedzaam om met je verleden, met je traditie; bewaar de levensoriëntatie
en de geloofsschat van je ouders als een levende kracht, als een bron van geluk
voor je toekomst.
Alleen waar ouders aan hun kind het vertrouwen en de ruimte durven geven om hun eigen weg te gaan, dáár groeien respect en dankbaarheid bij hun kind jegens hen.