Dat gebed van Jezus
om die onderlinge eenheid en die eenheid met God lijkt werkelijkheid geworden
in de praktijk van de jonge kerk. De eerste christenen (lees ik in Handelingen)
waren één van hart en één van ziel en er was niemand die ook maar iets van het
zijne als zijn eigendom claimde. Zij bezaten alles gemeenschappelijk. Er was
geen mens die iets tekort kwam; alle mensen die land of huizen hadden
verkochten deze en legden de opbrengst bij elkaar. Daar werd van uitgedeeld aan
iedereen, naargelang haar/zijn behoefte.
Bij de overgang van
een voorbij naar een nieuw jaar ligt het voor de hand om even pas op de plaats
te maken. Ik herinner mij deze nieuwjaarsdag nog vanuit mijn jeugd als was het
gisteren. De pastoor legde zijn kazuifel af, klom de preekstoel op en gaf
verslag van de parochie. Het waren statistieken over de sacramenten: Zoveel
geboortes/doopjes tegenover zoveel in het jaar daarvoor, zoveel eerste
communies, zoveel vormelingen, zoveel huwelijken ingezegend, zoveel communies
uitgedeeld, zoveel sterfgevallen. En dan kwam het financiële plaatje: Zoveel
had de bankenpacht opgebracht, zoveel de kerkcollecte, zoveel de armencollecte.
Dat was het dan, de stand van zaken van de parochie, zoals dat aan de goegemeente
werd gerapporteerd. De pastoor verbond er nog wat commentaar aan, wat beter
kon of moest met het oog op het nieuwe jaar, bedankte de mensen, wenste hen een
Zalig Nieuwjaar, trok zijn kazuifel weer aan en ging verder met de mis.
Zo ging dat toen;
dat waren de criteria voor de beoordeling of de parochie het goed of slecht
gedaan had. U zult het met mij eens zijn, dat we in 2002 andere maatstaven
aanleggen, om te kijken hoe de parochie het gedaan heeft. Als we nu evaluëren,
dan houden we de maatlat van het evangelie van vandaag erlangs: Hebben de
mensen van deze parochie in het afgelopen jaar geprobeerd in het spoor van
Jezus te gaan? Is daar groei in te bespeuren? Hebben ze niemand buiten
gesloten? Is er niemand vereenzaamd?
En heeft de
gemeenschap geprobeerd om over de parochiegrenzen heen te kijken en samen als
gemeenschap oog/hart gehad voor mensen daarbuiten, voor mensen in de
Zuidelijke wereld die veel - zo niet alle -noodzakelijke levensbehoeften
missen? Voor mensen van elders die naar hier gevlucht zijn voor hun leven of
uit bittere nood?
Als ik nadenk over
het voorbije jaar, dan is er reden om dankbaar te zijn. Er zijn veel mooie
dingen gebeurd in deze wijk, en velen
hebben bewust de Naam van God ('Ik ben er voor jou') vertaald in aandacht voor
de ander. Ik vang genoeg signalen op dat mensen overeind komen (opstaan, Pasen)
door die aandacht.
Het bewustzijn is
groeiende dat de Wereldwinkel letterlijk hoop en leven brengt in de Zuidelijke
wereld. Het is niet in te schatten, hoeveel vreugde en leven er gebracht is in
een mat en dof bestaan in het AZC hier vlakbij door het contact dat
georganiseerd is op de derde Kerstdag hier in de koffiekamer. Ik denk dat er
brieven onderweg zijn in alle talen, de hele wereld over, om daarover te
vertellen aan familie en vrienden.
Het is iets van de
ervaring van de eerste christenkerk opnieuw in onze parochie: Betrokkenheid bij
elkaar, betrokkenheid bij de grotere wereld daarbuiten.
Het is ook goed dat
de parochie probeert uit te reiken in oecumene naar onze broeders en zusters
van de andere christen kerken hier in Heerlen. Naarstig wordt gezocht naar
wegen om samen, vanuit een en dezelfde inspiratie, iets te betekenen in deze
stad/wijk. Maar het is een moeizaam proces. Niet iedereen is overtuigd van het
belang van de oecumene. We hebben zoveel gemeenschappelijks; waarom dan nog
altijd elkaar afrekenen op de verschillen? Dat is uit de tijd. Volgende week
start het project 'het brood delen', het resultaat van veel voorbereiding. Het
begon twee jaar geleden, toen jonge echtparen, die oecumenisch gehuwd waren en
wier kinderen oecumenisch gedoopt waren, hier samen kwamen om ervaringen van
oecumeisch gehuwd zijn uit te wisselen. En dat was heel verrassend; vroeger
werden deze mensen niet begeleid , maar - jammer genoeg - uit elkaar gespeeld
door de kerk. Nu mochten wij ontdekken, hoe gemotiveerd en respectvol deze
mensen met elkaar omgaan, en hoezeer de boodschap van het evangelie een rol
speelt in hun leven en in de opvoeding van hun kinderen. Met heel veel
enthousiasme aan dit project gewerkt, waarin hun kinderen - maar ook andere
kinderen zijn welkom - leren hoe wezenlijk het gebaar van het-brood-breken is.
Vanuit onze
parochie wordt geprobeerd om onze moslem zusters en broeders beter te
begrijpen, juist in een tijd dat moslems en christenen uit elkaar gespeeld
dreigen te worden door de gebeurtenissen in de wereld. Wij leven in 2002 en in
deze concrete wereld moet de kerk het gist in het deeg zijn; een kerk die niet
dient dient tot niets.
En dat hele weefsel
van lijnen in alle richtingen naar alle soorten van mensen wordt regelmatig
gevierd binnen deze muren, waar iedereen welkom is en niemand uitgesloten
wordt, waar juist kwetsbare mensen zich meer en meer thuis gaan voelen. Het
breken van het brood, wat is het anders dan het leven met elkaar delen in de
gemeenschap, en van de gemeenschap met de wereld daarbuiten?
In de
personeelsbezetting van de parochie is dit jaar verandering gekomen. Pastor
Harrie Brouwers is weg gegaan, hij had niet veel keus. Wij vonden dat jammer,
want hij was geliefd, maar mag ik zeggen dat het aanvankelijke gevoel van
verlies is omgslagen in positieve energie, in de zin van: 'Kom op, wij zijn met
zijn allen de kerk'. Belangrijk is wel dat er iemand is, die verantwoordelijk
is en dat hele weefsel van lijnen in de parochie co-ordineert. Waar zoveel
mensen in touw zijn, is communicatie en het-elkaar-verstaan natuurlijk heel
wezenlijk. Het is en blijft mensenwerk, wij zijn geen heiligen; we brengen
allemaal ons enthousiasme en onze goede wil binnen, maar ook onze menselijke
kanten. En dan is het nodig, dat er iemand is die boven houdt wast boven moet
blijven, bijstuurt, en zo nodig bijlegt. Maar als wij voor ogen houden wat we
met elkaar willen, krijgen we het voor mekaar om elkaar te accepteren met die
akkefietjes.Ik denk dat we dankbaar mogen zijn, dat Zr. Margret Dekker die co-ordinerende
functie met enthousiasme heeft opgepakt. Zij heeft veel ervaring en kan het.
Maar het fijn in
deze setting te mogen werken, met door zovelen, die binnen deze gemeenschap
actief zijn, jong en oud. En ik noem vandaag vooral hen die nooit zo op de
voorgrond treden, maar in stilte heel belangrijk werk doen.
Ik hoop dat wij in
het komende jaar, met diezelfde geest van dienstbaarheid bezield, mogen blijven
samen werken aan deze gemeenschap, en als gemeenschap aan een mooiere wereld
daarbuiten. En dat de vieringen - in welke vorm dan ook - binnen deze muren,
iets van die
eenheid en blijde verbondenheid mogen weerspiegelen, en ons kracht moge geven
om samen verder te gaan en te groeien.
Moge God ons
zegenen en behoeden. Zijn glans over ons spreiden en ons genadig zijn.Haar
gelaat naar ons keren en ons vrede schenken. Moge het een gezegend jaar worden.