Nieuwjaar 2002

© Geer Bles, Heerlen 2002



Dat gebed van Jezus om die onderlinge eenheid en die eenheid met God lijkt werkelijkheid geworden in de praktijk van de jonge kerk. De eerste christenen (lees ik in Handelingen) waren één van hart en één van ziel en er was niemand die ook maar iets van het zijne als zijn eigen­dom claimde. Zij bezaten alles gemeenschap­pelijk. Er was geen mens die iets tekort kwam; alle mensen die land of huizen hadden verkochten deze en legden de opbrengst bij elkaar. Daar werd van uitgedeeld aan iedereen, naar­gelang haar/zijn behoefte.

 

Bij de overgang van een voorbij naar een nieuw jaar ligt het voor de hand om even pas op de plaats te maken. Ik herinner mij deze nieuwjaarsdag nog vanuit mijn jeugd als was het gisteren. De pastoor legde zijn kazuifel af, klom de preekstoel op en gaf verslag van de parochie. Het waren statistieken over de sacramen­ten: Zoveel geboortes/doopjes tegenover zoveel in het jaar daar­voor, zoveel eerste communies, zoveel vormelingen, zoveel huwelij­ken ingezegend, zoveel com­munies uitgedeeld, zoveel sterfgevallen. En dan kwam het finan­ciële plaatje: Zoveel had de bankenpacht opgebracht, zoveel de kerkcol­lecte, zoveel de armen­col­lecte. Dat was het dan, de stand van zaken van de parochie, zoals dat aan de goegemeente werd gerap­porteerd. De pastoor verbond er nog wat commentaar aan, wat beter kon of moest met het oog op het nieuwe jaar, bedankte de mensen, wenste hen een Zalig Nieuw­jaar, trok zijn kazuifel weer aan en ging verder met de  mis.

 

Zo ging dat toen; dat waren de criteria voor de beoordeling of de parochie het goed of slecht gedaan had. U zult het met mij eens zijn, dat we in 2002 andere maatstaven aanleggen, om te kijken hoe de parochie het gedaan heeft. Als we nu evaluëren, dan houden we de maatlat van het evangelie van vandaag erlangs: Hebben de mensen van deze parochie in het af­gelopen jaar geprobeerd in het spoor van Jezus te gaan? Is daar groei in te bespeuren? Hebben ze niemand buiten gesloten? Is er niemand vereenzaamd?

 

En heeft de gemeenschap geprobeerd om over de parochiegrenzen heen te kijken en samen als gemeenschap oog/hart gehad voor mensen daar­buiten, voor mensen in de Zuidelijke wereld die veel - zo niet alle -noodzakelijke levensbehoeften missen? Voor mensen van elders die naar hier gevlucht zijn voor hun leven of uit bittere nood?  

 

Als ik nadenk over het voorbije jaar, dan is er reden om dankbaar te zijn. Er zijn veel mooie dingen gebeurd in deze wijk,  en velen hebben bewust de Naam van God ('Ik ben er voor jou') vertaald in aandacht voor de ander. Ik vang genoeg signalen op dat mensen overeind komen (opstaan, Pasen) door die aandacht.

 

Het bewustzijn is groeiende dat de Wereldwinkel letterlijk hoop en leven brengt in de Zuidelijke wereld. Het is niet in te schatten, hoeveel vreugde en leven er gebracht is in een mat en dof bestaan in het AZC hier vlakbij door het con­tact dat georganiseerd is op de derde Kerstdag hier in de koffiekamer. Ik denk dat er brieven onderweg zijn in alle talen, de hele wereld over, om daarover te vertellen aan familie en vrien­den.

 

Het is iets van de ervaring van de eerste christenkerk opnieuw in onze parochie: Betrokkenheid bij elkaar, betrokkenheid bij de grotere wereld daarbuiten.

 

Het is ook goed dat de parochie probeert uit te reiken in oecumene naar onze broeders en zusters van de andere christen kerken hier in Heerlen. Naarstig wordt gezocht naar wegen om samen, vanuit een en dezelfde inspiratie, iets te betekenen in deze stad/wijk. Maar het is een moeizaam proces. Niet iedereen is overtuigd van het belang van de oecumene. We hebben zoveel gemeenschap­pelijks; waarom dan nog altijd elkaar afrekenen op de verschil­len? Dat is uit de tijd. Volgende week start het project 'het brood delen', het resultaat van veel voorbereiding. Het begon twee jaar geleden, toen jonge echtparen, die oecumenisch gehuwd waren en wier kinderen oecumenisch gedoopt waren, hier samen kwamen om ervarin­gen van oecumeisch gehuwd zijn uit te wisselen. En dat was heel verras­send; vroeger werden deze mensen niet begeleid , maar - jammer genoeg - uit elkaar gespeeld door de kerk. Nu mochten wij ontdek­ken, hoe gemotiveerd en respectvol deze mensen met elkaar omgaan, en hoezeer de boodschap van het evangelie een rol speelt in hun leven en in de opvoeding van hun kinderen. Met heel veel enthousiasme aan dit project gewerkt, waarin hun kinderen - maar ook andere kinderen zijn welkom - leren hoe wezenlijk het gebaar van het-brood-breken is.

 

Vanuit onze parochie wordt geprobeerd om onze moslem zusters en broeders beter te begrijpen, juist in een tijd dat moslems en christenen uit elkaar gespeeld dreigen te worden door de gebeur­tenissen in de wereld. Wij leven in 2002 en in deze concrete wereld moet de kerk het gist in het deeg zijn; een kerk die niet dient dient tot niets.  

 

En dat hele weefsel van lijnen in alle richtingen naar alle soor­ten van mensen wordt regelmatig gevierd binnen deze muren, waar iedereen welkom is en niemand uitgesloten wordt, waar juist kwetsbare mensen zich meer en meer thuis gaan voelen. Het breken van het brood, wat is het anders dan het leven met elkaar delen in de gemeenschap, en van de gemeenschap met de wereld daar­buiten?

 

In de personeelsbezetting van de parochie is dit jaar verandering gekomen. Pastor Harrie Brouwers is weg gegaan, hij had niet veel keus. Wij vonden dat jammer, want hij was geliefd, maar mag ik zeggen dat het aan­vankelijke gevoel van verlies is omgslagen in positieve energie, in de zin van: 'Kom op, wij zijn met zijn allen de kerk'. Belangrijk is wel dat er iemand is, die verantwoor­delijk is en dat hele weefsel van lijnen in de parochie co-or­dineert. Waar zoveel mensen in touw zijn, is communicatie en het-elkaar-verstaan natuurlijk heel wezenlijk. Het is en blijft mensen­werk, wij zijn geen heiligen; we brengen allemaal ons enthousiasme en onze goede wil binnen, maar ook onze menselijke kanten. En dan is het nodig, dat er iemand is die boven houdt wast boven moet blij­ven, bijstuurt, en zo nodig bijlegt. Maar als wij voor ogen houden wat we met elkaar willen, krijgen we het voor mekaar om elkaar te accep­teren met die akkefiet­jes.Ik denk dat we dankbaar mogen zijn, dat Zr. Margret Dekker die co-ordinerende functie met en­thousiasme heeft opgepakt. Zij heeft veel ervaring en kan het.

 

Maar het fijn in deze setting te mogen werken, met door zovelen, die binnen deze gemeenschap actief zijn, jong en oud. En ik noem vandaag vooral hen die nooit zo op de voorgrond treden, maar in stilte heel belangrijk werk doen.  

 

Ik hoop dat wij in het komende jaar, met diezelfde geest van dienstbaarheid bezield, mogen blijven samen werken aan deze gemeenschap, en als gemeenschap aan een mooiere wereld daarbuiten. En dat de vieringen - in welke vorm dan ook - binnen deze muren,

iets van die eenheid en blijde verbondenheid mogen weerspiegelen, en ons kracht moge geven om samen verder te gaan en te groeien.

 

Moge God ons zegenen en behoeden. Zijn glans over ons spreiden en ons genadig zijn.Haar gelaat naar ons keren en ons vrede schenken. Moge het een gezegend jaar worden.