Elkaar tot zegen

© Geert Bles, Heerlen 2005



Op een dag als deze ligt het voor de hand om pas op de plaats te maken en te kijken, hoe het de Andreasparochie vergaan is in 2004 en wat de vooruitzichten zijn voor het jaar dat voor ons ligt.  Vroeger in mijn jeugd was dat de gewoonte. De pastoor beklom dan de preekstoel en trakteerde ons op statistieken: over het aantal geboortes, doopsels, communies, huwelijken, sterfgevallen, en opbrengst van de collectes, etc.  Het ging dan vooral over getallen, over kwantiteit, en dat was dan het criterium of het goed ging in de parochie of niet. Als ik vandaag iets over de stand van de parochie wil zeggen, spreek ik liever over kwaliteit, over: in hoeverre zijn wij parochianen erin gegroeid (ik gebruik het beeld dat vandaag tot ons komt in de eerste lezing) om elkaar tot zegen te zijn?  In hoeverre zijn wij erin gegroeid om elkaar te zien als zusters en broeders? In hoeverre zijn wij erin gegroeid om elkaar tot recht te doen komen?  En in hoeverre zijn wij er meer in geslaagd om naar buiten te treden als gemeenschap (er staan niet voor niets twee voeten op de grote deur!), om vooral die mensen onder ons, die moeilijk mee kunnen komen, die erbuiten dreigen te raken, die in onze harde wereld geen plek krijgen, een hand te reiken en erbij te houden, te halen desnoods?  Die kwaliteit in onze relaties is immers het criterium van de Man van Nazaret; en moet ook het criterium zijn van een gemeenschap als de onze die pretendeert in zijn voetstappen te gaan.  Hij zegt: “Ik ben niet gekomen om gediend te worden, maar om te dienen.”  Wij willen het Hem na zeggen en het ook nadoen: “Een kerk die niet dient, dient tot niets. Een kerk, die zich niet inzet voor het leven van de ander - vooral waar leven in het geding is - heeft geen reden van bestaan.”  Hoe staat het erbij in de Andreas wat dit betreft? En wat zijn de vooruitzichten?

 

Een aantal jaren geleden was er vaak een sleur en een zekere moeheid in de  parochie te bespeuren. Mensen, die zich inzetten, werden ouder, en er meldden zich geen nieuwe mensen om de werkgroepen te versterken. Er was best veel inzet op allerhande terreinen, maar we deden de dingen die vastlagen, die geregeld moesten worden, volgens een patroon dat elk jaar terugkeerde.  Maar er gebeurde eigenlijk niets nieuws meer, de vaart leek er wat uit; er ontbrak eigenlijk een visie over de kerk van de toekomst en waar het beleid van de parochie op gericht zou moeten worden; er was behoefte aan een nieuwe uitdaging; en die uitdaging is er gekomen.

 

Er is er wat gebeurd, dunkt me, zo ongeveer rondom het parochiejubileum twee jaar geleden Verschillende groepen zijn toen aan het denken geslagen over: hoe moet de parochie er in de toekomst uit gaan zien en wat kunnen wij daaraan doen?  En hun denken heeft zich omgezet in handelen; zij hebben het heft in handen genomen; er ging gaandeweg een sfeer ontstaan van: de parochie is van ons; wij maken de parochie uit; het gaat niet om het gebouw; het gaat niet om wat wij aangereikt krijgen van boven af; het gaat om ons; wij zijn de kerk! En die omslag in denken is was de uitdaging dunkt mij; dat is immers wat de kerk moet zijn volgens mij: geen gemeenschap van alleen maar consumenten, maar een gemeenschap van mensen die zich zelf verantwoordelijk gaan voelen voor de wereld waarin zij leven, die aan die wereld willen werken om ze beter te maken, te transformeren tot een wereld die Jezus voor ogen staat, het Rijk Gods. En het aantal mensen dat zich hiervoor wil inzetten en zelf initiatieven ontplooit, vrijwilligers en vrijwilligsters, jong en oud, is gewoon groot.  En we bespeuren geen moeheid meer, geen gezucht, geen sleur, maar vitaliteit, geest, plezier.

 

Wat te denken bij voorbeeld van de groep jonge ouders, die dit jaar gestart zijn met het communieproject ‘de zonnestraaltjes’; maandelijks komen zij een middag samen met hun kinderen, die de eerste communie gedaan hebben en leren hen waar het echt om gaat in het leven aan de hand van bijbelverhalen.

Wat te denken van de kinderkerstviering waar met zoveel enthousiasme aan gewerkt wordt.

Wat te denken van ons gelegenheidskoor, dat met zoveel plezier bij bijzondere gelegenheden optreedt, zoals kort geleden op 10 oktober toen het pastorale team van de parochie zich aan u voorstelde.

Wat te denken van het pastorale team zelf, dat met heel veel inzet om de drie weken bijeenkomt om samen te overleggen, hoe de parochie van de toekomst eruit moet zien, en hoe wij daar concreet gestalte aan kunnen geven, hoe wij de vaart erin kunnen houden of brengen, hoe wij ruimte kunnen maken voor nieuwe initiatieven; dit team werkt met plezier, omdat het zich gedragen weet door zoveel vrijwilligers en vrijwilligsters in allerlei werkgroepen die hun bijdrage leveren aan het geheel, en omdat het voelt dat het niet met flutdingen bezig is, maar met dingen die ertoe doen.

 

De Andreasparochie wil niet in zichzelf gekeerd zijn maar naar buiten treden, er zijn voor de ander; er staan voeten op de grote deur.  De gemeenschap zoekt daadwerkelijk om groepen mensen, die uit de boot zijn gevallen of dreigen te vallen binnen de gemeenschap te houden of te halen  Zij probeert om over de parochiegrenzen heen te kijken en oog/hart te hebben voor mensen daarbuiten, zowel dichtbij als ver weg voor mensen in de zuidelijke wereld die vele - zo niet alle - noodzakelijke levens behoeften missen. Het bewustzijn is levendig dat de wereldwinkel letterlijk hoop en leven brengt in die zuidelijke wereld; het is iets van de ervaring van de eerste christenkerk, betrokkenheid bij elkaar, betrokkenheid bij de grotere wereld daarbuiten.  En als mensen van elders naar hier gevlucht zijn voor hun leven of uit bittere nood, dan is deze gemeenschap er voor hen; het is niet in te schatten hoeveel vreugde en leven er gebracht is in een mat en dof bestaan bij mensen in het AZC hier vlakbij door deze betrokkenheid.

 

De parochie treedt ook anderszins naar buiten en overschrijdt grenzen, door uit te reiken in oecumene naar onze broeders en zusters van de andere christen kerken hier in Heerlen, door samen met hen te zoeken naar wegen om - vanuit een en dezelfde inspiratie - iets te betekenen in deze stad/wijk. We hebben immers zoveel gemeenschappelijk, namelijk de bron waaruit wij zijn ontstaan; waarom zouden wij elkaar dan blijven afrekenen op de verschillen?  Dat is uit de tijd, dat is onvruchtbaar; een kerk die niet oecumenisch wil zijn, faalt als kerk en heeft geen toekomst. Binnenkort, in de week van de eenheid, gaan wij in een gezamenlijke viering uitdrukking geven aan wat ons bindt.

 

En de parochie treedt naar buiten door een handreiking te doen naar de moslem gemeenschap in Heerlen; wij willen onze moslem zusters en broeders beter begrijpen, juist in een tijd dat moslems en christenen uit elkaar gespeeld dreigen te worden door de gebeurtenissen in ons land. Als kerk hebben wij een taak om dit niet te laten gebeuren, om bruggen te slaan naar hen; in het afgelopen jaar zijn wij op bezoek geweest in de El Nour moskee en binnenkort komt de imam van deze moskee met zijn gemeenschap op bezoek in de Andreaskerk. Actief in deze vorm van dialoog en uitwisseling zijn oecumenisch gehuwden in ons midden, die zelf in hun eigen relatie hebben ervaren hoe vruchtbaar het is om grenzen te overschrijden.

 

Ja, als we terugdenken aan het voorbije jaar, dan is er reden om dankbaar te zijn voor de vele mooie dingen die op de rails gezet zijn, voor de vele mooie dingen die in deze wijk gebeurd zijn; velen hebben bewust Gods boodschap vertaald in aandacht voor de ander; in stilte misschien, maar niet minder belangrijk.  We hopen en bidden, dat wij in het komende jaar, met diezelfde geest van enthousiasme en inzet bezield, samen zullen blijven werken een mooiere wereld daarbuiten, aan het rijk Gods.  En dat de vieringen - in welke vorm dan ook - binnen deze muren, iets van die dienstbaarheid en blijde verbondenheid mogen weerspiegelen, en ons kracht moge geven om samen verder te gaan en te groeien in het werken aan dat ideaal.

 

Moge God ons zegenen en behoeden, de glans van zijn gelaat over ons spreiden en ons genadig zijn.  Haar gelaat naar ons keren en ons vrede schenken.  Moge Zij onze pogingen zegenen.