Elkaar tot zegen zijn

© Geert Bles, Heerlen 2010



Kunnen wij - in de loop van 2010 - zegen voor elkaar waarmaken? Ik neem u mee naar  het scheppingsverhaal; telkens als God iets schiep -  licht, hemel, aarde, het groen en de dieren, staat er: God zag dat het goed was. Maar bij de mens maakt God een restrictie: ‘Het is niet goed dat de mens alleen blijft.’ Wat er ook allemaal goed was aan de schepping, hiervan zei god toch dat het niet goed was……nóg niet. Totdat hij de andere mens, die hulp en tegenover, geboetseerd had. Toen dat gebeurd was, was het compleet. Vanaf  het begin is de mens een sociaal wezen…en heeft hij/zij de ander nodig om te zijn… en om te kunnen groeien. Zó…in de gemeenschap…leren wij de taal en onze manieren. Zó ontwikkelen wij tot wie we zijn,tot wie we willen worden;  zó…in relatie met de ander…met de anderen.

 

Bij deze gedachte wil ik even stil staan in deze overweging. We hebben elkaar nodig; we zijn op elkaar aangewezen. Alleen in relatie met God en met de ander, en de anderen, groeien wij. Maar niet alle relaties zijn hetzelfde. Er is een heel scala van relaties, van ‘tot de dood ons scheidt’ tot vluchtige contacten, van intiem een-op-een tot verbondenheid met velen in een groep.

 

De relaties mogen dan variëren,  één ding is duidelijk: we hebben elkaar nodig om te leven, om verder te kunnen, om pijn een plek te kunnen geven, om ons verhaal met iemand anders te kunnen delen, of (als we geen woorden kunnen vinden) zomaar nabij te zijn. We hebben de gemeenschap nodig om te kunnen zijn, om te kunnen groeien naar heelheid.  Ja, ‘het is niet goed dat de mens alleen blijft’.

 

Man en vrouw ontmoeten elkaar…. hebben elkaar nodig; mooi toch bedacht door God! Maar als dat eindigt, door dood, of door scheiding, staat hij/zij dan alleen? Of is er dan toch die grotere gemeenschap om de pijn te delen?

 

En is er in onze gemeenschap ook ruimte voor, als er onder ons zijn die niet als man en vrouw, maar als man en man, en als vrouw en vrouw door het leven willen gaan?  ‘Een vondst van de schepper’ noemde de bekende priester Jan  van Kilsdonk zo’n relatie.

 

Maar niet iedereen is zo’n intieme een-op-een relatie gegeven. Er kunnen omstandigheden zijn die het niet mogelijk maken; we hebben niet alles in handen.  En er zijn ook mensen die er bewust voor gekozen hebben om alleen door het leven te gaan. Dan nóg blijft staan wat God in het begin zei: ‘Het is niet goed dat de mens alleen blijft’. Het geldt voor iedereen. Iedereen heeft behoefte aan de ander, aan een luisterend oor om van het diepste in jezelf te kunnen delen. Het gaat dan niet alleen om oppervlakkig contact; het gaat om méér dan een gesprek over het weer;  het gaat om diepere verbondenheid, om een gesprek waarin ik mezelf kan laten zien. Dit is wat, in mijn ogen, God moet bedoeld hebben, ook als dat - door omstandigheden of door keuze - niet het intieme‘een-op-een’ kan zijn.

 

Bij het begin van dit nieuwe jaar heb ik de behoefte om dit met u te delen. Zo zit onze mensengemeenschap toch in elkaar. Zullen wij  er met elkaar attent op zijn, dat er niemand buiten valt en gaat kwijnen?  Kunnen wij dáár als gemeenschap voor instaan? Willen wij in het nieuwe jaar elkaar op deze manier tot zegen zijn?  Die zegen wens ik u/ons van harte toe in het jaar dat voor ons ligt….. Zalig Nieuwjaar!