Wat
is er veel gebeurd sinds de Kruisdood van Jezus.
De
vrouwen bij het graf kwamen en zagen dat het graf leeg was. Zij gingen naar de
leerlingen en ook Johannes en Petrus bevestigden dat het lichaam van Jezus er
niet meer was, de leerlingen gingen bedriefd nar huis. Zo niet Maria Magdalena,
zij bleef bij het graf: stomgeslagen,
ontredderd. Zij had geen woorden meer, zij was intens verdrietig, bittere
tranen schreiend want de Heer was weg: wat doet afscheid nemen pijn.
Maria
die eens hete tranen schreide van berouw en liefde toen zij de voeten van de
Heer balsemde, wat was zij toen gelukkig dat zij dat doen kon en de bevestiging
van Jezus toen die zei: Wat zij daar doet, doet zij met het oog op mijn begrafenis.
Ik zeg u waar ook ter wereld deze blijde boodschap verkondigd zal worden zal
tevens verhaald worden wat zij toen gedaan heeft. Wat liggen tranen van geluk
en verdriet dicht bij elkaar. Kennen wij ook niet het intens blij zijn bij een
goed bericht, een blijde gebeurtenis, dan kunnen we huilen van geluk, maar ook
het intense verdriet wanneer we afscheid moeten nemen. Dan zijn de ogen
vertroebeld van de tranen; zo ook Maria, zij buigt zich voorover, krimpt a.h.w.
ineen van verdriet, zij maakt zich klein en ziet …. Zij ziet de zwachtels, maar
ziet nog meer: een engel aan het hoofdeind en een engel aan het voeteneind zo
de plaats markerend waar Jezus had gelegen. Zij hoort de vraag van de engel:
waarom schreit ge? Zij schreeuwt het uit van verdriet. Ze hebben mijn Heer
weggenomen en ik weet niet waar ze Hem hebben gelegd. Door dat hardop zeggen,
het uitschreeuwen van verdriet, komt het verdiet a.h.w. naar buiten, een ander
neemt deel aan je verdriet. Maria krijgt geen antwoord, maar de anderen
luisteren. Het luisteren van de ander is in zo’n geval zo bevrijdend. In leed
een gehoor vinden daar hoeven geen woorden aan te pas te komen; daar heb je dan
weinig aan. Je hebt iemand nodig waar je tegen aan kunt leunen in je verdriet.
Nu
keert Maria zich om, dat luisteren van de ander gaf de ommekeer. Het leed is er
nog wel, maar toch, zij keert zich om, wil weer verder gaan. Zij ziet weer haar
omgeving. En dan … gebeurt het: zij een ander, dichtbij. Zij meent de
tuinman. Ook deze stelt de vraag : waarom dat verdriet? Waarom die tranen? Wie
zoek je?
Weer
dat antwoord: zeg me Heer, wanneer je hem hebt weggelegd, waar dan?
Dan,
o wonder, het noemen van haar naam. Zij is iemand, zij wordt persoonlijk
aangesproken: MARIA.
Zij
herkent Jezus: zo kan alleen Hij haar naam noemen. Haar vreugdekreet is:
Raboeni, dat is meester, mijn Heer! Zo kunnen we ook door Jezus God herkennen,
wanneer we Hem in gebed zoeken. In onze nood vragen we ook: God waar was je,
help me. We zijn allen God-zoekers. Op wonderbare wijze, wanneer we het niet
meer weten dan kan Hij ons ineens verder helpen, door inzicht, door een ander
die op onze weg komt als het ware door God gezonden. We breken uit de enge
kring van verdriet, van het niet meer weten, we komen weer tot leven: de
levende Heer in ons midden, dat willen we vasthouden. Zo ook Maria, ze wil
Jezus aanraken, ze wil Hem niet meer laten gaan, maar Jezus laat zich niet
vasthouden. Maria moet begrijpen dat er nu meer is dan voor Zijn dood aan het
kruis. Hij sprak dan ook: houd mij niet vast, want ik ben nog niet opgestegen
naar mijn Vader, maar ga naar mijn broeders en zeg hun: ik stijg op naar mijn
Vader en Uw Vader, naar mijn God en Uw God. Nog even wil Maria zelf handelen,
ze wil de Heer vasthouden, maar Jezus geeft haar een opdracht, een boodschap
die zij moet uitdragen. Hij vertelt haar als eerste dat Hij opstijgt naar zijn
en onze Vader, naar zijn en onze God. Wat is dat een troostrijke mededeling.
Dit is de verrijzenis belofte voor ieder van ons . Hij ging ons voor. En
Maria ging aan de leerlingen vertellen alles wat haar gezegd was. Zij mag het
wonder van de opstanding verder vertellen. Het feest van de Verrijzenis is niet
statisch, het blijft niet bij die gebeurtenis op de derde dag. Jezus leeft
verder, we herdenken het steeds als we samen komen om de Eucharistie te vieren
en het H.Brood ontvangen, en verder iedere keer weer wanneer 2 of 3 in zijn
naam verenigd zijn, dan is de Heer in ons midden. Hij laat zich niet vasthouden
op één moment, maar de Blijde Boodschap van Pasen is: Hij leeft, Hij leeft hier
en nu onder ons!
Amen.