Leven Overwint

© Geert Bles, Heerlen 2008



 

Vannacht heeft een groep mensen vanuit deze kerk een paastocht gelopen door de stilte, door het donker, het licht tegemoet. Ze hebben in hun gedachten mensen meegenomen, mensen  voor wie - door wat ze meegemaakt hebben - het leven nog zo donker lijkt; mensen voor wie de dood van een dierbare nog zo recent is. Dat is wat Pasen betekent: uit het donker (wat het leven soms is) te voorschijn komen naar het licht dat altijd wenkt; tegen alles in geloven in licht, in levenskracht, in levensmoed, in leven dat overwint.

 

Met Pasen vieren wij, dat de grafsteen weggerold is; dat zijn dood niet het laatste woord heeft gekregen. Hij is niet dood; hij leeft!  Dat klinkt ook door in de verhalen, die in de eerste christentijd verteld werden en die opgetekend zijn door de vier evangelisten. De verhalen over wat er precies gebeurd is na zijn dood, rondom het graf en erna, mogen dan onderling verschillen, in een ding stemmen ze overeen: Hij leeft, hoe dan ook. En de eerste christenen werden opnieuw geboren; ze werden andere mensen, paas­mensen, die in het donker opstaan, en ondanks het donker verder­gaan. En wanneer ze elkaar ontmoetten, bemoedigden ze elkaar met de groet: 'Hij is niet dood! Hij leeft!’

 

Zij zetten voort dat wat Jezus in zijn hele leven liet zien. Hij was er constant op uit om kleine mensen, die geen leven hadden, hoop te geven, perspectief te bieden, het licht te laten zien. Hij bleef het constant opnemen voor die mensen, tegen starre gewoontes in, tegen een verkild wettisch godsdienstig sys­teem in, dat mensen klein maakt en klein houdt. Daarom raakte Hij in conflict met de godsdienstige en politieke leiders van zijn tijd. Hij geloofde in een God, die om mensen geeft en Hij was zelf zo goed als God voor mensen, vooral voor kleine mensen. Dat kwam Hem duur te staan; we hebben het in deze dagen overdacht.  Hij werd veroordeeld en gedood, zoals het in de geschiedenis steeds gebeurt met hen die zich verzetten tegen onderdrukking, en met hen die het opnemen voor mensen die onderdrukt worden.

 

En diegenen die hem uit de weg ruimden, dachten van hem af te zijn. Dood is dood! Maar niets is minder waar. Overal leeft Hij, waar mensen proberen te doen, te leven als Hij; overal waar mensen zich aangesproken voelen door Jezus, geraakt worden door de verhalen over Hem, door zijn idealen. Overal leeft Hij, waar mensen zich inzetten voor het visioen van een wereld waarin het goed is; overal waar mensen opstaan en zich verzetten tegen geweld, tegen alles wat het leven vandaag bedreigt; tegen alles wat mensen klein maakt. 

 

Pasen heeft plaats, wanneer mensen, door Hem geraakt,opstandig worden, als onze schepping vernield wordt door aantasting van het milieu. Pasen heeft plaats, wanneer mensen, die in het donker zitten vanwege een pijnlijk verlies van een dierbare, zich toch niet laten pakken, maar weer opstaan, geraakt door Hem, gelovend, dat de dood niet het einde is. Pasen vindt plaats wanneer mensen, die in onze samenleving uit elkaar gespeeld dreigen te worden, elkaar de hand reiken; bruggen bouwen naar elkaar, met elkaar in gesprek gaan, elkaar proberen te begrijpen.  Pasen heeft plaats in Afrika, waar vrouwen - samen met onze parochie -  met een onverwoestbare hoop en energie, bouwen aan een betere wereld voor hun kinderen.

 

Het kan nog zo donker zijn, in een mensenleven, in de wereld vandaag. Maar voor iemand die wil zien, gebeurt Pasen steeds weer opnieuw, in opstanding, in opstand  van mensen om ons heen.  Hij is niet dood! Hij leeft!

 

Dit is de paasvreugde die wij met elkaar delen op deze paasmorgen. Hij leeft! Hij is niet stuk te krijgen, ook al dacht men van wel. Ik wens ons toe dat ook wij dit vandaag als Andreasparochie met verve beleven en uitdragen, en elkaar daarin steunen.