Vannacht heeft een groep
mensen vanuit deze kerk een paastocht gelopen door de
stilte, door het donker, het licht tegemoet. Ze hebben in hun gedachten mensen
meegenomen, mensen voor
wie - door wat ze meegemaakt hebben - het leven nog zo donker lijkt; mensen
voor wie de dood van een dierbare nog zo recent is. Dat is wat
Pasen betekent: uit het donker (wat het leven soms is) te voorschijn komen naar
het licht dat altijd wenkt; tegen alles in geloven in licht, in levenskracht,
in levensmoed, in leven dat overwint.
Met Pasen vieren wij, dat de grafsteen weggerold is; dat
zijn dood niet het laatste woord heeft gekregen. Hij is niet dood; hij leeft! Dat klinkt ook
door in de verhalen, die in de eerste christentijd verteld werden en die
opgetekend zijn door de vier evangelisten. De verhalen over wat er precies
gebeurd is na zijn dood, rondom het graf en erna, mogen dan onderling
verschillen, in een ding stemmen ze overeen: Hij leeft, hoe dan ook. En de
eerste christenen werden opnieuw geboren; ze werden andere mensen, paasmensen, die in het donker opstaan, en ondanks het donker
verdergaan. En wanneer ze elkaar ontmoetten, bemoedigden ze elkaar met de
groet: 'Hij is niet dood! Hij leeft!’
Zij zetten voort dat wat Jezus
in zijn hele leven liet zien. Hij was er constant op uit om kleine mensen, die
geen leven hadden, hoop te geven, perspectief te bieden, het licht te laten
zien. Hij bleef het constant opnemen voor die mensen, tegen starre gewoontes
in, tegen een verkild wettisch godsdienstig systeem in, dat mensen klein maakt
en klein houdt. Daarom raakte Hij in conflict met de godsdienstige en politieke
leiders van zijn tijd. Hij geloofde in een God, die om mensen geeft en Hij was
zelf zo goed als God voor mensen, vooral voor kleine mensen. Dat kwam Hem duur
te staan; we hebben het in deze dagen overdacht. Hij werd veroordeeld en gedood, zoals
het in de geschiedenis steeds gebeurt met hen die zich verzetten tegen
onderdrukking, en met hen die het opnemen voor mensen die onderdrukt worden.
En diegenen die hem uit de weg ruimden, dachten van
hem af te zijn. Dood is dood! Maar niets is minder waar. Overal leeft Hij, waar
mensen proberen te doen, te leven als Hij; overal waar mensen zich aangesproken
voelen door Jezus, geraakt worden door de verhalen over Hem, door zijn idealen.
Overal leeft Hij, waar mensen zich inzetten voor het visioen van een wereld
waarin het goed is; overal waar mensen opstaan en zich verzetten tegen geweld,
tegen alles wat het leven vandaag bedreigt; tegen alles wat mensen klein maakt.
Pasen heeft plaats, wanneer
mensen, door Hem geraakt,opstandig worden, als onze
schepping vernield wordt door aantasting van het milieu. Pasen heeft plaats, wanneer mensen, die in het
donker zitten vanwege een pijnlijk verlies van een dierbare, zich toch niet
laten pakken, maar weer opstaan, geraakt door Hem, gelovend, dat de dood niet
het einde is. Pasen vindt plaats wanneer mensen, die in onze samenleving uit
elkaar gespeeld dreigen te worden, elkaar de hand reiken; bruggen bouwen naar
elkaar, met elkaar in gesprek gaan, elkaar proberen te begrijpen. Pasen heeft plaats
Het kan nog zo donker
zijn, in een mensenleven, in de wereld vandaag. Maar voor iemand die wil zien,
gebeurt Pasen steeds weer opnieuw, in opstanding, in opstand van mensen om ons heen. Hij is niet dood! Hij leeft!
Dit is de paasvreugde die wij met elkaar delen op deze paasmorgen. Hij leeft! Hij is niet stuk te krijgen, ook al
dacht men van wel. Ik wens ons toe dat ook wij dit vandaag als Andreasparochie met verve beleven en uitdragen, en elkaar
daarin steunen.