Er is een tv-programma geweest, waarin mensen via een
zendertje in hun oor allerlei teksten en opdrachten kregen ingefluisterd, die
ze moesten zeggen en volbrengen. Daarmee kwamen ze in vreemde situaties of
moesten ze shockerende dingen zeggen. Uiteindelijk, als de situatie uit de hand
dreigde te lopen, greep de presentator in en vertelde dat het maar ‘een
spelletje’ was geweest. Het slachtoffer lachte dan maar als een boer die
kiespijn heeft.
Voor sommige mensen is dit een afschuwelijke realiteit: zij horen in hun hoofd
allerlei verschillende stemmen en voelen zich door die stemmen gedwongen dingen
te doen of te zeggen, die ze uit zichzelf niet zouden willen. Het maakt hun
leven vaak onleefbaar. Zij zijn ziek en de medische wetenschap doet verwoede
pogingen om deze stoornis uit te bannen.
Iets ervan is herkenbaar in ons alledaagse leven: niet als een ziekte, niet als
een spelletje; maar wel heel reëel. We horen zoveel stemmen om ons heen, die
ons oproepen op een bepaalde manier te leven: wordt rijk via de
postcodeloterij, wordt populair met nike-schoenen, maak plezier in centre
parcs, communiceer met elkaar via Libertel, je bent mooi met anti-rimpelcrème,
zorg dat je nooit zo oud lijkt als je bent, enz.
Gek genoeg hoor je zelden stemmen die vragen om zomaar, zonder prijskansen, het
goede doel te steunen, om populair te worden door jezelf te zijn, onvolmaakt en
gewoon alledaags, om plezier te hebben in de kleine geneugten van het leven en
om elkaar weer te zien zoals we echt in het diepst van ons hart willen
zijn.
De stem van het hart horen, de stem van ons eigen hart en die van het hart van
een ander, dat is niet altijd gemakkelijk. Daarvoor moeten we moeite doen. Maar
dat kan wel lonen, het kan wel goed doen.
Jezus zegt: de schapen luisteren naar mijn stem. Ik geef hun eeuwig leven,
nooit zullen ze verloren gaan.
Schapen, die luisteren naar zijn stem: dat is geen populair beeld in onze tijd.
Wij willen geen schapen zijn, die zomaar een stem volgen. Dat druist in tegen
ons gevoel van individualisme, van eigenheid en eigen verantwoordelijkheid. Het
is in het verleden ook vaak eenzijdig uitgelegd en heeft geleid tot slaafse
gehoorzaamheid. Toch is dat niet wat Jezus bedoeld. Wanneer God tot ons
spreekt, ons roept, is dat steeds een stem in ons hart: geen uiterlijk
geschreeuw, maar een ervaring in de stilte van je hart; in de stilte van je
hart kun je ontdekken wat God je te zeggen heeft. En dat is zeer persoonlijk,
spreekt ieder aan op zijn eigen inzet en verantwoordelijkheid.
Zo heeft Jezus dat ook ervaren; Hij voelde dat zelfs zo sterk, dat hij kan
zeggen dat God door hem sprak. Daarom kan Jezus ook zeggen: ik en de Vader, Wij
zijn één!
Dat is een moeilijke zin. Ik las ergens een mooie tekst, die dit voor mij wat
duidelijker maakte. Hij schrijft:
Zaaier is hij en zaadkorrel,
gastheer en brood,
wijnschenker en wijn, zondenvergever en zondebok,
eerstgeborene en de vele broeders, de eerste en de minste, herder en lam.
Daarom kunnen ze bij hem terecht:
de tollenaars en de publieke vrouwen,
de melaatsen, de blinden en de lammen,
de vreemdelingen en de door rijkdom gehandicapten,
de mensen aan wie veel mankeert,
de armoedzaaiers en pechvogels.
Door Hem worden ze gekend, bij Hem zijn ze iemand.
Daar komen mensen op af, daar lopen ze warm voor.
Daartoe verenigen mensen zich met elkaar en worden kerk, ook vandaag.
(Kees Pannekoek)
Ik en de Vader, wij zijn één!
Geïnspireerd door de Vader kan de Zoon doen als Hij!
Omdat God zaaier is, kan Jezus de zaadkorrel zijn; omdat God gastheer is, kan
Jezus zijn als brood en wijn; omdat God zonden vergeeft, kan Jezus de zondebok
worden; omdat God herder is, wordt Jezus het lam.
Zo kunnen ook wij op onze beurt ons geroepen voelen door Jezus, die als stem
van God tot ons spreekt. Zo kunnen we ook die stem van God, die tot ons
spreekt, doorgeven in woorden en daden. Zijn stem, die ons inspireert nu eens
te zaaien, dan weer zaadkorrel te zijn; nu eens te geven, dan weer te
ontvangen; nu eens herder te zijn, dan lam.
Als we zo eens zouden leven, dan gaat het visioen van Johannes in vervulling:
een wereld zonder honger of dorst, geen zonnesteek of woestijngloed, geen pijn
en verdriet, want God zal alle tranen uit onze ogen wissen. Wat een mooie
droom, wat een mooi toekomstbeeld: zo zou het moeten zijn, nu al en ook
straks, in eeuwigheid.
Amen.