Presentatie Pastoraal Team

© Eline Claassens, Heerlen 2004



Als iemand je raakt dan is het heerlijk en nooit gewoon om naar hem of haar te kijken, te luisteren, je wilt elke trek, elke houding of uitdrukking in je opnemen, je gaat zien, in je geheugen prenten. Het gezicht, de handen,  je gaat beseffen dat die mens een wonder is, een wonder dat je nooit echt kunt vatten, hoe beter je iemand kent hoe moeilijker het is om hem of haar te beschrijven, een beeld is niet genoeg, elke beschrijving schiet te kort ..

Een mens is een wonder, hij roept verwondering op en blijft steeds weer verwondering wekken, een mens ont- moeten is een intense ervaring, het haalt het goede, het beste, het meest pure in je naar boven, opeens is die ander belangrijker dan al het andere dat bestaat, je gaat beter zien, horen, ruiken en voelen, alles wordt intenser en steeds blijf je verlangen naar die intensiteit die je energie en kracht en blijheid geven maar ook een ongewisse angst een zeker weten dat dit gevoel eindig is, misschien benoem je het niet zo voor jezelf, maar je weet dat dit leven en mijn leven ophouden ...en het klaar komen met onze eindigheid, het is een levenslang gevecht...

 

Geraakt worden door eens mens, de natuur of Iets dat wij vaak God noemen of Liefde met een hoofdletter, geeft je leven zin, glans, het is ons gegeven en vooral gegund, we mogen er naar eigen verantwoordelijkheid mee om gaan, ervan genieten, er naar blijven hunkeren, het je blijven herinneren en laten doorstromen in alles wat er nog op ons pad komt...je kunt het alleen niet vasthouden, vastleggen, Liefde kent eigen en vooral ongeschreven wetten..

Zodra je het gevoel hebt dat je vat hebt op de Liefde, dat je denkt te weten dit is het, dan ontglipt het je, is het niet meer echt, open, vrij..

 

Onze traditie wil ons een Geest van Liefde aanreiken die onze ogen mild maakt en het is deze mildheid die je kan voeren naar een zien verder dan, of voorbij aan.. wat je ooit van jezelf dacht te kunnen en te kennen. Als je kunt kijken met een milde blik dan zie je dat de mens net als God beschikt over een "mateloze grootheid" zoals wij zongen in psalm 150.  Liefde en kunnen zien, is in tegenstelling tot ons leven, eindeloos, rusteloos, mateloos...

Milde ogen laten de andere in je toe. Hij of zij die anders is dan ik, daagt je uit om te zien met andere ogen. De andere, waar ik niet zo maar in val, waar ik moeite voor moet doen om hem of haar te willen zien, waarvoor ik over een zekere huiver moet heenstappen om te kunnen zien, die andere is onze opdracht,

en geeft ons leven, omdat alleen die andere mijn ogen kan openen...

 

Als voorbeeld noem ik Franciscus, afgelopen maandag vierden we zijn sterfdag, op het moment dat Franciscus de melaatse op zijn weg een kus kan geven

vallen hem de schellen van de ogen en kan hij niet anders meer dan er voor hen zijn met hart en ziel,

Nog een voorbeeld, nu van kort geleden hier in onze koffiekamer, in het pastorale team hadden we Nico en Klazien uitgenodigd, ze doen als vrijwilliger 's- avonds een ronde door de stad op zoek naar daklozen, ze brengen hen thee of soep en op de vraag waarom ze dit werk doen zeiden ze dat ze het niet kunnen aanzien dat ze daar liggen te verrekken en sinds ze voor het eerst een jongen te eten hadden gegeven en hem korte tijd later dood in de struiken vonden, kunnen ze niet anders meer dan de ronde doen...

 

Alleen Liefde maakt de weg naar gerechtigheid mogelijk en gerechtigheid begint daar waar je de andere tegemoet treedt en in zijn of haar waarde laat, en net precies daar beginnen vaak de problemen: ik wil dat jij ziet zoals ik het zie...

Liefde zoals Jezus en Franciscus en Nico en Klazien ons voorhouden vraagt, beter misschien nog, eist, dat je kijkt in het besef dat je vaak blind bent en dat alleen de andere jou van die blindheid kan genezen.

 

De viering rond het 25 jarig bestaan van deze parochie, werd het begin van een nieuw denkproces binnen alle werkgroepen. De commissie denktank die toen ontstaan is ging zich beraden op wat kerk-zijn nu, zou moeten inhouden. We hebben gekeken naar waar we goed in waren, en dat was in de aandacht voor elkaar, het familie-gevoel zo werd het vaak genoemd en waar we minder of geen aandacht voor hadden, de mensen buiten de parochie bijvoorbeeld. We ontdekten dat die kerk niet alleen de verantwoordelijkheid is van de priester en betrokken vrijwilligers die dicteren of op een dienblaadje presenteren hoe het moet. Een kerk kan pas gedijen als ze gedragen en gevoed wordt van onderop, door de parochianen en de vragen en noden van mensen om ons heen. Een kerk moet willen dienen en vieren en inleiden in de traditie met de ogen wijdopen voor wat op haar afkomt, ze moet stelling nemen tegen onrecht, opkomen voor wie niet worden gezien, genegeerd en daardoor dood verklaard. Deze kerk beseft dat ze, hoewel van goede wil, blind kan zijn voor wat er om ons heen gebeurt. De samenleving wordt zo gecompliceerd dat je ook in het pastoraat een team nodig hebt dat open en kritisch naar elkaar durft te kijken, een team dat Jezus voorbeeld durft te vertalen naar de huidige tijd en daardoor uitdagend is en inspirerend en dat durft zich te laten voeden van onderop. Een team dat taken verdeelt, de liturgie, alles wat met vieren te maken heeft, de catechese, het invoeren, het binnenleiden in onze traditie op diverse niveaus, kinderen, jongeren, en volwassenen en de diaconie, wat letterlijk dienen betekent, door oog proberen te hebben voor iedere groepering die buiten de boot dreigt te vallen. Eens per maand komen we een avond samen om ons werk te overdenken, te bepalen hoe we op weg gaan, hoe we dingen anders moeten doen, wat goed is ook. We zijn nu zover dat we naar buiten kunnen treden met onze idealen van kerk-zijn. Dat naar buiten komen zien wij als team ook letterlijk zo,  kerk-zijn gebeurt niet alleen binnen deze muren, maar wij willen de deuren die opdringend haast deze kerk bepalen, wijd open zetten naar de wereld opdat we zien wat is...

 

Bartimeus, de blinde uit het evangelie van vandaag volgt Jezus, hij vormt een schril contrast met Jezus' leerlingen die niets liever willen dan Jezus volgen, wie weet is het net dit willen volgen dat hen blind maakt om Hem echt te kunnen zien. Jezus is met zijn leerlingen onophoudelijk onderweg zonder dat Hij hen echt de ogen opent. Mc demonstreert het onbegrip en de onmacht van de leerlingen, hun gebrek aan vertrouwen, ja zelfs voor Zijn leerlingen is het Hem willen dienen, Hem willen volgen een hele kluif. Deze tekst stelt ons oog in oog met de hoogmoed waar zelfs Jezus eerste leerlingen niet vrij van waren,

Hem volgen, kerk willen zijn, vraagt om een blind vertrouwen in dat Hij ons leidt .. Zijn weg gaan vraagt om dienstbaarheid, als het moet tot het uiterste,

 

We zouden net als Bartimeus bedelaar moeten durven zijn, en roepen:  "Jezus, heb medelijden met mij". Hij zal je vragen: "wat kan Ik voor je doen" en dan kun je net als Bartimeus roepen: "dat ik kan zien", Hij zal je aankijken en zeggen: "Ga maar, ga op weg, ga onderweg en  "zie...."