Sint Jan

© Nan Paffen, Heerlen 2007



Er zijn van die grappenmakers die beweren dat het aspergeseizoen afloopt op Sint Jan, 24 juni dus, omdat het kopje van de asperge daarna net zo gemakkelijk afbreekt als destijds het hoofd van Johannes de Doper werd afgeslagen. Dat is kletspraat natuurlijk.

Maar waarom wordt er toch op zo veel plaatsen zo uitbundig het sint Jansfeest gevierd? Op de boerderij, waar we morgen te gast zijn, is dat het geval en onderweg in de auto zie ik vele reclameborden waarop een sint Jansmarkt of –braderie of sint Jans-zomerfeest wordt aangekondigd. De heilige Johannes is trouwens, naast Jezus en Maria, de enige heilige wiens feestdag op zijn geboortedag gevierd wordt; de andere heiligen worden ‘gevierd’/ geëerd op hun sterfdag.

In feite is het sint Jansfeest al in de Middeleeuwen een belangrijk christelijk feest, omdat het net als Kerstmis een belangrijk punt in de seizoenen markeert: het is de tijd van de langste dag, hoogtepunt en begin van de zomer, waarop de natuur uitbundig bloeit en vruchten geeft. Het is ook de tijd om de aarde wat rust te gunnen (men stopt op deze dag met het steken van asperges en het plukken van rabarber). Daarmee is het sint Jansfeest ook een symbool voor “even pas op de plaats”, voor openstaan voor de kracht en de warmte van de zon. In feite vertelt het evangelie dat we morgen zullen lezen een zelfde verhaal. Als de leerlingen lopen te tobben en zich afvragen waar het allemaal naar toe moet, vertelt Jezus het volgende verhaal:

maak je toch geen zorgen over het eten en drinken die u nodig hebt om te leven en over de kleren voor uw lichaam. Tenslotte is het leven belangrijker dan eten en drinken, en het lichaam van meer belang dan kleding.

Let eens op de vogels in de lucht: ze zaaien niet, ze maaien niet en slaan geen voorraden op in schuren. Kijk hoe de veldbloemen groeien: ze werken niet en spinnen niet. Maar ik zeg u: zelfs koning Salomo was in zijn koningsgewaad niet zo mooi gekleed als één van deze bloemen. Loop dus niet te tobben: wat moeten we eten of wat moeten we drinken of waarmee zullen we ons kleden? Richt uw aandacht op zijn koninkrijk en op het doen van zijn wil, dan zult u ook al dat andere krijgen. Maak u dus geen zorgen over de dag van morgen. Morgen ziet u wel weer; u hebt genoeg aan de zorgen van vandaag.

Met dit verhaal pleit Jezus ook om stil te staan bij vandaag; hol niet altijd door, maar wees aandachtig voor wat er vandaag gebeurt en voor wat je vandaag moet doen.

Lieve mensen, denk toch na waar het echt op aan komt: en dat is: ‘het koninkrijk van God’. Daar gaat het er om dat alle mensen gelukkig kunnen samenleven.

Dat is voor Jezus de reden om niet te tobben over eten en drinken, over wat je zult aantrekken, want in het leven gaat het er toch om wat je ervan gemaakt hebt. Ongeacht of je in je leven lange tijd of kortere tijd beschoren krijgt, het gaat er feitelijk om wat je met je leven doet en gedaan hebt. Ben je vooral op jezelf gericht, op eigen carrière, op geld verdienen en luxe, op superlot uit de postcodeloterij of dure vakanties (dat noemt Jezus ‘zorgen maken om eten en drinken en om wat je aan zult trekken) of wil je vooral je leven delen, zorg hebben voor de mensen om je heen en vindt je je geluk juist in het geluk van anderen (dat noemt Jezus dan ‘richt uw aandacht op het koninkrijk van God, het doen van Zijn wil).

Natuurlijk is de praktijk niet zo zwart-wit als ik nu verwoord, maar ik merk aan mezelf dat ik dit soort verhalen, zoals van Johannes of Jezus, of andere ingrijpende gebeurtenissen nodig heb om mij weer bewust te maken waar het echt om gaat in het leven, wat er echt toe doet. Echt geluk zit in de kleine dingen, in harte-dingen (niet het materiële, of wat uit je beurs komt), maar wat uit je hart komt: vriendschap, liefde, er mogen zijn zoals je bent, geaccepteerd worden en vooral, zo merk je misschien wel het meest als je ouder wordt, in het gelukkig maken van anderen. Want echt geluk, zo zei Willam Shakespeare, is als parfum: wij hunnen het niet over een ander uitstorten zonder dat er enige druppels op onszelf vallen.

Mogen wij zo kwistig met het parfum van geluk zijn, ten faveure van onszelf en de mensen om ons heen. Amen.