Verbondenheid

© Geert Bles, Heerlen 2008



Kort geleden sprak ik een goede vriendin, die pas haar man verloren had.

“Pas nu weet ik wat het is om weduwe te zijn”, zei ze. Wat wilde zij daarmee zeggen? Dat zij voor die tijd dit nauwelijks wist, dat zij nu pas - door de eigen ervaring - het intense verdriet kon voelen van het gemis. Ja, er is een weten van de boeken, van de buitenstaander, en er is een weten van het zelf meemaken, van de eigen ervaring van het verliezen van iemand, die je dierbaar en nabij is geweest, je partner of je kind, en dat is een wereld van verschil.

 

Vandaag in deze viering willen wij daar samen over nadenken. De mensen die in het afgelopen jaar van ons zijn heengegaan hebben wij met name genoemd, om ze dichtbij te halen in ons midden. En de mensen die achtergebleven zijn willen we  nabij zijn en proberen te begrijpen.

 

De lieve mensen die zijn heengegaan: we hebben hen gekend. Wij hebben een stukje met hen opgelopen in hun leven, vooral in de fase dat zij hun leven gingen afronden. Zij hebben op hun manier gezocht naar geluk en bijgedragen aan het geluk van anderen. Het visioen van een nieuwe hemel en een nieuwe aarde stond hun voor ogen. Op hun eigen manier hebben zij hun unieke door God geschonken talenten ingezet voor een mooiere wereld. Zij waren geen supermensen, maar gewone mensen, met beperkingen en tekortkomingen, die ons toch iets hebben laten zien van Gods goedheid.  Zo willen wij ons hen herinneren, als mensen die liefhadden en hun geluk legden in het geluk van de ander. Zo hebben zij in het leven gestaan, zij hebben hun weg voltooid en hun bestemming bereikt.    

 

En wij die achterbleven, met onze herinneringen - maar misschien ook met gevoelens van onmacht, van “had ik maar” - wij zijn nog onderweg, op weg naar onze voltooiing, naar onze eindbestemming. We gaan door op die weg, met de kostbare bagage van hun voorbeeld die zij ons hebben meegegeven, en we zijn fier om dat stokje door te geven aan anderen.

 

Niet lang geleden stond ik bij het sterfbed van een nog betrekkelijk jonge man. De oudste dochter kwam binnen…. te laat, vader was al gestorven. Het eerste wat zij tegen haar zusjes en haar broer zei, was: “Nu is het onze beurt… wij moeten papa verder leven.” Het echte gedenken van wie wij in ons hart meedragen betekent: doorgaan in hun lijn, net als zij hunkeren naar leven, naar liefde, naar har­monie, naar genegenheid; net als zij hunkeren naar een wereld van broeder/zusterschap en er onze talenten voor inzetten, net als zij hunkeren naar heelheid in God. Dat is immers - bewust of onbewust - het ver­langen, dat iedere mens gaande houdt en doet toegroeien naar zijn/haar vol­tooiing.

 

Het leven lijkt te eindigen met de dood, maar dat is kortzichtig. Het eindigt niet, het gaat door. Hoe het eruit ziet, we weten het niet. Maar wij durven ons over te geven aan God die een God van liefde is, en daarom vertrouwen dat het goed zal zijn met onze dierbaren wier leven hier op aarde voltooid is. Het is om die reden dat de paaskaars, symbool van de gestorven en verrezen Christus, volop brandt; en wij een lichtje van die paaskaars bij het kruisje van onze lieve dode hebben geplaatst.

 

Wij voelen ons vandaag extra verbonden met onze lieve doden, en met elkaar.