Kort
geleden sprak ik een goede vriendin, die pas haar man verloren had.
“Pas nu
weet ik wat het is om weduwe te zijn”, zei ze. Wat wilde zij daarmee zeggen?
Dat zij voor die tijd dit nauwelijks wist, dat zij nu pas - door de eigen
ervaring - het intense verdriet kon voelen van het gemis. Ja, er is een weten
van de boeken, van de buitenstaander, en er is een weten van het zelf meemaken,
van de eigen ervaring van het verliezen van iemand, die je dierbaar en nabij is
geweest, je partner of je kind, en dat is een wereld van verschil.
Vandaag
in deze viering willen wij daar samen over nadenken. De mensen die in het
afgelopen jaar van ons zijn heengegaan hebben wij met
name genoemd, om ze dichtbij te halen in ons midden. En de mensen die
achtergebleven zijn willen we
nabij zijn en proberen te begrijpen.
De lieve mensen die zijn
heengegaan: we hebben hen gekend. Wij hebben een stukje met hen opgelopen in
hun leven, vooral in de fase dat zij hun leven gingen afronden. Zij hebben op
hun manier gezocht naar geluk en bijgedragen aan het geluk van anderen. Het
visioen van een nieuwe hemel en een nieuwe aarde stond hun voor ogen. Op hun eigen
manier hebben zij hun unieke door God geschonken talenten ingezet voor een
mooiere wereld. Zij waren geen supermensen, maar
gewone mensen, met beperkingen en tekortkomingen, die ons toch iets hebben
laten zien van Gods goedheid.
Zo
willen wij ons hen herinneren, als mensen die liefhadden en hun geluk legden in
het geluk van de ander. Zo hebben zij in het leven gestaan, zij hebben hun weg
voltooid en hun bestemming bereikt.
En wij
die achterbleven, met onze herinneringen - maar misschien ook met gevoelens van
onmacht, van “had ik maar” - wij zijn nog onderweg, op weg naar onze
voltooiing, naar onze eindbestemming. We gaan door op die weg, met de kostbare
bagage van hun voorbeeld die zij ons hebben meegegeven, en we zijn fier om dat
stokje door te geven aan anderen.
Niet lang geleden stond ik bij
het sterfbed van een nog betrekkelijk jonge man. De oudste dochter kwam
binnen…. te laat, vader was al gestorven. Het eerste
wat zij tegen haar zusjes en haar broer zei, was: “Nu is het onze beurt… wij moeten
papa verder leven.” Het echte
gedenken van wie wij in ons hart meedragen betekent: doorgaan in hun lijn, net
als zij hunkeren naar leven, naar liefde, naar harmonie, naar genegenheid; net
als zij hunkeren naar een wereld van broeder/zusterschap en er onze talenten
voor inzetten, net als zij hunkeren naar heelheid in God. Dat is immers - bewust of onbewust - het verlangen, dat
iedere mens gaande houdt en doet toegroeien naar zijn/haar voltooiing.
Het
leven lijkt te eindigen met de dood, maar dat is kortzichtig. Het eindigt niet,
het gaat door. Hoe het eruit ziet, we weten het niet. Maar wij durven ons over
te geven aan God die een God van liefde is, en daarom vertrouwen dat het goed
zal zijn met onze dierbaren wier leven hier op aarde voltooid is. Het is om die
reden dat de paaskaars, symbool van de gestorven en verrezen Christus, volop
brandt; en wij een lichtje van die paaskaars bij het kruisje van onze lieve
dode hebben geplaatst.
Wij voelen ons vandaag extra
verbonden met onze lieve doden, en met elkaar.