In
de schriftlezingen van deze zondag klinken twee geluiden, tegenstrijdig aan
elkaar: Enerzijds blijheid en vreugde in de straten van Jeruzalem, mensen gaan
uit hun dak om Jezus van Nazareth; anderzijds kwaadheid en irritatie om hem.
Het
is vandaag 33 jaar geleden, in de goede
week van 1980, dat in El Salvador bisschop Oscar Romero
werd vermoord. Een bisschop, op de handen gedragen door de armen in zijn land.
In korte tijd had hij zich zo bemind gemaakt bij die arme mensen, omdat hij
radicaal hun zijde koos en vocht voor
hun leven. Zijn Zondagspreken werden aanhoord door een volle kathedraal en, via luidsprekers,
door de menigte op het plein. "Nog nooit heeft iemand zo tot ons
gesproken", zeiden de mensen. Maar er waren ook anderen in El Salvador,
die zich tegen hem keerden, naarmate zijn gezag en populariteit groeiden. Dat
waren die grootgrondbezitters. Zij voelden hun positie bedreigd door de - in
hun ogen - opruiende taal van de bisschop. In de goede week van 1980 rekenden
zij met hem af. Hij werd doodgeschoten achter het altaar.
Dit
verhaal van bisschop Romero doet ons denken aan wat
in deze lijdensweek in Jeruzalem plaats vond. Enerzijds de gewone mensen, die
Hem ervaren hebben als de Messias, de verlosser en bevrijder? Anderzijds hogepriesters
en schriftgeleerden, die geïrriteerd
waren over zijn groeiende populariteit en gezag, over het gejuich van het
gewone volk. Het domein, waar zij het voor het zeggen hadden, werd aangetast;
zij dreigden hun greep op het volk te verliezen. Hun irritatie gaat zich
vertalen in maatregelen tegen Hem. Het conflict tussen de hogepriesters en
Jezus komt tot een climax op het einde van deze week, op Goede Vrijdag. Het
verhaal van Jezus in Jeruzalem, is het verhaal van bisschop Romero
in El Salvador.
Dát is het wat wij in de komende
dagen vieren. De weg naar het leven loopt via lijden/dood. De weg naar de
overwinning loopt via het kruis. De weg naar Pasen loopt via Goede Vrijdag. In
dat geloof steken wij vandaag de palmtak achter het kruishout.